Aart Willem van Wijk (1852-1918)
Aart Willem van Wijk werd geboren op 14 april 1852 te Weesp als zoon van Nikolaas van Wijk, predikant, en Anna van Ameijden van Duijm. Van Wijk overleed te Zwolle op 13 maart 1918.
Op de middelbare school geboeid door de wiskunde, trad hij toch in de voetsporen van zijn vader door theologie te gaan studeren in Leiden. Na zijn studie werd hij in 1876 predikant in Krimpen aan de IJssel, waar hij al snel in conflict raakte met de in meerderheid rechtzinnige gelovigen. In 1880 nam hij een beroep naar Stad Delden aan. Aan dit beroep naar Delden ging de nodige commotie vooraf. Baron Brantsen van de Zijpe die na de dood van de vrijzinnige collator J.D.C. van Heeckeren van Wassenaer (van Twickel) als voogd van diens minderjarige kinderen optrad, wilde zelf het collatierecht uitoefenen en twee rechtzinnige predikanten benoemen. Er kwam er één, maar de andere plaats bleef vacant tot de oudste zoon meerderjarig werd. Deze stemde in 1880 in met de beroeping van Aart Willem van Wijk. De zes jaren die volgden, noemde Van Wijk later de gelukkigste van zijn leven. Zowel in het persoonlijke vlak als ook theologisch vond hij zijn draai in deze overzichtelijke gemeente.
In 1886 nam Van Wijk een beroep aan naar Zwolle, waar hij tot zijn emeritaat predikant zou blijven. Van Wijk was hervormd predikant, maar daarnaast actief binnen de vrijzinnige Nederlandsche Protestantenbond. Eenmaal in Zwolle was het echter niet alleen de theologie die hem bezighield. Van Wijk zag de maatschappelijke problemen die eind negentiende eeuw in de steden steeds actueler werden, waarbij vooral die ten gevolge van het gebruik van sterke drank hem ter harte gingen. Van Wijk, zelf geheelonthouder, wees op het verband tussen woningnood en arbeidsduur enerzijds en drankgebruik anderzijds, en zette zich in voor de drankbestrijding, onder meer als voorzitter van de afdeling Zwolle van de Nederlandsche Vereeniging tot Afschaffing van Alcoholhoudende Dranken. In levendige bewoordingen pleitte Van Wijk voor bescherming van de arbeiders. In Zwolle was de nood volgens hem het hoogst rond de plaatselijke veemarkt. "Zeven vergunningen vlak bij elkaar" leidden tot "zijdelingsche drinkdwang" . Maar de misstanden golden de gehele stad, waar volgens hem in mei 1914 "280 gelegenheden tot drankverkoop en bovendien nog 55 bierhuizen" waren. Vooral maakte hij zich zorgen over nieuwe 'voorsteden' als Assendorp, waar zich vergunninghouders uit de binnenstad vestigden.
Via de drankbestrijding kwam Van Wijk ook met het opkomende socialisme in aanraking. Hij hield distantie tot de Sociaal-Democratische Arbeiders Partij maar sprak wel in 1899 tijdens de 1 mei viering van de afdeling Zwolle in Frascati over de geheelonthouding. De verbondenheid van de blauwe vlag van de geheelonthouding en de rode van het socialisme zou tot een nieuwe en betere wereld moeten leiden. Van Wijk behoorde tot de eerste christen-socialisten in Nederland. Maar hij waarschuwde dat het christelijk socialisme zich niet mocht laten inlijven door de SDAP. Weliswaar waren de doeleinden van socialisten en christen-socialisten grotendeels dezelfde, maar dat gold niet voor de middelen. Van Wijk keerde zich op religieus-ethische gronden tegen de klassenstrijd en verweet de socialisten bovendien het "stoffelijk belang" als het hoogste goed te zien.
In 1901 overwogen enkele predikanten, van wie de meesten in Leiden hadden gestudeerd, een eigen politieke partij op te richten. Deze predikanten hadden de ellende van het Leidse fabrieksproletariaat gezien en waren later vaak werkzaam geweest in Friesland, waar ze ook de armoede op het platteland ten gevolge van de landbouwcrisis hadden leren kennen. Zij voelden zich aangetrokken tot het socialisme maar wilden vanwege het geestelijk klimaat niet tot de SDAP toetreden. Een nieuwe partij kwam er niet maar wel een eigen blad. In 1902 verscheen het eerste nummer van De Blijde Wereld. Christen Socialistisch Weekblad. Van Wijk was betrokken bij de voorbereiding van dit blad maar hield uiteindelijk toch afstand. Hij verweet sommige christen-socialisten dat zij onvoldoende stelling namen tegenover de sociaal-democratie, terwijl hij zelf het verwijt kreeg niet een "strijdend maar een droomend" christendom, dan wel een "machteloos praatsocialisme" voor te staan.
