Bets(ie) ter Horst (1908-1997)
Bets(ie) ter Horst kwam uit een gezin, waarin sport een belangrijke rol speelde. Haar broers deden aan atletiek en waren verdienstelijke hoog- en verspringers. In 1921, op haar dertiende, werd ze lid van gymnastiekvereniging Hercules, kort daarop stapte ze over naar de atletiekpoot van deze vereniging. Vrouwensport was nog geen gemeengoed en trainen met blote benen was ‘not done’. Betsie deed het wel, zoals ze ook een trainingspak kocht. Daar moest je lef voor hebben, want een vrouw met broek baarde helemaal veel opzien. Al haar trainingsarbeid was gericht op deelname aan de Olympische Spelen in 1928 in eigen land.
Tijdens deze spelen in Amsterdam werd ze op haar favoriete afstand de 100 meter in de series uitgeschakeld. Op de 100 meter estafette drong ze met haar teamgenotes Lies Aengenendt, Rie Briejer en Nettie Grooss wel door tot de finale. Hierin behaalde het Nederlandse team een vijfde plaats. Een jaar voor de Spelen was zij de eerste Nederlands kampioen hoogspringen ooit. Zij werd in 1929 met 12,7 Nederlands recordhoudster op de 100 meter, en in 1933 Nederlands recordhoudster op de 80 meter horden in 12,2. Totaal zeven Nederlandse titels behaalde ze in de disciplines 100 meter, 80 meter horden en hoogspringen.
In 1930 nam Bets ter Horst deel aan de Wereldspelen voor vrouwen in Praag, waar ze doordrong tot de finale en vijfde werd. Ze werd tot verbazing van velen niet geselecteerd voor de Olympische Spelen in 1932 in Los Angeles. Zij behoorde tot de top van Nederland, maar vriendjespolitiek was er de oorzaak van dat de atlete uit ‘het verre oosten’ niet naar de Verenigde Staten mocht afreizen. De fout werd later wel erkend, maar de Atletiek Unie en het Olympisch Comité wezen elkaar als schuldige aan. Tegelijk met de Spelen werden de Nederlandse kampioenschappen gehouden, waar Bets de honderd meter won. Ze weigerde haar medaille in ontvangst te nemen, want ze vond dat ze de prijs pas echt verdiend had wanneer ze zich had kunnen meten met Tollien Schuurman, Nederlands beste sprintster op dat moment, die op dat tijdstip dus in Los Angeles verbleef. Bets ter Horst bleef daarna nog een tijdje doorgaan met het leveren van uitstekende resultaten. Bij ontmoetingen met de wereldtop op de horden, werd ze tweede in het White City Stadium in Londen en won ze een internationale wedstrijd in Schaerbeek (België).
In 1936 had Bets ter Horst nog weer in aanmerking kunnen komen voor de training voor de Olympische Spelen in Berlijn. Ze zag daar echter van af. De reden was het opkomende antisemitisme. Ze had bij wedstrijden in Londen gezien dat Duitse atletes weigerden met joodse collega’s in één bus te reizen. Net als bij de Zwolse atleten Tollien Schuurman en Wim Peters het geval was, stuitte de nazi-propaganda rond de Spelen in Berlijn haar tegen de borst. Het niet deelnemen was voor haar ook een reden te stoppen met atletiek. Betsie was getrouwd met Marinus Wilmink die in de voetbalsport actief was.
Auteur: Redactie van deze website
Geboren: | 02-02-1908 Hengelo | |
Overleden: | 09-03-1997 Hengelo | |
Publicaties: | Bronnen: Betsie ter Horst (1908-1997), 'het Olympisch vuur in de benen'. In: Rinus Scholten. Het zout in de pap: levensschetsen van markante Hengeloërs, deel 1. 1998. Wikipedia | |
Laatst bijgewerkt op: | 06-03-2014 |