Jan Louwen (1924-2000)
Jan Louwen was geen doorsnee journalist, ook al bleef hij meer dan veertig jaar in alle gemoedsrust verbonden aan één krant. Aan het begin van zijn loopbaan in 1946 droeg die oude, in 1789 opgerichte krant van Tijl in Zwolle nog een even weidse als plechtstatige titel: “Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant”. Later werd dat gewoon “Zwolse Courant” en ging de krant over op modernere methoden van journalistiek. Maar Jan Louwen bleef op de redactie hetzelfde baken van kalmte, relativering en vakmanschap dat hij altijd was geweest. Daarom was het zo verrassend dat hij begin jaren zestig als eerste in Overijssel professioneel te maken kreeg met het jachtige bedrijf van de televisie. Hij kreeg een wekelijks rubriekje bij de AVRO-tv, waarin hij enkele jaren achtereen– “stand-up” voor de camera – over bijzondere dingen en gebeurtenissen “in de provincie” vertelde.
Jan Louwen begon direct na de oorlog als 21-jarige bij “de Zwolse” op de stadsredactie, later had hij als hoofdtaken o.a. de reportage en de samenstelling van de weekendbijlage. Maar zijn grootse hartstocht lag toch bij het schrijven van non-fictie. In de uren naast zijn dagelijkse werk slaagde hij erin een groot aantal boeken en zelfs enkele toneelstukken uit zijn pen te krijgen. Onder eigen naam maakte hij in de jaren vijftig al zijn debuut met enkele misdaadromans als “Kaarsen voor de luchter” en “Moord in celluloid”. Begin jaren zestig begon hij bij uitgeverij Bruna onder het pseudoniem Ted Viking een serie over geheim agent McGregor, de laconieke, meedogenloze en toch sympathieke vertegenwoordiger van het bureau De Kerstboom dat klusjes opknapt voor bevriende mogendheden. Deze reeks groeide in een jaar of tien uit tot meer dan twintig boeken die goed werden gelezen door liefhebbers van het misdaadgenre. Enkele titels: “McGregor en het dode dorp”, “McGregor en de fanatieke wrekers” en “Grafrozen voor McGregor”.
Succes behaalde Jan Louwen ook met enkele toneelstukken voor het amateurtoneel. Vooral zijn blijspel “Ik zou zo graag”, met een journalist in de hoofdrol, werd door toneelverenigingen in het gehele land gespeeld. Als model hiervoor diende een jonge collega op de redactie van de Zwolse Courant. Die speelde de rol vervolgens ook in de opvoering van de Koninklijke Rederijkerskamer in de Zwolse schouwburg Odeon en daarna nog in verscheidene andere zalen in het oosten des lands.
Jan Louwen werd in Amsterdam geboren, maar raakte verknocht met Zwolle, toen zijn ouders in de jaren dertig naar deze stad verhuisden, omdat zijn vader gérant van de Buitensociëteit was geworden. Dit zalencomplex bij het station, waar hij het grootste deel van zijn jeugd beleefde, speelt een belangrijke rol in Jan Louwens oorlogsroman “Dubbele afrekening”(1990), die vele autobiografische elementen bevat. Het Zwolse geluid in zijn werk kwam nog sterker tot uiting, toen uitgever Waanders hem in 1980 vroeg de eindredactie te voeren over het grote naslagwerk in tijdschriftvorm over Zwolle’s historie “Ach lieve tijd”, in 1991 gevolgd door eenzelfde soort reeks “Als de dag van gisteren.” Dit concept van populaire geschiedsschrijving zette Waanders onder dezelfde titels door voor vrijwel alle Nederlandse steden van enig belang, hetgeen de uitgeverij geen windeieren heeft gelegd.
Na zijn pensionering bij de krant liet Jan Louwen hierop in 1998 (twee jaar voor zijn dood) nog het boekje “Zwolse steken: jeugdherinneringen uit de jaren ‘30” volgen. Al die tientallen jaren dat Louwen bij de Zwolse Courant in dienst was, bleef hij zijn journalistieke werk trouw vervullen. Zo werd hij in het laatste decennium van zijn dienstbetrekking nog een belangrijke steun voor zijn hoofdredacteur bij het schrijven van de dagelijkse commentaarrubriek.
Een vroegere collega vertelt: “Je kon er de klok op gelijkzetten. Steevast om een uur of tien ’s ochtends werd de deur van de hoofdredactionele kamer op een kier geopend en klonk de stem over het redactielokaal: ”Louwen..!”. Dan stond Jan langzaam op onder een zucht en het mompelen van “Daar gaan we weer…” en sjokte naar de kamer. Dan werd daar bekokstoofd hoe de provinciale, nationale of wereldpolitiek, de uitspraken van de paus of het gedrag van opstandige jongeren in de krant beoordeeld moesten worden. Louwen had daar de belezenheid, de nuchterheid en de voorzichtigheid voor. Specifiek die laatste eigenschap werd door de hoofdredacteur zeer op prijs gesteld. Na een half uurtje terug aan zijn bureau pakte Jan zijn ouwe tikmachien (weer met een zucht) en had royaal voor twaalf uur zijn in soepele zinnen gevormd oordeel klaar. ’s Middags rond half vijf lag het bij de abonnees in de bus.” Dat kon Jan Louwen ook..!
Auteur: Willem van der Veen
Geboren: | 26-05-1924 Amsterdam | |
Overleden: | 07-01-2000 Zwolle | |
Publicaties: | Zie: Overijsselcatalogus | |
Laatst bijgewerkt op: | 26-03-2014 |