Willem Koch (1829-1922)


Willem Koch werd geboren te Valburg op 28 januari 1829 als zoon van Johann Diederich Conrad Koch, hervormd predikant, en Fokel Geertruid Moltzer. Hij overleed te Kampen op 17 mei 1922.

Koch begon zijn loopbaan en opleiding op 24-jarige leeftijd bij W. de Waal, architect en ingenieur te Arnhem, waar hij als bouwkundig opzichter en tekenaar werkte. In 1854 trok hij naar Groningen om bij de architect J. Maris soortgelijk werk uit te voeren. In mei 1857 vestigde hij zich als zelfstandig architect te Zwolle. In Zwolle vonden na het midden van de negentiende eeuw de eerste grote stadsuitbreidingen plaats. Tussen het in 1864 gebouwde station en de binnenstad verrees de deftige Stationswijk. Voor de groeiende stroom arbeiders die werk vonden bij de spoorweg, werden in de wijk Assendorp huizen gebouwd.

Willem Koch mocht in 1860 voor de Vereeniging tot Verbetering der Arbeiderswoningen een complex van 20 woningen en een winkel ontwerpen. Kort daarvoor was deze vereniging opgericht door een aantal Zwolse notabelen. Ook Willem Koch en zijn toekomstige schoonvader Louis Vroom hoorden tot de idealistische initiatiefnemers. 'Sociale woningbouw' werd in die tijd door het liberale gemeentebestuur van Zwolle overgelaten aan particulieren. Ieder huisje van dit complex kreeg vier slaapplaatsen, een zolder met een zoldertrap, een kelder, een gootsteen, een secreet en een afvoer op het riool. In 1863 kwam een tweede complex woningen voor deze vereniging van zijn hand gereed. Meer prestigieuze opdrachten volgden, met als opdrachtgevers mensen uit de kring van aandeelhouders van deze vereniging.

Op 7 mei 1862 verwoestte een brand het grootste deel van de binnenstad van Enschede: huizen, scholen, kerken en fabrieken gingen teloor. Voor de herbouw werd ook Willem Koch ingeschakeld. Ten behoeve van de fabrieksgebouwen van de firma's Blijdenstein & Co. En J. Stroink & Zn. maakte hij in ruime mate gebruik van gietijzer, wat destijds een vrij nieuw en modern bouwmateriaal was.

Toen in 1863 de functie van stadsarchitect van Kampen vacant kwam, kon Willem Koch al bogen op een aanzienlijke klantenschaar. Dit was mogelijk een reden waarom hij door Burgemeester en Wethouders van Kampen als nr. 1 op de voordracht werd geplaatst. Per 1 januari 1864 ging de benoeming tot stadsarchitect in. Waarschijnlijk was Koch al enige tijd in Kampen werkzaam geweest met de aanleg van plantsoenen, voordat de tuinarchitect J.D. Zocher daar speciaal mee werd belast. In de daarop volgende dertig jaar dat hij deze functie uitoefende, heeft hij zich met talloze Kamper bouwwerken beziggehouden. Dit varieerde van verbouwingen aan het stadswerkhuis en de 'kosteloze school aan de Vloeddijk' tot de aanleg van een ventilatiesysteem in de schouwburg, een riool in de Cellebroederspijp of een neo-gotische kapel op de Algemene Begraafplaats. Ook had hij bemoeienis met de restauratie van de toren van de Onze Lieve Vrouwe- of Buitenkerk. Volgens de toen geldende opvattingen werd de toren in een staat gebracht zoals die idealiter had kunnen zijn. Nu verkreeg de toren zelfs kantelen en hoektorentjes! Bij de restauratie in 1950 verdwenen ze weer. Eén van de objecten waarmee Willem Koch in de herinnering van vele Kampenaren bleef, was de samen met J. Krijger ontworpen hulpbrug over de IJssel. In 1883 bleken de pijlers van de IJsselbrug zo verzakt, dat tijdelijk een houten brug moest worden geslagen.

Algemeen wordt echter het gebouw van het gymnasium en de H.B.S., dat hij in 1880 ontwierp, als zijn belangrijkste werk beschouwd. Dit gebouw zou echter ook voor de nodige problemen zorgen, daar vooral de deugdelijkheid van de ondergrond kwestieus was. Externe adviseurs bleken niet duidelijk te kunnen bepalen of er geheid moest worden. Ook Kochs visie hierop was enigszins weifelend, hetgeen bij enige leden van de gemeenteraad twijfel deed rijzen aan zijn deskundigheid. Dit was mede de oorzaak dat er in 1885 een directeur der gemeentewerken werd aangesteld. Deze kwam boven zowel het hoofd van de stadswaterwerken als de stadsarchitect te staan. Gedurende de rest van zijn ambtelijke loopbaan was de glans van zijn functie wel verdwenen. Toen hij met pensioen ging, werd er dan ook geen nieuwe stadsarchitect meer aangesteld. De directeur gemeentewerken kreeg daarop een wat hoger salaris en zou voortaan worden geassisteerd door een ambtenaar 'van mindere rang' voor het tekenwerk. Na zijn pensionering in 1894 vestigde hij zich gedurende zes jaar als particulier architect te Kampen, handelende onder de firma W. Koch & Zoon. In 1900 verhuisde hij naar Zwolle.

