Trijntje Saunders-Blaauboer (1887-1951)


Trijntje (ook wel Catrien) Blaauboer werd geboren op 23 mei 1887 in Amsterdam als tweede kind van gezagvoerder koopvaardij Jacob Adriaan Blaauboer en Maartje Groet. In 1885 was er een broertje Cornelis geboren. In 1888 overleed haar moeder en hertrouwde haar vader met Guurtje Wijnands Schermerhorn (1862-1944). In 1894 overleed vader Jacob. Met haar stiefmoeder en broertje verhuisde Trijntje toen naar Sint Maarten bij Schagen.

Trijntje ging naar de kweekschool en werkte als onderwijzeres in Callantsoog en vanaf april 1909 in Den Helder. Zij was actief bestuurslid van de afdeling Den Helder van de Bond voor Nederlandse Onderwijzers. Ook werd ze voorzitster van de afdeling Den Helder van de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht. Verder was ze een actief lid van de SDAP. In 1913 richtte zij een afdeling op van de Bond van Sociaal-Democratische Vrouwenclubs (SDVC) op. Tot haar vertrek in Deventer in 1919 was ze secretaresse. Ze hield veel spreekbeurten en werd zelfs op de kandidatenlijst voor Provinciale Staten geplaatst.

Op 23 december 1919 trouwde ze met Johannes Mattheus Leonard Saunders (Den Helder 1885- Deventer 1954), leraar staathuishoudkunde en staatsinrichting aan de HBS in Kampen. Hij werd met ingang van 1920 benoemd aan de Rijkshbs in Deventer en de meisjeshbs in Apeldoorn. Trijntje is op na haar huwelijk 'zonder beroep'. Het paar verhuist op 23 december 1919 naar Deventer en gaat daar wonen op de hoek van de Spijkerboorsteeg/Kleine Overstraat. In 1922 verhuisden ze naar een nieuw huis aan de Alexander Hegiusstraat.

Trijntje kreeg geen kinderen en kon veel tijd besteden aan politiek, vrouwenrechten en aan de verbetering van sociale omstandigheden van onderwijzers en arbeiders. Ze werkte rond 1924 als lerares aan de Vrouwen Arbeidsschool. Ook in Deventer was een (in 1915 opgerichte afdeling) van de SDVC. Trijntje werd hier in 1923 voorzitster. Vanwege deze functie kwam ze als tweede op de kandidatenlijst van de SDAP voor de gemeenteraadsverkiezingen. Ze werd gekozen en meteen – heel ongebruikelijk - lid van het College van B&W. Daarmee werd zij de eerste vrouwelijke wethouder in Deventer en de vierde in Nederland. Zij kreeg de portefeuille van Onderwijs. Deze (toen) parttimefunctie kon zij goed combineren met het voorzitterschap van de vrouwenclub.

Vanaf het begin trad ze als wethouder vastberaden op, al was ze gematigd conservatief. Tegen benoemingen van gehuwde vrouwen als onderwijzeres had ze geen bezwaar, maar bij de benoeming van het hoofd van de mms koos ze voor de beste kandidaat (een man). Tijdens haar wethouderschap stichtte ze een openbare school voor schipperskinderen en werd de plaatselijke middelbare opleiding voor meisjes vernieuwd. Ook kwam er een reorganisatie en uitbreiding van de handelavondschool en werden er meer vakonderwijzers voor lichamelijke oefening aangesteld. Als oud-onderwijzeres was ze voor tucht en orde, zowel in het gezin als op school.

In 1931 moest zij aftreden omdat de nieuwe Gemeentewet bepaalde dat raadsleden niet gehuwd mochten zijn met een ambtenaar (haar echtgenoot was leraar op een Rijkshbs). Ze was nog steeds voorzitter van de SDVCP, maar na een bestuursconflict trad zij met een aantal andere bestuursleden af. Daarna heeft ze geen rol meer gespeeld binnen de socialistische beweging. Wel bleef ze op lokaal en landelijk niveau actief binnen het onderwijs en de volksgezondheid. Ze werd lid van de commissie van toezicht op het lager onderwijs en later bestuurslid bij de muziekschool, het Groene Kruis en bij het Kraamcentrum Zuidwest Overijssel. Landelijk was ze vanaf 1931 benoemd als lid van de Onderwijsraad ( tot 1951).

Haar brieven en foto's uit de oorlogsperiode augustus 1944 - september 1945 zijn bewaard in het Stadsarchief van Deventer. Deze brieven schreef zij aan haar stiefbroer Cornelis Wijbrand Koster (1903-?) te Amsterdam. Daaruit blijkt dat zij een vrouw was met veel humor. Uit de brieven blijkt ook haar angst voor het oorlogsgeweld.

Haar leven eindigde door een zelfverkozen dood op 20 juni 1951.

Binnen het Deventer openbare leven heeft zij dertig jaar een belangrijke rol gespeeld. Zij wordt herinnerd als een vriendelijke en bescheiden vrouw, die erg volhardend kon zijn. Ze werd niet bij haar voornaam genoemd, zij was een 'mevrouw', ook vanwege haar sociale status als echtgenote van een leraar.

Vanaf 1922 woonde het echtpaar in de Alexander Hegiusstraat, waarvan de huizen in 1913 zijn gebouwd. Uiteraard komt het paar voor in het herdenkingsboek AHA: 100 jaar Alexander Hegiusstraat in woord en beeld. Ook is Trijntje Saunders-Blaauwboer opgenomen in de stadswandeling Deventer Vrouwen Vroeger en Nu.


Auteur: drs. Lamberthe de Jong

Geboren:   23-05-1887 Amsterdam
Overleden:   20-06-1951 Deventer
Vader:   Jacob Adriaan Blaauboer, zeekapitein (Amsterdam 1857 – 1894)
Moeder:   Maartje Groet (Sint Maarten 1857-1888)
Echtgeno(o)t(e):   Johannes Mattheus Leonard Saunders, leraar (Den Helder 1885- Deventer 1954)
Publicaties:   Bronnen:
-Ongepubliceerde brieven Trijntje Saunders-Blaauboer. Augustus 1944-september 1945. Stadsarchief Deventer. Een deel werd geëxposeerd van 4 t/m 28 mei 2008. In de bovengenoemde uitgave AHA wordt geciteerd uit de brieven.
-Archieven en Bevolkingsregister te Amsterdam, Alkmaar (regio) en Deventer
- 7e Openbare Vergadering van den Raad der gemeente Deventer. Dinsdag 25 augustus 1913, 316-322

Literatuur:
-P. van Praag, ´Trijntje Saunders-Blaauboer', in: Deventer Jaarboek 1995, p. 63-66, met uitgebreide notenlijst.
-AHA: 100 jaar Alexander Hegiusstraat in woord en beeld. Samenstelling redactie Alexander Hegiusstraat. Deventer 2013
-Deventer Vrouwen Vroeger en Nu. Wandelroute door de binnenstad. VVAO (maart) 2013.
-Weegblad. Nieuwsblad van de Vereniging De Waag en de Deventer musea. 5e jaargang n2 2. November 2013.
Laatst bijgewerkt op:   16-04-2014