Marie Cornélie gravin van Wassenaer Obdam (1799-1850)


Marie Cornélie gravin van Wassenaer Obdam, vrouwe van Twickel, Weldam en Olidam, baandervrouwe van Wassenaer en Zuidwijk, vrijvrouwe van Lage, vrouwe van Dieren, Obdam, Spierdijk, Hensbroek, Zijpe, Wogmeer en Kernhem, werd geboren te Amsterdam op 21 september 1799, als dochter van Jacob Unico Willem des H. R. Rijks-graaf van Wassenaer en van Adriana Margaretha Helena Alewijn. Op 14 december 1831 trouwde zij met mr. Jacob Derk Carel baron van Heeckeren van Keil. Zij overleed in Den Haag op 31 maart 1850. In 1818 maakte Marie Cornélie haar 'début dans le monde', maar eventuele huwelijkskandidaten lieten voorlopig nog op zich wachten. Er is overigens in dat verband sprake geweest van prins Frederik van Oranje, maar koning Willem I zou er tegen zijn geweest, daar half Amsterdam dan van 'neef Frederik' gesproken zou hebben (vanwege haar moeder Alewijn). In 1823 is er sprake van een te arrangeren huwelijk met de Fürst van Bentheim.


In 1825 wordt Marie Cornélie benoemd tot hofdame van prinses Anna Paulowna. Samen met onder andere haar stiefmoeder - Sophia van Heeckeren van Keil - die in 1823 was benoemd tot grootmeesteres, begeleidt zij Anna Paulowna op een reis naar St. Petersburg. Het hofleven neemt een einde in 1831. Marie Cornélie vraagt ontslag 'om zich aan haar echtgenoot te kunnen wijden'. Zij trouwt kort daarop met Jacob Derk Carel van Heeckeren van Keil, zoon van W.H. A.C. van Heeckeren van Keil, haar gewezen voogd en sedert 1824 haar zaakwaarnemer. Jacob Derk Carel is dan juist in Leiden gepromoveerd tot doctor in de rechten en heeft als tweede luitenant deelgenomen aan de tiendaagse veldtocht. Hoe de zaakwaarnemer zich het voordeel van zijn cliënte voorstelde, is niet duidelijk. Zijn zoon vaart er in ieder geval wel bij: hij is tien jaar jonger en komt met eigenlijk niets. In 1832 en in 1868 koopt hij gedeelten van de Geldersche Waard bij Zevenaar, waarvan hij in 1847 nog een gedeelte erft van zijn vader. In 1834 koopt hij het landgoed Nettelhorst bij Lochem en uit de nalatenschap van zijn moeder ontvangt hij in 1867 enige goederen te Borculo. Het goederencomplex in Ruurlo gaat vreemd genoeg naar zijn jongere broer Willem. Er wordt getrouwd in beperkte gemeenschap van goederen (volgens het tot 1838 geldende Franse recht). In 1837 laat Jacob Derk Carel zijn achternaam wijzigen in Van Heeckeren van Twickel en in 1847 in Van Heeckeren van Wassenaer. De goederen van zijn echtgenote krijgen van meet af aan zijn volle aandacht. Al in 1832 worden de tuin en het park van Twickel op de schop genomen. Onder leiding van J.D. Zocher komt een landschappelijke aanleg tot stand. In 1847 wordt kasteel Twickel uitgebreid met de Noordtoren en wordt in Dieren begonnen met een grondige verbouwing van het landhuis.


