Frits Drijver (1897-1983)


Frits Albert Drijver wordt op 2 mei 1897 in Den Helder geboren als tweede zoon van de arts Aldert Willem Drijver (1864-1935) en de Duitse Elise Schörrle (1865-1952). Het gezin was Nederlands Hervormd. Enkele jaren later wordt vader Drijver huisarts in Den Haag, waar Frits naar het Nederlandsch Lyceum gaat. Frits bruist van energie, maakt graag pret en houdt niet van studeren. Na drie jaar sturen zijn ouders hem in september 1914 naar de Middelbare Koloniale Landbouwschool in Deventer, waar broer Willem al studeert. Het avontuurlijke werk van planter in Indië lijkt hen ook wel wat voor Frits. Daar richt hij met medestudenten de Deventer Mixed Hockey Club, die later fuseert met de al bestaande Deventer Hockey Vereniging (uit 1913).

Na het behalen van zijn diploma in juli 1917 gaat hij in militaire dienst. In 1919 verlooft hij zich met Riet Ankersmit (1900-1953), die hij bij de hockey heeft leren kennen. Haar vader Johan Hendrik Ankersmit (1867-1940) is exporteur van vlees- en groenteconserven, maar hij is niet tevreden met de kwaliteit van de blikverpakkingen en richt in september 1919 een blikfabriek op. Zijn a.s. schoonzoon Frits en andere schoonzoon Thomas Thomassen worden de directeuren van de vennootschap onder firma Thomassen & Drijver Blikemballagefabriek . De reden voor de oprichting was tweeledig: goede blikverpakkingen en het welzijn van zijn dochters Miep en Riet. Miep woonde namelijk met haar echtgenoot Thomas Thomassen enkele jaren in Nederlands-Indië en was er nogal ongelukkig. Kennelijk wilde vader Ankersmit voorkomen dat ook zijn andere dochter naar Indië zou gaan…

Frits Drijver doet ervaring op in de blikemballage in Duitsland en daarna in Amsterdam over het inblikken van vlees en groente. Op 2 april 1924 trouwen Frits Drijver en Riet Ankersmit. Ze wonen eerst in Deventer in de Alexander Hegiusstraat, daarna aan de Zwolscheweg (nu Gibsonstraat) en laten in 1933 een luxe villa bouwen in Epse: Het Lijstert, waar hij ook jachtgronden en enkele boerderijen aankoopt. Het paar krijgt geen kinderen, maar wordt wel pleegouders van Lies Drijver, het dochtertje van broer Willem Drijver die samen met zijn echtgenote in 1925 verongelukt.

Begin september 1920 start de productie van T&D in een pand aan de Molenstraat met twee moderne Duitse soldeermachines. De rolverdeling is helder: Thomassen is verantwoordelijk voor de financiën en administratie, Drijver voor de productie en verkoop. In eerste instantie worden er vooral bussen gemaakt voor vleesconserven, vijfhonderd per uur en van uitstekende kwaliteit. Al snel komen er orders van bedrijven uit de omgeving: Bussink (koek), Blom (groenten), Stegeman, Meester, Zendijk en IJsseldijk (vleesfabrikanten) en later ook van Zwanenburg en Hartog uit Oss. In maart 1928 verhuist de fabriek naar een groter pand, aan de Deventer Veenweg; de fabricage beloopt dan inmiddels al meer dan zes miljoen bussen per jaar.