Net als zijn voorgangers gaf Willem Koch onderwijs in het 'regtlijnig' of bouwkundig tekenen, aan de Burgeravondschool en de Stadstekenschool. Tijdens zijn lessen heeft hij ‘steeds zijn voorliefde voor de klassieke richting laten uitkomen. De "vijf orden van Vignola" waren voor hem een blijvende grondslag', zoals de Kamper Courant over hem wist te melden. Ook was hij gedurende vele jaren lid van de Openbare Gezondheidscommissie te Kampen. Na Willems vestiging te Zwolle als zelfstandig architect nam hij zijn elf jaar jongere broer Frederik Christiaan als leerling aan. Vervolgens vormden zij samen een architectenbureau. Belangrijke werken werden door hen uitgevoerd, zoals nogal wat grote villa's buiten de stadsgrachten in Zwolle, waarvan in ieder geval nog bestaan die aan de Van Royensingel 4 (1873), de Badhuiswal 8-9, Beukenallee 1 (1875) en Emmawijk 23 (1880). De Spaarbank van 't Nut tot het Algemeen aan de Blijmarkt (1889) is een nog altijd bestaand voorbeeld van hun utiliteitsbouw. Hun medewerking werd ook ingeroepen bij de verbouwing van de havezate Singraven bij Denekamp. Hier is echter het werk afgemaakt door L. H. Eberson. In 1867 vond naar het neo-romaanse ontwerp van de beide Kochs de nieuwbouw plaats van de Nederlandse Hervormde kerk te Heino. De kerk te Gramsbergen werd door hen in 1878 in neo-renaissancestijl ontworpen en die in Genemuiden verrees in 1883 in neo-gotische stijl. Voor de vrijmetselaarsloge Fides Mutua te Zwolle werd in 1869 een verbouwingsplan gemaakt, waarvan de toen gebouwde tempelzaal nog steeds bestaat. In 1888 werd het door hen ontworpen gebouw van de Kamper loge aan de Bovennieuwstraat in gebruik genomen. Frederik Christiaan zelf is bekend geworden als de ontwerper van de synagoge te Zwolle in de Schoutenstraat (thans Samuel Hirschstraat) in 1897.

Buiten zijn werk onderhield Willem Koch uitgebreide sociale contacten. Hij was achtereenvolgens lid van de Groninger vrijmetselaarsloge l'Union Provinciale, de Kamper loge Le Profond Silence en de Zwolse loge Fides Mutua. Van deze laatste twee was hij ook voorzitter. In 1864 was Willem Koch voor een korte tijd onder-schrijver van de Rederijkerskamer Rhijnvis Feith te Zwolle. Na zijn verhuizing was hij jarenlang commissaris van de Rederijkerskamer Van der Palm te Kampen. Ook treffen we hem aan onder de bestuursleden van de Badsociëteit. Op 93-jarige leeftijd overleed Willem Koch, thuis in zijn huis aan de Oudestraat te Kampen, onverwacht 'in den leunstoel bij zijn schrijftafel'. Tot het einde toe was hij nog erg vitaal en levendig gebleven, waardoor hij op dat tijdstip werd beschouwd als de meest krasse inwoner van Kampen. Hij was naar die stad teruggekeerd, nadat zijn zoon, ook architect van beroep, uit Zwolle was vertrokken naar Utrecht. Zijn vrouw en drie van zijn kinderen waren hem in de dood voorgegaan. Bij zijn begrafenis prees ds. Vis zijn arbeid, zijn stemming en zijn geloof.

Willem Koch huwde te Zwolle op 10 maart 1864 met Petronella Catalina Vroom, dochter van de hervormde predikant Louis Vroom en Catalina Geertruida Brouwer. Uit dit huwelijk werden zes kinderen geboren.

Auteur: A.J. Gevers (Uit: Overijsselse biografieën)

Zie ook: Koch & Koch een architectenfamilie rond 1900 In: Informatieblad monumentenzorg en archeologie in Zwolle, nr. 16 (december 1992)
Geboren:   28-01-1829 Valburg
Overleden:   17-05-1922 Kampen
Vader:   Johann Diederich Conrad Koch, hervormd predikant
Moeder:   Fokel Geertruid Moltzer
Echtgeno(o)t(e):   Petronella Catalina Vroom
Publicaties:   Belangrijkste bronnen: - GA Kampen, Nieuw Archief - GA Zwolle, archief van de Vereeniging tot verbetering der arbeiderswoningen - Kamper Courant, 19 mei 1922
Laatst bijgewerkt op:   19-03-2014