J.C. Keller (1899-1977)


Op 1 januari 1977 stierf Ir. Johan Christiaan Keller, bijna 78 jaar oud, grondvester van Wavin en in menig opzicht een uiterst opmerkelijk man. Hij was op 18 maart 1899 te Apeldoorn, als zoon van een makelaar in onroerend goed, geboren, volgde de HBS aldaar en sloot deze studie in 1916 af met het toenmaals nog vereiste staatsexamen. Hij was een uitblinker in de exacte vakken. Na zijn studietijd was het zijn wens, in Delft scheikunde te studeren. Zijn vader evenwel besliste, dat het een studie voor civiel ingenieur zou zijn en dat werd het. Na een jaar bezon de heer Keller Sr. zich en vond alsnog goed, dat het scheikunde werd. Keller Jr. was koppig en bleef bij de eenmaal begonnen studie, en studeerde in 1921 af als civiel ingenieur. Zo was Keller. Het heeft hem zijn gehele leven gespeten, dat hij niet chemie had gestudeerd.

Tijdens zijn studietijd was hij een tijdlang, als invaller, leraar in de wis- en natuurkunde aan een school in Alphen aan de Rijn. Daar werd hij 21 jaar. Zijn leerlingen verrasten hem met een taart, waarop was gespoten: 'Voor de Meerderjarige'. Er bestaat een aardige foto, waarop hij, zelf nog jong, tussen zijn leerlingen in het gras zit.

Na afsluiting van zijn studie was hij een tijd op een ingenieursbureau te Delft werkzaam; hij werkte in dit kader ook een half jaar in Duitsland als ingenieur in de mijnen. Op het ingenieursbureau moest hij bruggen berekenen en ook calculaties maken. Uit die tijd stamt zijn spreuk: 'De voorcalculatie wordt door de concurrentie gemaakt', d.w.z. voor de prijs, waarvoor de concurrentie het kan doen, moet het bij ons ook kunnen, tenzij het te gek is. Maar de concurrentie geeft ook aan, hoever men kan gaan, en waar men beneden moet blijven. Hij heeft deze spreuk in zijn latere leven veelvuldig gehanteerd.

In 1924 werd Keller, toen dus 25 jaar oud, benoemd tot directeur van de Gemeentebedrijven van Hoogeveen. Daaronder ressorteerden ook water en gas. De toenmalige burgemeester streefde naar een actief industrialisatiebeleid om het werkloosheidsvraagstuk te bestrijden. Hij vond in Keller een geïnspireerd medestander. Zo kwam Keller reeds vrijwel in het begin van zijn carrière in contact met twee gebieden, die later van dominerende betekenis zouden worden voor zijn leven en werk: water (en gas) en alles wat daarmee verband hield en het stichten van industrieën. In het stichten van verschillende industrieën in Hoogeveen had hij een actief aandeel. Keiler speelde ook een rol - hoe kan het anders - bij de oprichting, in 1926, van het waterleidingbedrijf in Hoogeveen.

De twintiger jaren waren een tijd, waarin de gedachte van de plattelandsdrinkwatervoorziening tot ontwikkeling kwam. In 1930 werd de regionale Waterleiding Maatschappij 'Overijssel' N.V. (WMO) opgericht. Keiler werd aangezocht als directeur en aanvaardde deze positie. Hij is directeur van WMO gebleven tot zijn pensionering in 1964. Sinds 1955 was hij daarnaast tevens directeur van Wavin. Bij WMO is hij zich intensief gaan bezighouden met de problematiek van het watertransport en de verschillende voor buisleidingen geëigende materialen. Dit richtte zijn aandacht op het plastic, dat in de jaren van zijn directeurschap van WMO zijn intrede in de wereld deed, en het is op dit gebied dat hij inzonderheid zijn sporen heeft verdiend. Het resultaat was meer dan alleen een voor watertransport geschikte drukbuis. Er groeiden ook andere plastic-toepassingen uit. Er groeide tenslotte Wavin uit.

Keller had, zijn aard getrouw, zich inmiddels ook met andere dingen beziggehouden. Hij trad ook stimulerend op bij de stichting van industrieën en van maatschappelijk nuttige instellingen in Overijssel, o.a. het ETIO (Economisch Technisch Instituut Overijssel), dat vele jaren in het kantoorgebouw van WMO gehuisvest was (evenals in het begin trouwens ook Wavin). In oorlogstijd werd hij, naast zijn functie als directeur van WMO, assistent en rechterhand van de Gemachtigde voor de Wederopbouw, Or. Ir. J. A. Ringers. Na de oorlog wijdde hij zich geheel aan de waterleiding - en later aan Wavin. De verschillende activiteiten van Keller komen in deze Wavin-geschiedenis uiteraard, voor zover zij op deze onderneming betrekking hebben, ter sprake.

Vermeld moge hier reeds worden, dat Keller, na zijn aftreden als directeur bij Wavin, voortging zich bezig te houden met ingewikkelde technische - maatschappelijk uitdagende - problemen. Speciaal betrof dit het principe van zowel de winning van drinkwater uit (industrieel) afvalwater, als het terugwinnen van waardevolle bestanddelen daaruit (eiwitten, zetmeel) langs de weg van membraanfiltratie. Temidden van dit werk, nog onvoltooid, is hij gestorven, tot het laatst actief. Keiler vervulde gedurende vele jaren verschillende functies op maatschappelijk gebied buiten dat van het bedrijfsleven.

Wij hebben deze karakterschets en biografische notities aan het Wavin-verhaal willen doen voorafgaan om de persoon te eren, aan wie Wavin haar ontstaan dankt en om hen, die in de Wavin-geschiedenis en in de ontwikkeling van de plastic buis belang stellen, een beeld te geven, wie Keiler was. Hij was een uitermate zelfstandig en individualistisch denkend en werkend man. Maar ook Keiler heeft het niet alleen gedaan. Daar waren zijn superieuren, die van WMO (vertegenwoordigers van de provincie Overijssel en burgemeesters in die provincie) en de aandeelhouders, Commissarissen en wel in het bijzonder de Gedelegeerd Commissarissen van Wavin. Met hen heeft Keller, en heeft ook later de directie van Wavin steeds vruchtbaar overleg gepleegd. Voor hen gold het adagium: als Commissarissen niet bestonden, zou men ze moeten uitvinden.

Keiler heeft voorts gesteund op het werk van anderen, binnen en buiten het eigen bedrijf. Er zijn velen, aan wie Keiler, hetzij langs de weg van inspiratie, hetzij door overleg of corrigerend, veel te danken heeft. Zijn kennissenkring reikte, vooral in de laatste jaren, zeer wijd, praktisch over de gehele aardbol. Hij heeft een geniale visie gehad in een nieuw aanbrekend tijdperk, dat van de plastics, en die visie met grote vasthoudendheid doorgezet in de praktijk. Zijn werk is tenslotte door anderen voortgezet, geconsolideerd en uitgebouwd tot ver boven zelfs door hem in de aanvang geziene proporties. Zijn filosofie: iets goeds, maatschappelijk nuttigs, te scheppen met de nieuwe mogelijkheden die de tijd biedt, deze idee is gebleven en is door alle jaren de basisgedachte van Wavin geweest.

Bron: J.F.P. Dijkhuis. Wavin: de geschiedenis van een idee. Zwolle, Waanders, 1980
Geboren:   18-03-1899 Apeldoorn
Overleden:   01-01-1977 Zwolle
Laatst bijgewerkt op:   19-03-2014