Toon Borghuis (1890-1971)


In 1909 werd de in Oldenzaal geboren en getogen Toon Borghuis benoemd tot onderwijzer in Denekamp. Hij werd tijdelijk ingekwartierd bij de bekende meester Bernink, oprichter van het museum Natura Docet. In hetzelfde jaar nog richtte hij in Denekamp een fanfarekorps op. In 1911 werd hij aangesteld als onderwijzer aan een school in Oldenzaal, en werd meteen lid van het St. Plechelmuskoor, waarvan hij drie jaar later – op de dag dat de Eerste Wereldoorlog uitbrak – dirigent werd. In de tussentijd had hij ook al een gemengd koor in het leven geroepen, dat later zou uitgroeien tot de Oldenzaalse Oratoriumvereniging. In 1914 liet hij zich ook nog overhalen het St. Plechelmus knapenkoor, het latere Stadsjongerenkoor, te dirigeren. De muziek was zijn leven.

Toen hij in 1916 in militaire dienst moest, werd hij waarnemend kapelmeester van het muziekkorps der genietroepen. Gelegerd in Utrecht – waar hij zondags meezong in het kathedrale koor – en Oosterhout, ontwaakte zijn belangstelling voor de gregoriaanse kerkmuziek die hij later weer aan anderen zou doorgeven. Terug voor de klas in Oldenzaal, stortte hij zich weer op allerlei lokale en regionale activiteiten, die voor een deel gelegen waren in een doel dat hij nastreefde: hij geloofde in de volksopvoeding. In zijn vroege jaren trok hij met een draaiorgel door de stad om er een groepje stoutmoedige zangers mee te begeleiden. Het doel van de actie was de algemene volkszang naar een hoger peil te brengen. Tientallen jaren leidde hij de kinderaubades tijdens Koninginnedag. De grootste faam verwierf hij met zijn kerkkoren die hij naar grote muzikale hoogten stuwde. Liefst dertig jaar lang was hij dirigent van het mannenkoor Zanglust te Enschede en ook bijna dertig jaar van het Christelijk mannenkoor Sursum Corda te Enschede. Op concoursen behaalde hij vele successen met zijn koren.

De veelzijdige Borghuis was een groot Twenteliefhebber en folklorist. Hij werd dé drijvende kracht achter het doen opleven in de vijftiger jaren van het ‘leefeluke mirweenterhoornbloazen’. Jaar na jaar reisde hij van buurtschap naar buurtschap om de vorderingen der blazers te begeleiden. Samen met onder meer Jan Jans haalde hij het midwinterhoornblazen uit het slop en was hij mede-organisator van onderlinge wedstrijden in het midwinterhoornblazen tussen de Twentse buurtschappen.

De onvermoeibare Borghuis schreef twintig Boeskool-revue’s, die in heel Twente belangstelling trokken. Bij de herleving van het carnaval begin jaren vijftig in Oldenzaal stond hij vooraan en componeerde hij het eerste Oldenzaalse carnavalslied. Hij was nauw betrokken bij de totstandkoming van de regionale radio (RONO). Bovendien zat hij met G.B. Vloedbeld, Arend Lamm en Adriaan Buter in het door Johan Gigengack uitgegeven tijdschrift Twenterlaand en –leu en – sproake. Daarnaast was hij ook dichter. In 1961 verscheen van zijn hand ’n Busken late bleuiers.

Toon Borghuis werd een ‘bekende Tukker’, een gekend en gezien figuur in Oldenzaal en wijde omstreken. Uit de grootse huldigingen bij zijn zestigste en zeventigste verjaardag bleek onder andere zijn grote populariteit. Bij die zeventigste verjaardag kondigde hij aan niet stil te willen zitten. En hij besloot zijn toespraak met een oproep ‘de vaan van Twente hoog te houden’. Gerard Vaanholt beschrijft hem onder meer als volgt: ‘zonder diploma’s, volstrekt autodidact, als amateur, maar uiterst professioneel in zijn optreden. Iedere oudere Oldenzaler kan het tafereel ongetwijfeld nog uittekenen. Het parmantig stappende mannetje, de onvermijdelijke breedgerande hoed, de blik schuin omhoog gericht, autoriteit uitstralend’. Zijn bekendheid steeg ver boven zijn onderwijzersstatus uit. Niet voor niets treft men dan ook in het centrum van Oldenzaal - bij zijn geliefde St. Plechelmusbasiliek, waarvan hij tweeëntwintig jaar het carillon bespeelde – een levensgroot standbeeld van hem en zijn zoon Karel, eveneens een vooraanstaand musicus en beiaardier, aan.

Tekst: Redactie van deze website

Bronnen o.a:

F.G.H. Löwik. De Twentse beweging: strijd voor Modersproake en eigenheid. Proefschrift Groningen, 2003.

Gerard Vaanholt. Stad & Land: een keuze uit de jaren 1995-1998. Hengelo, Broekhuis, 2002.

Geboren:   12-04-1890 Oldenzaal
Overleden:   07-09-1971 Oldenzaal
Publicaties:   Gedichten: Toon Borghoes.'n Buske late bleujers: gedichten het jaor rond. 1961, herdr. In 1965 em 1973.
Laatst bijgewerkt op:   27-02-2014