Joannes van Doetecum (?-1605)


Joannes van Doetecum was een zoon van de glazenmaker Jan van Doetecum, ook Ter Heghe geheten, en Aeltken. Hij trouwde in 1551 te Deventer met Hilleke Derks, een dochter van de Deventer stadsmetselaarsbaas, meester Derk Steenmetzeler, en Marieke. Van Doetecum overleed te Haarlem in 1605. Zijn vrouw was hem in 1602 voorgegaan.

'Meyster Johan van Dotteckum die jonge' wordt in de Deventer archivalia slechts sporadisch genoemd. In 1555 en 1563 is zijn beroep 'glasemaicker', in 1577 'kunstsnyder' (kopergraveur) en in 1580 'kartenschryver' (kaartschilder). Joannes heeft slechts in zijn jonge jaren het beroep van zijn vader uitgeoefend. Het vaderlijke bedrijf in de Engestraat werd voortgezet door zijn broer Bartholt. De carrière van Joannes als kopergraveur, kaartmaker en uitgever van kaarten en prenten kan het beste worden achterhaald aan de hand van zijn omvangrijke grafische oeuvre.

Het vroegst gedateerde werk stamt uit 1559: een in Antwerpen uitgegeven prentenserie van vierendertig bladen, die de uitvaartplechtigheid van Karel V voorstelt. De prenten werden uitgegeven door Hiëronymus Cock. De befaamde Antwerpse boekuitgever Christoffel Plantijn gaf de bijbehorende tekst in boekdruk uit. De reeks is gesigneerd door Joannes en zijn broer Lucas van Doetecum.

Gezien de importantie van deze uitgave en de technische kwaliteit van het grafische werk (een mengeling van gravure en ets) zullen deze broers al enige jaren hebben samengewerkt. Hun oudste werken zijn waarschijnlijk anoniem door Cock uitgegeven. In de jaren vijftig en zestig leverden Joannes en Lucas belangrijk werk voor Cock: ornament- en architectuurprenten naar inventie van de voornaamste Nederlandse ornamentontwerpers van die tijd, Hans Vredeman de Vries en Cornelis Floris, landschappen naar Pieter Breughel de Oude en Hans Bol, en vele geografische kaarten.

In de jaren zestig werkten Joannes en Lucas ook voor Cocks grote concurrent in Antwerpen, Gerard de Jode, eveneens uitgever van kaarten en prenten. Voor De Jode etsten de Van Doetecums soortgelijk werk. In deze periode tekende Joannes ook een kaart in opdracht van het Deventer stadsbestuur, namelijk een uit 1567 daterende kaart van de Epserweerd. In 1570 overleed Cock, maar een andere belangrijke opdrachtgever had zich al aangediend: de kartograaf Abraham Ortelius. Rond 1570 etsten de broers verscheidene kaarten voor de twee eerste in druk verschenen wereldatlassen: het Theatrum Orbis Terrarum van Ortelius (1570) en het Speculum Orbis Terrarum van De Jode, dat terzelfdertijd gereed kwam maar pas in 1578 verscheen.

De beide broers werkten vóór 1578 dus vooral in Antwerpen. De overgang van de stad Deventer naar Staatse zijde in 1578 en de daarop volgende religievrede, maakten het voor de hervormde Joannes aantrekkelijk om naar zijn geboortestad terug te keren. Het verraad van Stanley in 1587, waardoor de stad opnieuw in Spaanse handen viel, verhinderde een permament verblijf. Een Deventer adres komt overigens pas voor op een prent, gedateerd 1583. Het betreft een prent met het bijbelse thema van de 'Enge en de Brede Weg', door Joannes van een antiroomse strekking voorzien. Het is dus mogelijk dat Joannes niet in 1578 naar Deventer terugkeerde maar Antwerpen pas verliet toen in 1582 een beleg op de Scheldestad door de Spanjaarden was te voorzien.

In 1584 verscheen in Leiden bij Chr. Plantijn de beroemde zeeatlas 'Spieghel der Zeevaert' van Lucas Jansz. Waghenaer. De kaarten voor deze eerste gedrukte zeeatlas waren tussen 1580 en 1584 door Joannes geëtst. Geen kaart uit die jaren draagt nog de medesignatuur van Lucas van Doetecum, die waarschijnlijk reeds was overleden. De Deventer periode 1583-1587 was niettemin een vruchtbare tijd, mede omdat zijn oudste zoon Baptista nu oud genoeg was om zijn vader als etser bij te staan. In maart 1584 betaalde de stad Deventer een vergoeding voor het tekenen van een aantal kaarten, onder meer een nieuwe kaart van de stad. Enige maanden later tekende Joannes '3 kleyne Averisselsche karten' en nog in hetzelfde jaar gaf hij een gedrukte wandkaart van Overijssel, Friesland, Groningen en Drente in zes bladen uit en een kaart van Gelderland in één groot blad, alle geëtst door Baptista.

In Haarlem, waar hij in 1587 zijn toevlucht had gezocht, volgde voor Van Doetecum opnieuw een vruchtbare periode. Hij etste veel kaarten en prenten in opdracht van of samen met grote uitgevers in Holland, met name de Amsterdammer Cornelis Claesz. Tot aan de eeuwwisseling etste Joannes - af en toe in samenwerking met Baptista en later ook met zijn andere zoon Joannes junior - kaarten van kartografen als Petrus Plancius en Waghenaer maar ook illustraties bij reisjournalen zoals die van Jan Huygen van Linschoten. Daarnaast bleven de Van Doetecums kaarten en prenten voor eigen rekening uitgeven.

Tegen het einde van de eeuw gingen vader en zonen ieder hun eigen weg. Baptista vertrok naar Amsterdam, het centrum van kartografie en uitgeversactiviteiten, Joannes junior naar Rotterdam, waar hij in 1630 zou overlijden. Joannes senior bleef in Haarlem wonen, waar hij in 1605 overleed.

Auteur: H. J. Nalis

Uit: Overijsselse Biografieën

Overleden:   circa 1605 Haarlem
Vader:   Jan van Doetecum, ook Ter Heghe geheten
Moeder:   Aeltken
Echtgeno(o)t(e):   Hilleke Derks
Publicaties:   -SJ. Fockema Andreae, Van Doetecum's kaart van 1606 van Overlsel und Friesslandt sampt de Omlanden van Groeningen, Assen 1945 -G. Schilder, Monumenta Cartographica Neerlandica, I, Alphen aan den Rijn 1986, 3-37
Laatst bijgewerkt op:   27-02-2014