Cor van der Meer van Kuffeler (1860-1934)
Vrouwtje Cornelia (‘Cor’) van der Meer van Kuffeler werd op 20 september 1860 geboren in Rhenen als dochter van Jacob C.A. van der Meer van Kuffeler, belastingontvanger, wethouder en mede-eigenaar van tabaksplantage Willem III in Rhenen (1818-1895), en van (zijn nicht) Ida E.C.J.M. Weldijk (1825-1869). Jacobs tweede dochter Charlotte (1866-1909) had een verstandelijke beperking. Uit zijn eerste huwelijk had hij een zoon, Jacques Anne François (1843-1917).
In 1866 moesten huis en goederen worden verkocht vanwege een dreigend faillissement. Jacob kreeg een betrekking als belastinginspecteur in Weesp en de familie verhuisde naar Weesperkarspel. In 1868 volgde een verhuizing naar Dordrecht waar Jacob ook belastinginspecteur werd en inspecteur van een Levensverzekeringsmaatschappij. Moeder Ida overleed in 1869 waarop Jacob hertrouwde met de zuster van zijn overleden vrouw Charlotte G.C. Weldijk (1821-1906) en dus de tante van de twee meisjes. In Rhenen woonde zij al bij hen in huis. In Dordrecht behaalde Cor van Kuffeler via zelfstudie en privéles - meisjes mochten nog niet naar de kweekschool - diverse LO-aktes, waaronder Frans, Duits en Engels. Van 1879 tot 1887 had zij een betrekking aan een openbare lagere school in Dordrecht. Daarna behaalde zij in 1882 de hoofdakte en in 1886 een Mo-akte geschiedenis. In 1887 werd zij benoemd als hoofd van een ulo 'School Mühring'.
Cor van Kuffeler - zoals zij zich noemde - solliciteerde naar een betrekking in Deventer en werd in 1891 benoemd als hoofd van ‘School B voor Uitgebreid Lager Onderwijs voor meisjes in alle klassen en voor jongens in de eerste twee leerjaren’ aan de Assenstraat in Deventer. Naast haar werk gaf zij cursussen aan fabrieksmeisjes en - vrouwen; mogelijk heeft zij zich beijverd voor de oprichting van de Vrouwenarbeidschool. Zij woonde in de Korte Bisschopsstraat 3; dit huis was daarvoor eigendom vande links-liberale familie van mr. Hendrik (Henri) Pieter Marchant (1869-1956), o.a. Kamerlid voor Deventer en voorvechter voor het vrouwenkiesrecht. Na het overlijden van vader Jacob in 1895 kwamen haar stiefmoeder en tante Charlotte en haar zusje Charlotte bij haar inwonen. Cor van Kuffeler staat in het Deventer Adresboek genoemd als 'hoofd van het gezin'. Het gezin woonde 'op stand', eerst aan de Brinkpoortstraat en later op de Noordenbergsingel in grote herenhuizen. In 1906 overleed de stiefmoeder en in dat jaar verhuisde Cor met haar zusje, dat 1909 zou overlijden, naar een eenvoudiger woning op het Pothoofd.
In 1912 kwam Cor van Kuffeler op wachtgeld (80% van haar salaris) vanwege een fusie van twee openbare uloscholen, een jongensschool en een meisjesschool. Door de gemeenteraad werd zij niet als hoofd benoemd, omdat zij geen ervaring had met jongensonderwijs, maar waarschijnlijk ook omdat de andere kandidaat een mannelijke hoofdonderwijzer met een gezin was. Zij werd wel benoemd in de gemeentelijke Commissie van Toezicht op het Lager Onderwijs en bleef dat van 1913 tot 1920.
Privé was Cor van Kuffeler bevriend met de vooruitstrevende Deventer elite, waaronder fabrikantenfamilies als Ankersmit, waarvan de socialiste Heleen Ankersmit deel uitmaakte. Ook kende zij Meta Kluwer, feministe en dochter van uitgever en drukker Æ. Kluwer.
