Jan Grasdorp (1642-1686)


Jan Grasdorp werd op 19 januari 1642 te Zwolle gedoopt als zoon van Engbert Jansen Grasdorp en Gerritien Knijf. Op 13 april 1669 trouwde Jan met Annigienjans Nieuwenhuis uit de Zwolse Nieuwstraat. Zij betrokken een huis in de Kamperstraat, op de plaats waar nu nummer 18 tot 20 staat. Op 19 januari 1670 werd hun dochter Janna gedoopt. Janna moet vóór 1693 zijn overleden gedoopt. Janna moet vóór 1693 zijn overleden want zij wordt niet vermeld in het testament van haar moeder uit dat jaar. Op 15 oktober 1678 lieten zij een zoon Willem dopen. Deze zou later ook schilder worden en zich in Amsterdam vestigen. Jan Grasdorp zelf werd op 3 december 1686 begraven in de Zwolse Grote Kerk. Zijn weduwe hertrouwde in 1693 met Albertus Bolte. Ook hem overleefde zij. Zij stierf in of kort voor 1724.

Jan Grasdorp behoorde tot een familie waarvan vier leden van schilderen, tekenen en glazemaken hun beroep hadden gemaakt. Jans vader Engbert, glazenier van beroep, had zich na zijn huwelijk gevestigd aan de Zwolse Oude Vismarkt. Daar groeide Jan op. In diezelfde tijd woonden een straat verder, in de Sassenstraat, de schildersfamilie Ter Borch en de schilder Hendrik ten Oever. Of Jan beroepshalve met hen in contact is geweest, is niet bekend. Ook weten wij niet van wie hij zijn opleiding tot schilder heeft gekregen; in elk geval niet van zijn vader. Glazeniers mochten immers geen olieverf gebruiken, hoewel zij tot hetzelfde gilde behoorden als de kunstschilders. Mogelijk heeft Engbert zijn zoon Jan het tekenen bijgebracht. Zowel van Jan als van Engbert zijn enkele tekeningen bekend.

Jan is vooral bekend geworden door vier schilderijen die de lotgevallen van de toren van de Michaëlskerk laten zien. Twee van deze schilderijen bevinden zich thans in het Zwolse stadhuis, de twee andere in het Stedelijk Museum Zwolle. Deze Michaëlstoren was de trots van de stad Zwolle: hij was hoger dan de domtoren in Utrecht. Op 7 juni 1669 sloeg de bliksem in de spits en er brak brand uit. Deze ramp heeft Jan op een groot schilderij weergegeven. Behalve de vele toeschouwers van het spektakel zijn veel mensen afgebeeld die proberen de brand te blussen. Er staan ladders tegen de kerk. Op die ladders, op het kerkdak en op de toren lopen mannen met emmertjes water. Het mocht niet baten. De spits brandde af.

Later liet men ter verfraaiing op de toren een galerij van Bentheimer zandsteen aanbrengen. Dit was het begin van de volgende ramp. De galerij was te zwaar voor het muurwerk van de toren. Bovendien haalde een metselaar op 4 december 1682 het beeld van Sint Michaël weg, dat boven de kerkdeur stond en de toren steunde. Dit had tot gevolg dat een deel van de toren instortte. Op 16 december 1680 schilderde Jan Grasdorp de situatie gezien vanaf de Ossenmarkt. Eén kant van de toren is voor het grootste deel ingestort; de galerij staat er nog boven op en het carillon hangt nog in de toren. Een dag later al was de situatie weer veranderd. Ook hiervan maakte Jan een schilderij. Ditmaal is het zicht op de toren vanaf de Grote Markt weergegeven. De toren is verder ingestort, de galerij is er af en ook het carillon hangt er niet meer. Eind 1682 is het lot van de toren beslecht. Op het vierde en laatste schilderij staat: 'Anno 1682 den 30 December is dese zijde van St. Michaelstooren door een sterke wint Zuyd-waerts neder geslagen'. Grasdorp schilderde vanaf het Grote Kerkplein de ravage die het neerstorten van de toren had veroorzaakt. Op het schilderij worden de restanten van de toren omgetrokken.

Het ligt voor de hand dat deze schilderijen kort na de gebeurtenissen zijn geschilderd. Op elk schilderij is in de linker- of rechterhoek onderaan de datum van de weergegeven situatie geschilderd. De bovengenoemde schilderijen behoren tot het genre stadsgezichten. In de steden in het westen van het land was het zeer gebruikelijk dat schilders zich op één bepaald genre toelegden maar in Zwolle was dat zeker niet het geval. Dit had voor een groot deel te maken met het beperkte afzetgebied.

Het ligt in de lijn der verwachtingen dat Jan ook andere voorstellingen heeft gemaakt. Een in 1988 aan een kunsthandel in Wenen verkocht schilderij van hem laat een man en een vrouw zien, die in een vertrek aan een tafel zitten. Het schilderij is voluit gesigneerd en gedateerd 1685. Een ander aan hem toegeschreven schilderij toont een straattafereel met een straatveger die bier krijgt aangeboden van twee vrouwen, die met een kind in de deuropening van een huis staan. Dit schilderij heeft als titel 'Bier voor de straatveger' en is eigendom van de gemeente Zwolle. Opvallend aan al deze schilderijen is de wijze waarop personen zijn afgebeeld. De personages wekken de indruk 'snel' te zijn geschilderd. Ze zien eruit alsof ze net in een flinke wind hebben gelopen. Jan had bovendien moeite met het schilderen van ogen. Zijn figuren kijken nergens naar maar staren in het niets.

Op dezelfde manier als Jan geeft ook zijn halfbroer Gerrit figuren weer. Gerrit werd geboren in 1659, uit het tweede huwelijk van Engbert. Gezien de overeenkomst in stijl is het niet uit te sluiten dat Jan zijn zeventien jaar jongere halfbroer tekenonderricht heeft gegeven.

Auteur: E.A. van Dijk

Uit: Overijsselse Biografieën

Geboren:   circa 1642 Zwolle
Overleden:   circa 1686 Zwolle
Vader:   Engbert Jansen Grasdorp
Moeder:   Gerritien Knijf
Echtgeno(o)t(e):   Annigienjans Nieuwenhuis x 13-04-1669
Publicaties:   -F. A. Hoefer, 'De Overijsselsche schilder Jan Grasdorp', in: Oud Holland, 35 (1917), H9-I59 -J. Verbeek, 'Tekeningen van de familie Grasdorp', in: Miscellanea I.Q. van Regieren Altena, (1969), 160-161 -E.A. van Dijk, 'Grasdorp, een kunstenaarsfamilie uit Zwolle', in: Overijsselse Historische Bijdragen, 1989
Laatst bijgewerkt op:   05-03-2014