Marie Cornélie is bij deze ondernemingen waarschijnlijk niet actief betrokken geweest. Vanuit haar godsdienstige overtuiging heeft zij echter haar man willen steunen, waar haar dit als vrouw mogelijk was. In één van haar brieven beknort zij hem, omdat hij 's zondags niet naar de kerk is gegaan, meer aan bijbelstudie zou moeten doen en meer belangstelling zou moeten tonen voor zijn ouders. Maar wat zij hier vooral zal hebben beoogd, is lering en daarmee dienstbetoon. Dat de verstandhouding tussen de echtelieden overigens buitengewoon goed was, blijkt uit één van haar brieven, die begint met de gevoelige aanhef: 'Je vous aime tous les jours un peu plus (...) ces mots m'ont fait tant de bien, que j'aurais presque embrassée la lettre a défaut de celui qui l'a écrite'.
Groot is de belangstelling van Marie Cornélie voor de behoeften van haar medemens. In haar dagboek betreurt zij haar kinderloosheid, maar zij stelt tevens dat deze 'een beproefing Gods (is) die niet al te zwaar valt, want dan wil ik daar tegenover stellen, al de voorregten die ik hier op mijn geliefde Twickel geniet, daar ik het liefst van alle verblijve: het nut dat ik hier stichten kan, door behoeftigen te ondersteunen, zieken te bezoeken'. Ook bij de beoefening van liefdadigheid wordt rekening gehouden met Jacob Derk Carel. Op 25 januari 1850 schrijft Marie Cornélie hem: 'Gisteren heb ik een beslissing genomen zonder U te raadplegen en ik hoop niet ontmoedigd te worden door Uw afwijzing. Ik heb Van Bergen gemachtigd over F. 100,— te beschikken voor de armen te Wassenaar als antwoord op een brief die aan U was geadresseerd en waarin hij vertelt dat de ellende overweldigend is. (...) Ik ben er zeker van dat U eensgelijks gehandeld zou hebben'.


Op 24 maart 1850 wordt Marie Cornélie overvallen door een verkoudheid gepaard gaande met hevige hoestaanvallen. Ze overlijdt een week later. Haar echtgenoot is diep bedroefd. Hij ordent haar aantekeningen met godsdienstige overwegingen en bewaart een lok van haar goudblonde haren opdat deze 'met mij in het Graf te Wassenaar in de kist gelegd worde'. In een herdenkingspreek in de kerk van Lage memoreert dominee Sluijter 'hoe zij zelfde schamele hut der armoede binnentrad; hoe zij zelf waakte over het doelmatig gebruik harer gaven. Hoe zij dikwijls in stilte ondersteunde, zodat de beweldadigde vruchteloos de hand der weldoenster zocht en niet wist wie hij zijn dank betuigen moest'. Dominee Siegman, predikant in Delden, vermeldt in zijn lijkrede: 'Ook vond zij er een bijzonder genoegen in om aan kranken te bezorgen wat tot hunne verkwikking dienen kon, die zelve te bezoeken om hunnen behoeften beter te leren kennen. Behoeftige kinderen liet zij op hare kosten enig nuttig handwerk leren en moedigde op de scholen door beloningen de leerkunst der kwekelingen aan'. De goedheid en de eenvoud van de vrouwe van Twickel hebben op haar omgeving grote indruk gemaakt. Nog heel lang wordt daar in de mondelinge overlevering melding van gemaakt.


A. Brunt Uit: Overijsselse Biografieën


Zie ook Biografisch Portaal

Geboren:   21-09-1799 Amsterdam
Overleden:   14-12-1850 Den Haag
Vader:   Jacob Unico Willem Rijksgraaf van Wassenaer
Moeder:   Adriana Margaretha Helena Alewijn
Echtgeno(o)t(e):   acob Derk Carel baron van Heeckeren van Kell
Publicaties:   R. W. A.M. Cleverens, Het huis Twickel en zijn bewoners: Een adellijke familiegeschiedenis, Oldenzaal 1981
R. W. A.M. Cleverens, Het geslacht Van Heeckeren, Van Heeckeren van Keil, Van Heeckeren van Wassenaer (...), Middelburg 1988
Marie Cornélie : dagboek van haar reis naar het hof van Sint-Petersburg 1824-1825. - Amsterdam : Meulenhoff, 2003. - 319 p.
Laatst bijgewerkt op:   24-04-2014