Bestuurslid en publicaties
Naast haar werk als onderwijzeres kwam Cor van Kuffeler op voor maatschappelijke zaken. Zij was bestuurslid van de Vereeniging Onderlinge Vrouwenbescherming (voor ongehuwde moeders), afdeling Deventer; later werd ze lid van het hoofdbestuur. In 1922 schreef ze de bijdrage 'Wanhoop' in het Gedenkboek 1897-1922. Ze zette zich ook in voor de wijkverpleging en was medeoprichter in 1895 de Deventer afdeling van Vereeniging tot Wijkverpleging en het Groene Kruis.
Zoals veel onderwijzend personeel schreef ook Cor van Kuffeler een leerboekje, in haar geval was dat 'Een eenvoudige geschiedenis van ons vaderland voor de lagere school'. Het verscheen in 1907 bij Kluwer. In datzelfde jaar publiceerde ze samen met een mevrouw Van Delden een blijspel voor kinderen in vier bedrijven met de titel 'Teuntje', uitgegeven door Boek- en Steendrukkerij De IJsel in Deventer.
Strijd voor het vrouwenkiesrecht
In 1894 was de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht opgericht. Veel werkende vrouwen betaalden wel belasting, maar mochten niet stemmen. Dit gold o.a. voor presidente Aletta Jacobs, maar ook voor Cor van Kuffeler, die bovendien vermogend was. Ze zal dus zeker lid zijn geworden van de VvVK, vooral ook omdat ze in 1897 al contact had met bestuurslid Elise Haighton die in Deventer was vanwege de organisatie van de Grote Nationale Vrouwententoonstelling in 1898. Daar wilde Haighton een stand met textielfabriekarbeidsters inrichten, zo blijkt uit haar brief van 22 juli 1897, en bezocht daarvoor de tapijtknoperij van G.L. Ankersmit.
In 1906 bleek de tijd rijp voor een afdeling van de VvVK in Deventer, die op 10 mei werd opgericht in een bovenkamer van de (heren) Sociëteit de Hereeniging. Presidente Aletta Jacobs en Martina Kramers van het hoofdbestuur kwamen speciaal voor de oprichting over uit Amsterdam. Cor van Kuffeler werd de eerste presidente en Meta Kluwer bestuurslid. De afdeling ontplooide vele activiteiten, zoals een Propagandabijeenkomst in juni 1912 waarvoor een speciale krant in een oplage van vijfduizend (!) gratis in de stad werd verspreid.
Twee jaar later organiseerde afdeling Deventer de grote Zomervergadering van de VvVK die inmiddels landelijk 18.000 leden telde op zaterdag 18 en zondag 19 juli. Er werd op zaterdag een grote optocht gehouden (met vaandels in de kleuren geel en wit), het bestuur maakte met de tram vanaf het Pothoofd een uitstapje naar Joppe en er was een feestavond in de Buitensociëteit, opgeluisterd door een orkestje van de Huzaren van Boreel, waarvan de kazerne in Deventer stond. De vergadering zelf was op 19 juli.
Hoogtepunt was de officiële ontvangst op zaterdag op het stadhuis door burgemeester Tjaard van Humalda van Eysinga, zijn echtgenote Anna Maria Zillesen (vermoedelijk ook lid van de VvVK), een wethouder en de gemeentesecretaris. Ook Henri Marchant en lid van de VvVK was aanwezig. Dit was de eerste keer dat een delegatie van de VvVK (sinds haar oprichting in 1894) officieel werd ontvangen door de overheid, zo betoogde presidente Aletta Jacobs. Vrijwel alle plaatselijke politieke partijen in de gemeenteraad waren de strijd voor het algemeen kiesrecht goed gezind, vandaar dat de ontvangst in Deventer mogelijk bleek.
