Gert Timmerman


Tot de bekende Nederlanders die een gedeelte van hun jeugd hebben doorgebracht op de Enschedese wijk Pathmos behoort naast Jan Cremer en Henk Elsink ook Gert Timmerman. Uit zijn vroegste jeugd in Pathmos herinnert Gert zich vooral de speeltuin en het badhuis. Omdat zijn eigen school was gebombardeerd, bezocht hij vlak na de oorlog de Pathmosschool. Later werd dat de Volksparkschool, waar hij het presteerde om negen dagen van school te blijven. In het Volkspark werd een circus opgebouwd dat hem bijzonder fascineerde. Iedere dag opnieuw zei hij braaf tegen zijn moeder dat hij naar school ging, terwijl hij in werkelijkheid rond het circus hing. Toen de hoofdonderwijzer bij zijn afwezigheid vraagtekens begon te plaatsen en contact opnam met moeder, was het afgelopen. Voor straf moest hij alle klassen langs om te vertellen wat hij gedaan had.

De Ambachtsschool was geen succes. Gert was meer geinteresseerd in muziek dan in school. Hij maakte de school dan ook niet af. Vanaf zijn twaalfde jaar volgde hij privé-klarinetlessen en vanaf zijn vijtiende bezocht hij het Muzieklyceum in Zwolle, waar hij twee dagen per week naartoe ging. De overige dagen werkte hij bij een offset-drukkerij, waar Henk Elsink als leerling-typograaf werkte. Na in zijn eerste orkestje "The Skyscrapers" te hebben gespeeld, vormde hij met Henk Elsink een duo. De toekomstige cabaretier speelde piano en was zeer muzikaal evenals zijn broer Jan, die bij de Skymasters speelde en later bij het Metropoolorkest. 'Bij de familie Elsink hadden ze thuis een piano staan die eigenlijk maar net in het kleine voorkamertje van 2 bij 2,5 meter paste. Klein of niet, daar aan de Janninksweg 7 werd er flink op los geoefend. Henk achter de piano en ik op de contrabas.' Samen traden ze op in 'Tearoom Victorie' aan de Haverstraat, terwijl de jeugd van een glaasje prik genoot. 'We waren de eerste nozems van Twente. We droegen kort haar en een kuif zoals Elvis Presley. We kleurden onze eigen overhemden. Je kunt je het nu bijna niet meer voorstellen: We droegen in die tijd een bruin overhemd op een blauwe broek en een rood jasje met een gele stropdas. En alsof dat nog niet genoeg was, droegen we ook nog gestreepte sokken en suède schoenen!'

Hij vervulde zijn diensttijd bij de Koninklijke Militaire Kapel, waarbij hem de mogelijkheid werd geboden te studeren aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Naast de klarinet en de contrabas was de cello als derde instrument verplicht, waarvan de aanschaf zijn vader ongeveer een jaarloon kostte. Terug in Enschede trouwde hij met het meisje dat een kind van hem verwachtte. Het huwelijk hield nog geen jaar stand. Later zou Gert verklaren dat hem de deur was gewezen, nadat was gebleken dat het kind niet van hem was. Eind jaren vijftig brak een gezellige tijd aan op Pathmos. Gert werkte een tijdje in de bekende galanteriezaak van Pit, tegenover de Pathmosschool ('Ik verkocht daar werkelijk van alles wat maar enigszins met de huishouding te maken had') en in een herenmodezaak. Als 20-jarige speelde hij met een dansorkest, samengesteld uit Enschedese jongens in Gronau. Hij werd daar zanger uit nood. Toen de pianist/zanger Herbert Bannink (de broer van) uit de band werd weggekocht nam Gert zijn dubbelrol over. Het nieuwe geluid leverde een contract op bij het bekende Wiener Café in Enschede.

Zijn eerste platencontract sloot hij af met Telefunken in Duitsland, waar hij optrad met het orkest van Werner Müller en zijn eerste plaatopnamen maakte. Omdat de nummers eigenlijk waren geschreven voor Freddy Quinn ging de promotie niet door. De artiestennaam Gerhard Zimmermann deed ook geen potten breken. Twee jaar later (1963) bracht CNR, de zustermaatschappij van Telefunken de nummers wel uit en stond Blumen von Tahiti gedurende acht maanden in de Nederlandse hitparade en bereikte de tweede plaats. Hetzelfde gebeurde met zijn tweede duitstalige hit Nimm deine weisse Gitarre. In datzelfde jaar ontmoette hij CNR-producer Addy Kleingeld (die later Heintje zou lanceren), die de aarzelende dan 25-jarige zanger overhaalde Ik heb eerbied voor jouw grijze haren op te nemen. Dit bleek een gouden greep. De plaat zou 350.000 keer over de toonbank gaan.

