Carel Enkelaar (1920-1996)


‘Nieuwsgierig, onverzettelijk en onbescheiden.’ Zo wordt Carel Enkelaar na zijn overlijden in 1996 gekarakteriseerd in het vakblad De Journalist. Enkelaar (Bonn, 1920) schopt het op basis van deze eigenschappen van journalistieke ‘krullenjongen’ bij het Twentse katholieke dagblad Het Centrum tot ‘baas van het Journaal’. Zoals zovelen in die tijd leert Carel Enkelaar het journalistenvak in de praktijk door als 18-jarige verslaggever helemaal onderaan te beginnen met het ophangen van de sportuitslagen en het verslaan van bijeenkomsten van katholieke organisaties. Tijdens de Tweede Wereldoorlog runt hij met zijn broers de Twentse editie van de illegale verzetskrant Het Parool. De Enschedese Stadsarchivaris Adrie Roding daarover: ‘Die jongens namen flinke risico’s. Als die mannen met die illegale kranten waren gesnapt, hadden ze zo kunnen worden doodgeschoten als ze de verkeerden waren tegengekomen.’ Als ‘lekker brutaal’ typeert Roding het optreden van Enkelaar in die oorlogsdagen. Dat blijkt bijvoorbeeld uit een foto, een week na de bevrijding genomen op de Oude Markt in Enschede, waarop Enkelaar trots poseert in een pak van de Binnenlandse Strijdkrachten. Het past allemaal perfect in zijn hang naar een groots en meeslepend leven, zoals dat in die euforische dagen wordt gepersonifieerd in bijvoorbeeld prins Bernhard. Roding: ‘Enkelaar hoorde er bij en dat wilde hij weten ook.’ In zijn bravoure overspeelt de nog jonge Enkelaar zijn hand natuurlijk ook wel eens. Als hij op eigen houtje probeert de Twentse editie van Het Parool te verkopen aan drukkerij Van der Loeff (Dagblad Tubantia), wordt hij ontslagen.

Enkelaar vertrekt vervolgens naar de dan nog katholieke Volkskrant, waar hij al snel een roemruchte reputatie opbouwt als razende reporter. Zo doet hij ‘embedded’ verslag van de politionele acties in Indonesië en vliegt hij in 1953 met een Dakota boven het door de watersnoodramp getroffen Zeeland. Zijn nogal voorbarige berichtgeving over aantallen slachtoffers kost de Volkskrant honderden opzeggingen.

In 1955 wordt Carel Enkelaar, die voor de Volkskrant ook televisiekritieken schrijft, hoofdredacteur van het NTS-Journaal. Nieuws- en actualiteitenrubrieken bij de televisie staan op dat moment nog in de kinderschoenen. Het is dus pionieren en dat past wel bij de ambitieuze praktijkman Enkelaar. Maar er is weinig geld en dan zijn er ook nog de omroepbonzen in het verzuilde bestel, die de eigenzinnige ‘rouwdouw’ hinderlijk op de vingers kijken (en tikken!). Het leidt allemaal tot tal van conflicten, ook nadat hij in 1966 tot hoofd van de NOS-televisie is benoemd en voortdurend begrotingen fors overschrijdt. Zo kost de jeugdserie Floris vier keer zoveel dan aanvankelijk begroot en wordt de verslaglegging door de NOS van een staatsbezoek van koningin aan Indonesië door zijn oude krant de Volkskrant afgeschilderd als ‘Cirkus Enkelaar’ vanwege de exorbitante kosten. Tot zijn pensionering in 1985 blijft Carel Enkelaar als een Don Quichote vechten tegen de bureaucratische windmolens van de omroep. Hij heeft het gevoel dat er voortdurend ‘bewust of onbewust zand wordt gestrooid in een goed lopend programma-apparaat’. Hoewel hij de omroep verbitterd en teleurgesteld de rug toe keert, blijft hij na zijn pensionering nog wel actief als omroepadviseur. Carel Enkelaar, die op 2 juni 1996 in zijn woonplaats Oldenzaal na een hartstilstand overlijdt, heeft zijn avonturen als ‘Kuifje in kranten- en televisieland’ zelf vastgelegd in twee boeken: ‘Van onze speciale verslaggever’ en ‘Ooggetuige’.

Auteur: Ben Siemerink

Zie ook: Huub Wijfjes, In Memoriam Carel Enkelaar (1920-1996) In: De Journalist 16 juni 1996, p.41
Geboren:   12-09-1920 Bonn (Dld)
Overleden:   02-06-1996 Oldenzaal
Publicaties:   Carel Enkelaar. Van onze speciale verslaggever. Utrecht, Spectrum, 1981. 175 p. Carel Enkelaar. Ooggetuige: achterkanten van de media. Den Helder : Holland Advertising, 1992. 512 p.
Laatst bijgewerkt op:   04-03-2014