Wachtgeld
Cor van Kuffeler kon dankzij het wachtgeld veel tijd besteden aan de strijd voor het vrouwenkiesrecht. Zij gaf wel privéles en verzorgde enkele kinderen, maar verder was zij - vooral bestuurlijk - maatschappelijk actief. In 1912 was zij betrokken bij de tentoonstelling 'De Vrouw 1813-1913' in Amsterdam als lid van de subcommissie Onderwijs. Ze schreef ook een artikel over 'De veranderde maatschappelijke en politieke positie van de vrouw in Nederland' in de bundel Van vrouwenleven 1813-1913, die in 1913 verscheen.
In 1915 werd zij lid van het hoofdbestuur van de VvVK en tweede vicevoorzitter. Ze hield in die tijd in het hele land lezingen over vrouwenkiesrecht, moederzorg en onderwijs en gaf ook cursussen.
In 1914-1915 werkte zij mee aan de organisatie van het 'Volkspetitionnement voor grondwettelijk gelijkstelling van man en vrouw' waarvoor 162.900 handtekeningen werden opgehaald. Bij ontstentenis van presidente Jacobs heeft zij op 22 september 1915 het Volkspetitionnement officieel aangeboden aan minister P.W.A. Cort van der Linden.
In Deventer richtte zij dat jaar met anderen een Vrouwenclub op voor 'werkende vrouwen', die ten minste twee jaar heeft bestaan en waarvan zij de eerste presidente was. Deze was gevestigd aan de Nieuwmarkt en wordt genoemd in het Vrouwenjaarboekje 1917.
In 1919 - toen vrouwen het actieve kiesrecht kregen - bestond de VvVK 25 jaar en Cor van Kuffeler schreef een hoofdstuk in het Gedenkboek. In 1920 werd de VvVK voortgezet als de Nederlandse Vereeniging voor Staatsburgeressen - later onder de naam Nederlandsche Vereeniging voor Vrouwenbelangen en gelijk Staatsburgerschap) en werd zij lid van het hoofdbestuur. Bij een volgende verkiezing was zij wel beschikbaar voor het hoofdbestuur, maar niet gekozen.
In 1919 stelde Cor van Kuffeler zich kandidaat voor de partij Gemeentebelang in Deventer bij de gemeenteraadsverkiezingen. Er waren nog drie vrouwelijke kandidaten (een bij de SDAP en twee bij de Economische Bond), maar zij kreeg de meeste stemmen. Helaas stond zij te laag op de lijst om een van de twee zetels te krijgen.
Naar Zwolle
Vanwege een ministeriële beschikking moest Cor van Kuffeler in 1920 (op 60-jarige leeftijd) weer aan het werk. Tegen haar zin zo blijkt uit een verdrietige sollicitatiebrief van 23 juli 1910 [personeelsarchief stadhuis Zwolle]. Ze werd benoemd als hoofd werd van een meisjesulo en verhuisde naar Zwolle, naar Bloemendalstraat 7a waar ze vanaf 1922 de woning deelde met een medelerares mej. L.M. Struben.
In 1922 kon ze vanwege het vertrek van een van de raadsleden wel een zetel krijgen in de gemeenteraad van Deventer, maar toen woonde zij al in Zwolle. In dat jaar stelde ze zich wel verkiesbaar als kandidaat van de Vrijheidsbond voor het lidmaatschap van de Tweede Kamer in de Centrale Kieskring Zwolle. Ze stond nr 2 op de lijst Zwolle, die echter werd gecombineerd met die van Leeuwarden, Groningen en Assen. Ze kreeg 745 stemmen volgens de uitslag op 7 juli 1922, waarvan 484 uit Zwolle. Ook nu hield zij veel lezingen over vrouwenzaken , zoals op 6 april 1922 in sociëteit De Hereeniging in Deventer met als onderwerp 'De vrouw en haar nieuwe taak'.
In Zwolle vervulde ze diverse bestuurstaken en werd zij voorzitter van de Zwolsche Volksuniversiteit en de Leeszaal. Binnen de familie was Cor van Kuffeler o.a. voorzitster van de Familievereniging Van Kuffeler.