Het nummer Blumen von Tahiti en de zanger ervan hadden de interesse opgewekt van het jonge Hardenbergse zangeresje Hermien van der Weide. Tijdens een optreden in Vriezenveen kregen beiden oogcontact, wat uiteindelijk leidde tot een plek voor Hermien naast Gert in de band. In hetzelfde jaar trouwden ze. Hermien bleek over een uitstekende "tweede stem" te beschikken en het nieuwe duo Gert & Hermien had meteen al een hit met In der mondhellen Nacht. Toch bracht Gert als solo-artiest ook nog een een aantal hits op zijn naam, zoals Een moederhart een gouden hart (1964) en Schommelstoel (1965). In 1967 en 1968 was Gert Timmerman de best verkopende Nederlandse artiest. Over zijn werkwijze en zijn publiek vertelde hij in 1969 in een interview: "Ik weet wat het publiek verlangt. Een vloeiende melodie, een beetje sentimenteel klinkend, dat is wat het gemiddelde publiek in Nederland wil. Ik spreek dan over de mensen op de bouwwerken, die in de auto's zitten als chauffeur, de wegwerkers en zo, de tuinmannen en timmerlieden, mensen die niet een opleiding hebben gehad, die niet zo nodig van moeder en vader piano moesten leren spelen, die a-muzikale mensen moet je een repertoire voorleggen, dat niet al te zwaar is. Ik heb altijd gezegd: we moeten een zo rustig mogelijk repertoire hebben, met zo weinig mogelijk tekst - niet te veel woorden achter elkaar -, en de mensen moeten een fijne melodie horen, met een fijn ritme erachter ….. Dat is gewoon wat ik aanhou".

De successen leverden een fraai gelegen huis aan de rand van de Usseler Es op, heel toepasselijk "Con Amper" genoemd aangezien er amper geld was na een stevige belastingaanslag. Zakelijk was Gert Timmerman niet sterk. Vaak zou hij nog de dupe worden van gladde heren. Eind jaren zestig hadden Gert & Hermien veel tijd en geld gestoken in de door hen ontdekte Wilma (Een klomp met een zeiltje). Hun manager zou later de revenuen ontvangen. Ook werd hem de aanschaf van een muziekstudio aangepraat die alleen maar verlies opleverde. Rond 1970 (intussen met drie kleine kinderen) werd het publicitair rustiger rond het duo. Gert scoorde nog een hit met Brandend Zand en componeerde filmmuziek. Wel traden ze veel en in alle uithoeken van het land op, gedwongen door financiële perikelen. Verhalen over peppillen en drank deden de ronde en bleken achteraf op waarheid gebaseerd, hetgeen te lezen is in "Gert & Hermien : het ware verhaal" (1993).

In 1974 werd Gert bekeerd tot het christelijk geloof (Hermien was van huis uit al gelovig). Ze lieten zich dopen en sloten zich aan bij de baptisten. Ze werden graag geziene gasten in Christelijk Nederland. Ontelbare kerkdiensten en evangelisatie-bijeenkomsten werden door hen opgeluisterd. Ze traden op in programma's van de Evangelische Omroep en er waren televisie-reportages over hun reizen door Israel, waar ze ook korte tijd (in 1977) gewoond hebben.