In de beginjaren verschijnt Drijver elke ochtend stipt om zeven uur bij de fabriek op zijn knetterende motorfiets. Rond 1930 doet hij een aantal investeringen en koopt snellere productiemachines. In 1931 wordt een automatische bussenlijn in gebruik genomen. Ook legt Drijver contact met het Amerikaanse bedrijf Continental Can Company naar Nederland en het Engelse Metal Box. In 1938 produceert de fabriek meer dan honderd miljoen bussen per jaar.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog blijft T&D produceren (o.a. noodkacheltjes). Drijver loopt dankzij een bestuursfunctie bij het Rode Kruis weinig gevaar. Hij speelt een rol in het verzet in Deventer en regelt o.a. burgerkleding voor dertig gevluchte Engelse piloten. Zijn anti-Duitse houding is opvallend, aangezien zijn moeder Duitse is en hij veel in het buurland kwam bij sporttoernooien. Na 1945 kan T&D de fabricage snel opstarten dankzij de Amerikaanse relaties en in de jaren daarna voert Drijver weer vernieuwingen door bij de productie. In de oorlogsjaren leert hij Annetje Bakker Schut - de Iongh (1907-1985) kennen in het plaatselijke sportcircuit (tennis, hockey) en hij besluit te scheiden van Riet Ankersmit. In 1947 hertrouwt Drijver (in Londen) en betrekt hij met zijn nieuwe echtgenote villa Overdok in Epse.

In 1949 is Drijver een van de initiatiefnemers van een jaarlijkse technische conferentie in Parijs. Om te kunnen blijven concurreren met Verblifa (Verenigde Blikfabrieken, o.a. gevestigd in o.a. Krommenie) neemt T&D in 1952 N.V. Metaalwarenfabriek Drenthina in Hoogeveen over. Een jaar later wordt in Oss een fabriek voor vleesconservenblikken en bierbussen gebouwd. De samenwerking met Thomassen verslechtert echter en na diverse conflicten neemt deze – evenals zijn twee zoons - in 1953 afscheid van de fabriek.

Voor Drijver blijft de fabriek ‘zijn lust en leven’. In 1954 wordt hij – bij het 35-jarig bestaan – benoemd tot officier in de Orde van Oranje Nassau. Hij richt dan het F.A. Drijver Fonds op, bestemd voor financiële ondersteuning van kinderen van werknemers. Na de Hongaarse Opstand in 1956 laat hij een gevluchte student op eigen kosten studeren.

In de periode 1955-1965 groeit de blikfabrikant uit tot een echt grote verpakkingsreus. Het bezoek van koningin Juliana in 1958 beschouwt Drijver als een hoogtepunt, voor hem de erkenning als ‘captain of industry’. In het jubileumjaar 1959 werken er 3300 man in de vijf fabrieken en worden er ruim een half miljard bussen per jaar geproduceerd. Als kroon op het jubileum komt er een nieuw hoofdkantoor aan de Zutphenseweg. Het personeel schenkt een bronzen borstbeeld van Drijver, vervaardigd door de beeldhouwster Charlotte van Pallandt. In 1962 wordt weer een nieuwe fabriek in bedrijf genomen, ‘Deventer-Zuid’, maar de 65-jarige Drijver is dan geen president-directeur meer. Vanwege zijn verdiensten ontvangt hij op 17 december bij zijn pensioen de Zilveren erepenning van de gemeente Deventer en wordt hij bijgeschreven in het ‘Gulden Boek’. Enkele maanden later – 29 april 1963 - krijgt hij de Gouden erepenning van de gemeente Hoogeveen. In mei 1969 treedt hij af als president-commissaris, al blijft hij nog ‘honorabel president'. Bij dit vijftigjarig jubileum van T&D wordt hij bevorderd tot ridder in de Orde van Nederlandse Leeuw.

Drijver was een flamboyante persoonlijkheid, zeker voor het wat conservatieve Deventer. Hij droeg bijzondere dassen, reed in snelle auto’s (onder andere een exclusieve Delahaye), had succes bij vrouwen en was impulsief. Voor grote afnemers organiseerde hij bijzondere feesten, zoals een postkoetsentocht op de Veluwe of een ridderfeest op slot Loevesteijn. Ook was hij erg sportief. De sport leverde Drijver bovendien veel contacten op in de zakenwereld en nieuwe medewerkers. Bij de Deventer Hockey Vereniging (DHV) organiseerde hij wedstrijden en toernooien, zat vanaf 1917 in het bestuur, van 1923 tot 1945 als voorzitter. Ook was hij jarenlang aanvoerder van het eerste elftal en speelde hij in het Nederlandse B-elftal.