Niet alleen de drankbestrijding trok hem aanvankelijk aan in het socialisme. Een ander element was het algemeen kiesrecht. Opvallend is ook zijn pleidooi voor het vrouwenkiesrecht. De positie van de vrouw stelde hij ook binnen de kerk aan de orde en vooral in zijn eigen Protestantenbond. Want die zou een voorbeeld moeten geven om "de wereld te wennen aan het gezicht van een bestuurstafel waar beide sexen de leiding hebben op zich genomen van een zaak, die beiden gelijkelijk lief en gelijkelijk heilig is".
Drankbestrijding, algemeen kiesrecht, Van Wijk zette zich vol verve in voor tal van praktische zaken. Zo ondersteunde hij de oprichting van de plaatselijke wijkverpleging en sprak hij in 1912 bij de opening van het op initiatief van het Zwolsch Drankweer Comité opgerichte Consultatiebureau voor Drankzuchtigen, gevestigd in een lokaal van het Passantenhuis. Van Wijk vierde in 1911 dat hij 25 jaar predikant in Zwolle was, niet alleen met een dienst in het gebouw van de Protestantenbond maar ook in een "eivolle Groote Kerk". Met ingang van 1 oktober 1916 ging Van Wijk met emeritaat. Van Wijk, door Lindeboom getypeerd als een "man van ernstige vroomheid en diep sociaal gevoel", raakte ook betrokken bij de in 1908 opgerichte Vereeniging van Woodbrookers in Holland, die naar het voorbeeld van de Engelse Quakers, trachtten vroomheid en bijbelstudie te combineren met praktische sociale arbeid.
Van Wijk werd diep geraakt door de ellende die de Eerste Wereldoorlog aanrichtte. In 1915 verscheen zijn publikatie Wien wilt gij dienen? Twee preeken, voortgekomen uit den oorlogsnood. Hierin hield hij een warm pleidooi voor het antimilitarisme en zag een "scherpe tegenstelling tusschen den geest van Jezus Christus en alle oorlogsgedoe" , want "niemand kan twee heeren dienen, die zoo vierkant tegenover elkaar staan als de God van een oorlogvoerende wereld en de God van Christus". Hij bestreed echter de stelling van antimilitaristen dat de kerken nationalisme en militarisme steunden. Door het oorlogsgeweld was ook de combinatie waarlijk christen zijn en militaire dienst voor hem niet langer vanzelfsprekend. In 1915 werd Van Wijk lid van de Bond van Christen-Socialisten. Maar omdat hij zich in deze bond waarin jongeren de toon aangaven, niet echt thuis voelde, bedankte hij na enige tijd. In 1917 nam hij zitting in een Zwols comité dat op de bres stond voor gevangen gezette dienstweigeraars. Bij zijn overlijden schreef De Blijde Wereld: "Het speet ons allen, dat hij niet met ons mee kon werken, maar onze eerbied voor hem werd er niet door verminderd", terwijl Bart de Ligt hem in Opwaarts herdacht als een gerespecteerde vertegenwoordiger van een oudere generatie, die zich in zijn laatste levensjaren voor het antimilitarisme had ingezet.
Aart Willem van Wijk huwde te Weesp op 4 december 1878 met Bregitta Bruijn. Zij overleed op 23 december 1935. Het echtpaar kreeg één zoon.
Auteur: Bouwe Hijma (uit: Overijsselse biografieën)
Zie ook Biografisch Portaal
Geboren: | 14-04-1852 Weesp | |
Overleden: | 13-03-1918 Zwolle | |
Vader: | Nikolaas van Wijk, predikant | |
Moeder: | Anna van Ameijden van Duijm | |
Echtgeno(o)t(e): | Bregitta Bruijn | |
Publicaties: | Publikaties: - De drinkdwang in de samenleving, Den Haag 1901 - Geheelonthouding. Pro: A. W. van Wijk. Contra: G. Oosterbaan, Baarn I905 - Wien wilt gij dienen? Twee preeken, voortgekomen uit den ootlogsnood, Zwolle. 1915 Belangrijkste bronnen: - Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) te Amsterdam, - Plakboeken, aangelegd door Lucien H. Frijling, met artikelen van en over Van Wijk. - Opwaarts. Orgaan van den Bond van Christen-Socialisten. 1915 en 1917-1918. - A. van Biernen, HJ. Wilzen, Samen op weg. Vijftig jaar ontmoeting tussen Christendom en Socialisme In: De Blijde Wereld en Tijd en Taak. Amsterdam 1953 - J. Lindeboom, Geschiedenis van de Barchem-Beweging 1908-1958, z.p. 1958 | |
Laatst bijgewerkt op: | 29-04-2014 |