Ze waren naar Israel gevlucht om aan de druk van de kerk(gangers) te ontkomen. Zelfs 's nachts stonden gelovigen aan de deur om advies te vragen aangaande persoonlijke problemen. In Israel zouden Gert & Hermien als reisleider optreden. Het reisbureau waarmee ze de onderneming waren gestart ging failliet. Opnieuw berooid keerden ze terug naar Usselo om vervolgens in de ban te geraken van dominee Joop Malgo van de "zware" Vrije Baptisten, waardoor vele "minder zware" christenen zich van hen afkeerden. Er zou een (achteraf gezien) lange zwarte periode van zo'n veertien jaar aanbreken in dienst van de Heer en zijn veeleisende volgelingen. Geld werd er weinig verdiend, na optredens werd er gecollecteerd en het gezin kon nauwelijks het hoofd boven water houden en moest zelfs hun huis verkopen. Een pluspunt vormden de EO-programma's waaraan ze mochten meewerken nadat ze waren gescreend op vastigheid van geloof en waren goedgekeurd. Zo maakten ze programma's onder de titel Muziek Motief, Van hart tot hart en Met muziek het land door. In het huurhuisje in Boekelo raakte hun relatie op een dieptepunt ("de rauwe speklappen vlogen door de keuken").

In 1987 kregen ze de kans een boerderijtje te huren in de buurt van Rossum, hetgeen het gevoel van vrijheid weer terugbracht en hen in rustiger vaarwater deed belanden. De twijfels over hun werk voor de kerk namen toe. De Regels van de Heer bleken nogal eens de Regels van de Dominee te zijn. Allerlei verboden, schuld en straf waren de centrale thema's. Toen ze eens optraden voor de Pinkstergemeente van Johan Maasbach werden ze verrast door de blijheid en positiviteit. De kritische kanttekeningen van het echtpaar en het optreden van Gert in een praatprogramma van Gert Berg werden niet geaccepteerd. Ze werden door Joop Malgo en de zware dominees van Het Zoeklicht, in feite hun werkgevers, uitgestoten.

Toen ze in 1990 een verzoek van Bennie Jolink om met Normaal op te treden accepteerden was de breuk met de kerk compleet. Een nieuw tijdperk brak aan. Plotseling was er weer belangstelling, dit keer vanuit een geheel andere hoek. Het succesnummer Shalalie Shalala - Alle duiven op de Dam werd opnieuw uitgebracht in een house-uitvoering, die ze ook samen met hun dochters ten gehore brachten voor een jong publiek in discotheken. Ze werden langzamerhand een cult-act. Intussen waren beide dochters bloot in de Playboy verschenen. Het boek "het ware verhaal" was verschenen en de belevenissen van de familie Timmerman werden breed uitgemeten in de roddelbladen.

In oktober 1997 werd Hermien tijdens een optreden getroffen door een hartaanval, waardoor het zangduo ophield te bestaan. Gert ging het programma Gert's Jukebox presenteren bij TV-Oost. Na haar herstel voelde Hermien niets meer voor optredens met de man "naar wie ze tijdens optredens niet meer verliefd kon kijken" en in 1999 werd de scheiding tussen hen beiden bekend gemaakt. Gert ging ondermeer een duo vormen met zijn zoon Gert jr. In 2002 trouwde hij met Babs Stoevenbeld. De dochters Sandra en Sheila maakten deel uit van de band She She & the He Devils. Op 23 mei 2003 overleed Hermien op 59-jarige leeftijd op tragische wijze nadat ze al enkele jaren aan een nierziekte had geleden.

In zijn nieuwe woonplaats Overdinkel heeft Gert een studio gebouwd, waar hij in 2004 een geheel zelf volgespeelde instrumentale cd opnam. In november 2005 bracht het KRO-programma Profiel Gert Timmerman negatieve publiciteit door interviews met zijn dochters, die weinig vleiend over hun vader spraken. Dit leidde weer tot reacties van Gert in de roddelbladen en onder meer bij de talkshow van Barend en van Dorp. Eind november 2005 verscheen de cd 'Gert Timmerman successen', waarop een aantal van zijn grootste hits zijn opgenomen.

In 2006 komt cineast Pieter Verhoeff met het plan een film te maken over het leven van de familie Timmerman. Gert en zijn dochters hebben hiervoor toestemming gegeven.

Auteur: Tonny Peters 
Geboren:   08-06-1935 Oldenzaal
Overleden:   28-10-2017 Overdinkel
Echtgeno(o)t(e):   Hermien van de Weide
Tweede echtgeno(o)t(e):   Barbara Stoevenbelt
Publicaties:   

Gert & Hermien Timmerman : het ware verhaal / opgetekend door René de Vos. Utrecht : Bruna, 1993. 189 p.

Laatst bijgewerkt op:   22-11-2017