Drijver werd verder voorzitter van de Deventer Lawn Tennis Club en was een fanatiek jager. Na de oorlog organiseerde hij jaarlijks het T&D Sportfestijn en de Frits A. Drijver Sportdag voor het personeel. In 1951 richtte hij speciaal voor de medewerkers de Drijver’s Tennis Club op. Op zijn jachtterreinen in Gelderland en Zuid-Holland organiseerde hij jachtpartijen voor industriëlen als Freddy Heineken en de heren Fentener van Vlissingen en voor prins Bernhard.

Naast zijn werk voor T&D bekleedde Drijver verschillende functies en commissariaten. Hij was onder meer voorzitter van de Kamer van Koophandel en Fabrieken Salland (later gefuseerd met Twente), curator van de Technische Universiteit Twente, commissaris bij de Jaarbeurs, bij Johnson Wax, de Leidsche Wol, de Cartonfabriek Hollandia-Coevorden en bij enkele rederijen.

Na zijn aftreden verhuisden Drijver en zijn vrouw naar hun vakantiehuis De Hooghwaeck in Noordwijk. Drijver werd er bestuurslid van de golfclub, maar hij hield altijd contact met ?zijn’ fabriek. Op 23 mei 1983 overleed hij op 86-jarige leeftijd. Hij noemde zich, ‘een pionier in blik’ en was volgens eigen zeggen besmet met het ‘blikbacil’.

Auteur: drs. Lamberthe de Jong
Geboren:   02-05-1897 Den Helder
Overleden:   23-05-1983 Noordwijk
Vader:   Aldert Willem Drijver (1864-1935), arts
Moeder:   Elise Schörrle (1865-1952)
Echtgeno(o)t(e):   Maria Cornelia (Riet) Ankersmit (1900-1953)
Tweede echtgeno(o)t(e):   Annie (Annetje) de Iongh (1907-1985)
Publicaties:   Archieven en bronnen: - Stadsarchief Deventer: - Archief Thomassen & Drijver Blikemballagefabrieken N.V.; de collectie TDV (Thomassen & Drijver – Verblifa) is sinds 1982 in bruikleen bij de Deventer Musea. - Mw. A. Kattenbeld te Deventer, secretaresse van Frits Drijver. - J.W. Blom te Deventer, archivaris Deventer Hockey Club Literatuur: - Edwin Jan Bouw, Van blikslagers, vleesblikken en biervaten. Een studie over de Nederlandse plaatverwerkende emballage-industrie 1919-1950. Proefschrift (Amsterdam 1967). - Th.L.F. Geurts en mr. R.C. Hietink (red.), Veertig jaar T.D., Jubileumnummer ‘De blikpers’, personeelsorgaan Thomassen & Drijver Blikemballagefabrieken N.V. (Deventer 1959) - Clemens van Heck, ‘Het Blik. Frits Drijver’, in: Deventer De Plek (Deventer 2010) - Ewout van der Horst, Deventer Blik. Geschiedenis van arbeidsmigranten in een Nederlandse industriestad (1945-1990) (Kampen 2005) - Lamberthe de Jong, ‘Frits Drijver. 1897-1983’, in: Joop Visser, Matthijs Dicke en Annelies van der Douwe (red.), Nederlandse Ondernemers. Groningen, Drenthe, Friesland, Overijssel. 1850-1950. (Zutphen) 2011 - Mienke Simon Thomas en Evert van de Weg, Blik op Blik. Design van Nederlands Verpakkingsblik (Deventer 2010) - Carel J.H. Wevers (bewerking J. den Hertog), Terugblikken. Impressies uit de geschiedenis van de N.V.Thomassen & Drijver (Houten 1992).
Laatst bijgewerkt op:   27-02-2014