In 1930 ging ze op 70-jarige leeftijd met pensioen, na meer dan vijftig dienstjaren in het (meisjes)onderwijs. Daarvoor werd ze op 30 augustus benoemd als Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Ze blijft nog in Zwolle wonen, maar in 1932 blijkt - tijdens een mededeling op bestuursvergadering van de Leeszaal - dat ze ernstig ziek is en al enige maanden in Deventer verblijft. Volgens een bericht in de Zwolsche Courant in juni 1934 stopte ze met al haar bestuurstaken en lidmaatschappen en in september verhuisde ze officieel naar Deventer officieel naar de Lange Bisschopstraat 17. Ze is dan al ernstig ziek want op 3 oktober overleed ze na een kort ziekbed in het ziekenhuis.
Vrouwtje Cornelia van der Meer van Kuffeler werd op 6 oktober onder grote belangstelling begraven op de Algemene Begraafplaats. In Het Vaderland werd zij een 'bekende figuur in de vrouwenbeweging en een warm voorstandster van het vrouwenkiesrecht' genoemd.
Naast haar bijdragen aan het vrouwenkiesrecht, heeft Vrouwtje Cornelia van der Meer van Kuffeler zich zowel in Deventer als in Zwolle beijverd voor de instandhouding van het ulo-onderwijs voor meisjes, zowel landelijk als lokaal. In Deventer heeft zij de plaatselijke afdeling van de VvVK tot stand gebracht en zich beziggehouden met onderwijs aan fabrieksarbeidsters. Dankzij haar wachtgeld van 1912 tot 1920 kon zij veel betekenen voor de VvVK via haar bestuurswerk en de landelijke activiteiten.
Auteur: drs. Lamberthe J. de Jong
Geboren: | 20-09-1860 Rhenen | |
Overleden: | 03-10-1934 Deventer | |
Vader: | Jacob C.A. van der Meer van Kuffeler (1818-1895) | |
Moeder: | Ida E.C.J.M. Weldijk (1825-1869) | |
Publicaties: | Bronnen: - F.C. van der Meer van Kuffeler, Stamboek van het geslacht Van Kuffeler. 1952, 28. - Lamberthe de Jong, ‘Vrouwenkiesrecht in Deventer’, in: Deventer Jaarboek 2000, 11-31. - Idem, 'Een nieuwe fase voor de beweging. Officiële erkenning van de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht in Deventer', in: Historica 3 oktober 2000, 9-11. - Erna Lammers, Door mannen gekozen. De eerste vrouwen in de Deventer gemeenteraad. Zutphen 2020, 28-32. - Just M. Vlak, 'Cornelia van der Meer van Kuffeler en de strijd voor het vrouwenkiesrecht. Leven en werk van een Rhenense 'suffragette'', in: Oud Rhenen. Cultuurhistorisch tijdschrift voor Rhenen, Achterberg en Elst. Jaargang 39 nr 2 zomer 2020, 26-32. Publicaties: Een eenvoudige geschiedenis van ons vaderland voor de lagere school (in den vorm van aanteekeningen bij het onderwijs). Deventer 1907. - 'Teuntje'. Oorspronkelijk blijspel voor kinderen in 4 bedrijven. Deventer 1907 (co-auteur mw I. van Delden) - 'Wanhoop niet', in: Gedenkboek Onderlinge Vrouwenbescherming 1897-1922. (z.p.)1922, 27-28. - 'De veranderde maatschappelijke en politieke verhouding van de vrouw in Nederland', in: A. van Hogendorp en Cornelia van der Hart, Van vrouwenleven 1813-1913. Groningen 1913, 62-88. - ‘De invloed uitgegaan van den strijd om het kiesrecht voor de vrouw’, in: Gedenkboek bij het 25-jarig bestaan van de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht. 1894-1919 (Amsterdam [1919]), 50-53. | |
Laatst bijgewerkt op: | 15-03-2021 |