Kirsten Vlieghuis


Kirsten Vlieghuis is op 17 mei 1976 geboren in Hengelo, maar groeide op in Borne. Zwemmen heeft ze altijd gedaan hetgeen niet onlogisch is, want vader Han vader was bedrijfsleider van zwembad Het Wooldrik. Ze deed de Havo op de Bataafse Kamp in Hengelo en daarna nog wat cursussen, maar als snel bleek de jonge zwemster buitengewoon talentvol te zijn en bestond haar leven bijna geheel uit trainen en wedstrijden. Daarbij waren haar ouders zeer belangrijk. Ze brachten haar naar de training, stimuleerden haar als ze in een dal zat. 'Als ik hen in bepaalde periodes niet had gehad, was ik er allang mee gestopt. Ze lieten me altijd wel vrij om mijn eigen keuzes te maken, zetten me nooit onder druk. Studeren, zwemmen of stoppen, dat mocht en moest ik gewoon zelf beslissen', zei de voormalige topzwemster in 2004 in een vraaggesprek in de Twentsche Courant Tubantia.

De belangrijkste trainers in haar loopbaan waren Gerard Oude Nijeweme bij De Dinkel in Denekamp en Jacco Verhaeren bij PSV in Eindhoven. Oude Nijeweme had een grote invloed op haar. Ze wilde stoppen bij Heidelberg, maar toen vroeg hij haar om eens bij De Dinkel langs te komen. Dat bleek een schot in de roos te zijn, want hij voelde haar goed aan. Toen hij zelf terugtrad, adviseerde hij Vlieghuis naar een andere club te gaan. Het werd PSV en dat was de beste beslissing. Voor haar persoonlijk was het goed, want ze was 18 jaar, verlegen en moest op kamers. Daardoor leerde ze zelfstandig te worden. En al gauw bleek Jacco Verhaeren de juiste trainer te zijn voor haar. Hij staat qua leeftijd dicht bij de zwemsters. Onder zijn leiding won ze dus in Atlanta twee medailles. Haar vertrouwen in hem is enorm. Daarnaast ervoer ze de begeleiding van de arts Cees Rein van den Hoogenband, de vader van topzwemmer Pieter, bij wie ze altijd terecht kan. Luc van Agt is de krachttrainer, Joris Hermans de voedingsdeskundige, Ilja Keizer van het NOC zorgt voor de oplossing van kleine maatschappelijke dingen, professor Jan Obrecht test haar zo nu en dan en bespreekt de resultaten dan weer met de trainer en Frank van Hek is de fysiotherapeut. Kortom, de omgeving waarin Kirsten Vlieghuis probeert de top te bereiken, is buitengewoon professioneel.

Zwemmen is haar leven. Ze wordt steeds beter. De prestaties zijn er, ze krijgt contacten over de hele aardbol, het is haar wereldje geworden en ze ziet haar sport in die tijd als een pure verslaving. Ze ervaart het als een kick om zichzelf steeds weer te overtreffen. Tien keer per week traint ze twee uur, van 8 tot 10 uur en van 5 tot 7, plus drie uur krachttraining en aanvankelijk soms ook looptraining. Zware setjes zwemmen en daarmee een goed resultaat halen, daar kan Vlieghuis vrolijk van worden. Trainen is moeten, is soms haast niet op te brengen, maar is toch heerlijk. 'Als ik vakantie heb en een maand niet train, doet alles pijn, ga ik me vervelen en wil ik weer graag dat water in', zegt ze destijds in een interview. Ze moet er keihard voor werken en ervaart dat ze veel talent heeft, maar dat leeftijdsgenoten als Pieter van den Hoogenband en Inge de Bruijn nog beter zijn, terwijl ze er veel minder voor doen. Ze moet er echt keihard voor werken. Maar van jongs af was Kirsten Vlieghuis een succesvol zwemtalent. Toen ze 14 jaar was, werd ze al Europees kampioene bij de jeugd.

De voornaamste successen vertalen zich in medailles, vaak een gouden, soms een zilveren of bronzen. Talloze malen beleeft ze met een glorieuze glimlach de huldiging op de diverse erepodia. Op de Europese Jeugdkampioenschappen wint ze twee maal goud en wat brons, elf Nederlandse titels schrijft ze op haar naam. Op de kort baan behaalde ze er zelfs vijftien. Het jaar 1993 is een topjaar waarin ze zowel de titel pakte op de 200 (2x), 400 en 800 meter vrije slag, de 200 meter rugslag en de 200 en 400 (2x) meter wisselslag. Ook op de Nederlandse zomerkampioenschappen kortebaan en de Nederlandse sprintkampioenschappen behaalde ze enkele titels.

Op de Olympische Spelen in Atlanta maakt ze weer een hoogtepunt mee. Ze wint twee bronzen medailles, op de 400 en 800 meter. De term `Olympische Spelen’ heeft iets magisch voor haar. Alles, echt alles is er super. Het dorp, het zwembad, het entertainment, het eten, de organisatie. 'We kregen in Atlanta allemaal een fiets om rond te rijden. Dan de wedstrijden, die lijken op andere wedstrijden. Maar nu draait het er echt om. Je hebt er alles voor opzij gezet. Vòòr Atlanta had ik nooit gedacht dat Olympische Spelen zo uniek waren', zegt ze enkele jaren later. De tijden die de Twentse daar zwom waren eveneens uniek. De 4.08.70 op de 400 meter en de 8.30.84 op de 800 meter waren Nederlandse records en in 2011 – 15 jaar later dus – was er nog steeds geen Nederlandse zwemster in geslaagd deze tijden te verbeteren.

Bij de wereldkampioenschappen in Perth, begin januari 1998, stond zij op het bronzen podium van de 800 meter. Op de Europese kampioenschappen langebaan behaalde ze in 1999 een zilveren plak op de 800 meter vrije slag, het jaar daarop behaalde ze op dezelfde afstand brons. Toen moesten de Spelen van Sydney 2000 nog gehouden worden. Daar was ze ook weer aanwezig namens Nederland, maar waren de prestaties minder. Een medaille zat er niet in. Tiende plaatsen op de 400 meter (4.11.87) en de 800 meter (8.35.80) waren het hoogst haalbare. Toen zij niet in aanmerking kwam voor een plaats in de professionele Philipsploeg en het trainen meer moeten dan graag willen werd, besloot Kirsten Vlieghuis vlak voor de NK 2001 in Eindhoven een punt achter haar loopbaan te zetten. Inmiddels woont ze alweer jaren in Hengelo en is ze onder meer werkzaam als zwemlerares in het zwembad van Borne.

Auteur: Gijs Eijsink
Geboren:   17-05-1976 Hengelo
Publicaties:   Bronnen o.a.: Twentsche Courant Tubantia
Laatst bijgewerkt op:   24-04-2014