Jan Cremer sr. (1877-1942)


Jan Cremer sr. wordt op 30 november 1877 geboren in Enschede. Hij is daar in eerste instantie werkzaam als bankwerker en elektricien, wijkt even uit naar Duitsland, maar keert terug voor het vervullen van de diensttijd bij de marine. Werkloosheid drijft hem in 1898 naar Amsterdam, waar hij werk vindt als smid. Daar ontmoet hij Margaretha Elisabeth Smit met wie hij in 1901 in Enschede in het huwelijk treedt. Na eerst nog een tijd in Driebergen als elektromonteur werkzaam te zijn geweest, gaat Cremer sr. aan de slag bij de Heemaf in Hengelo. In die hoedanigheid begint hij zijn werk te koppelen aan reizen. Onder meer naar het Midden-Oosten en Noord-Afrika.

Later, als hij zijn eigen zaak heeft in Enschede, blijft hij reizen. Met enige regelmaat hangt hij een bord met het opschrift ‘Voor onbepaalde tijd gesloten’ op zijn winkeldeur en trekt de wijde wereld in. Zo reist hij al voor 1920 met zijn broer Cornelis, die een houthandel heeft in Parijs, door ‘donker Afrika’ om hout te kopen. Maar hij maakte ook voetreizen naar Locarno en dwars door de Pyreneeëen naar Zaragossa. Zijn grootste prestatie als wereldreiziger is echter de reis per fiets naar Palestina, van mei 1937 tot januari 1938, waarvan hij verslag doet in De Nieuwe Hengelosche Courant. Als fietsende globetrotter heeft hij ook contact met zijn ‘concullega’s’ Monnink en Damhuis (‘Met fiets en tent naar de Oriënt’).

Vrijdenker
Behalve vrijbuiter en wereldreiziger, is Jan Cremer sr. ook een vrijdenker, als publicist actief in de socialistische en anarchistische beweging. Hij komt al op heel jonge leeftijd in aanraking met het socialistische en anarchistische gedachtegoed. Door zijn vijf jaar oudere broer Cornelis, die hem aanspoort daarover te lezen en hem meeneemt naar propagandabijeenkomsten. Zo is de dan pas 6-jarige Cremer er bij als Ferdinand Domela Nieuwenhuis in 1885 in de roerige textielstad Enschede voor het eerst een lezing houdt onder de titel ‘Wie zijn de dieven?’. Jaren later zal Cremer zijn herinneringen aan deze en andere vormende ervaringen in de vaak heftige strijd tegen sociaal onrecht optekenen in tijdschriften als ‘De Vrije Socialist’, ‘Morgenrood’ en ‘Recht door zee’. In 1907 publiceert hij een brochure onder de titel ‘Eene stem om recht’, waarin hij uitvoerig en goed gedocumenteerd zijn ontslag als monteur bij de Electrische Centrale Driebergen-Doorn aanvecht. En en passant in felle bewoordingen de hardvochtige bazen in het algemeen hekelt en zijn ongebroken geloof in een socialistische heilstaat blijft verkondigen. Midden jaren ’20, als Cremer in Enschede inmiddels ‘eigen baas’ is, schrijft hij een fel pamflet naar aanleiding van een (verloren) rechtszaak over zijn medewerking aan een ‘perpetuum mobile’, uitgevonden door ene Hein Bannink en gefinancierd door gerechtsdeurwaarder Eduard Johannes Schnitger.

Natuur
Cremer sr. publiceert niet enkel over sociaal en ander onrecht, maar – met evenveel passie en kennis – over zijn reiservaringen en ook de natuur. Dat laatste onder meer in het Twentsch Dagblad Tubantia. In 1930 komt de belangwekkende vlinderverzameling van Cremer, dankzij een schenking van Alfred Menko Warendorff, in het bezit van de Enschedesche Museum Vereeniging.

Opvallende verschijning
In de grauwe fabrieksstad Enschede is Cremer een opvallende verschijning, met zijn rijzige gestalte en onafscheidelijke gleufhoed. Hij gedraagt zich als een man van de wereld, neemt geen blad voor de mond en geniet een roemruchte reputatie als vrouwenveroveraar. Ook als getrouwd man – sinds 1939 met de veel jongere Hongaarse Rosza Csordas Szomorkay-Wendl – houdt hij er in diverse Europese steden, maar ook in Enschede en omgeving, talloze liefjes op na. Jan Cremer sr. overlijdt op 12 november 1942 in het Enschedese ziekenhuis Ziekenzorg. Hij laat, midden in de Tweede Wereldoorlog, een jonge weduwe en een zoontje van 2 jaar in materieel opzicht volledig berooid achter. Wat hij zijn zoon Jan echter wel via de genen als ‘bagage’ meegeeft is zijn onafhankelijke geest, reislust en schrijftalent…..

Auteur: Ben Siemerink
Geboren:   30-11-1877 Enschede
Overleden:   12-11-1942 Enschede
Echtgeno(o)t(e):   Margaretha Elisabeth Smit
Tweede echtgeno(o)t(e):   Rosza Csordas Szomorkay-Wendl
Publicaties:   Jan Cremer (sr.). Op de fiets de wereld in, met een voorw. Van Jan Cremer jr. Amsterdam, De Bezige bij, 1978 Jan Cremer (sr.). Het perpétuum-mobile. Amsterdam : Loeb & Van der Velden, 1978 Fotomech. herdr. van de uitg.: [S.l.] : Comité voor de rechten van den mensch, 1929 Ben Siemerink. Wij, Jan Cremer Wereldreizigers In: Mijn Stad Mijn Dorp, historisch tijdschrift Overijssel. 2010, no. 3, p. 10-15
Laatst bijgewerkt op:   20-11-2014