Teun van der Veen (1902-1992)


Vele jaren van zijn lange leven was Teun van der Veen een populaire figuur in Zwolle. Ontelbare Zwollenaren kenden hem en hij kende iedereen. Hij verbaasde de mensen door de veelzijdigheid en het vakmanschap, waarmee hij winkeliers hielp aan mooie of originele advertenties, zakenlui aan karakteristieke logo’s, uitgeverijen aan vlotte illustraties, kroegbazen aan kleurige wandschilderingen, toneelclubs aan opvallende decors, wijkverenigingen aan opvallende praalwagens voor de jaarlijkse optocht, sportclubs aan fleurige omslagen voor hun clubblaadje en het plaatselijk dagblad aan actuele prenten.

Onderwijl deed Teun van der Veen ook aan echte beeldende kunst. Hij schilderde landschappen en stadsgezichten, portretteerde individuen, schetste mensenmassa’s en situaties, aquarelleerde waterpartijen en doorkijkjes, ontwierp reliëfvoorstellingen en glas-in-loodramen... enzovoort enzovoort. En dan te bedenken dat hij zijn actieve leven als piepjong schildersknechtje in het bedrijf van zijn vader, op de ladder twee-en driehoog, was begonnen met het schuren van bladderende kozijnen. Al op de lagere school liet de kleine Teun blijken van een ongewoon talent voor tekenen, waarmee hij meester en klasgenoten soms achterover liet vallen van verbazing. Zijn vader evenwel was er niet van onder de indruk, sterker: hij vond het maar zo-zo, want hij zag er een gevaar in bij de plannen die hij met zijn zoon voor had. Een schilderspatroon heeft immers altijd gebrek aan goedkoop personeel en zijn met verfkwast handige zoontje kon daar mooi in voorzien. Tegelijk zou vader Gerrit Willem met hem ook een opvolger hebben voor zijn bedrijf op de Zwolse Thorbeckegracht. Eigenlijk had Teun naar de hbs gewild, want hij kon goed leren, maar zijn vader vond de ambachtsschool (afd. schildersopleiding) goed genoeg.

Het bloed kroop bij Teun evenwel waar het niet gaan kon. Ondanks de niet geringe tegenwerking slaagde hij erin zich in het artistieke vak te bekwamen via avondopleidingen. Op 17-jarige leeftijd stond hij al in Zwartsluis ’s avonds voor de klas als tekenleraar, omdat hij de lager akte tekenen met de hoogst te behalen cijfers had verworven. Overdag moest hij de ladder op... Teun wilde echter ook niet zijn hele leven leraar blijven. Hij trok beginjaren ‘20 een tijdje naar Amsterdam, waar hij zijn ogen de kost gaf in het kunstleven. Hij ontdekte nieuwe stromingen als Art Déco en het werk van befaamde tekenaars als Albert Hahn, Jo Spier, Heinrich Zille en Norman Rockwell, die hem zouden beïnvloeden. Ondanks de smeekbeden van zijn vader om bij hem in de zaak te komen, was hij na zijn terugkeer in Zwolle vastbesloten om de toekomst naar zijn eigen hand te zetten. Teun van der Veen zag een mogelijkheid om in de reclame zijn brood te verdienen en begon in 1926 een eigen atelier in zijn geboortestad.

Het duurde niet lang of hij had de Zwolse reclamemarkt veroverd. Een voordeel was dat die eigenlijk helemaal niet bestond. Er waren wel decoratieschilders en tekenaars die voor een aardig plaatje konden zorgen, maar een ontwerper met fantasie en nieuwe ideeën was nergens te vinden. In de crisisjaren na 1929 begon hij ook te werken voor reclamecampagnes van landelijke uitgeverijen en kreeg hij vele opdrachten voor het illustreren van o.a. jeugdboeken. In zijn vrije tijd bleef Teun van der Veen de beeldende kunst trouw als lid van de Zwolsche Kunstkring, waarin hij werkte met o.a. Stien Eelsingh, Titus Leeser, Evert Bomhof, Jo van Efferen, Johan Hartsuiker en niet te vergeten de legendarische Zwolse Dominicaan, pater Raymond van Bergen, bij wie de jonge Teun nog in de leer was geweest. Na een moeilijke periode in de oorlog mengde Teun zich steeds meer in het Zwolse sociale leven. Samen met kunstsschilder Han Douma richtte hij in 1946 een nieuwe schildersclub op, Het Palet genaamd, die thans, bijna 20 jaar na zijn dood, nog steeds een bloeiend bestaan leidt.

Toen hij eind jaren veertig van de vorige eeuw met grote regelmaat voor de Zwolse Courant en de Gemeenschappelijke Persdienst ging tekenen, werd hij bekend bij het grote publiek in Zwolle en wijde omgeving. Samen met de Zwolse journalist Hans Alma maakte hij vele reportages van een pagina groot in Overijssel, Gelderland en Drenthe, waarbij zijn vlotte tekenstijl een opvallende blikvanger bleek. Ook ging hij met Alma op reis naar zuidelijke streken in Europa, die toen voor toeristen nog onbekend gebied waren. Er kwamen boeken uit voort die landelijk flinke oplagen kregen.

In Zwolle bleef Teun van der Veen daarna nog tientallen jaren actief als initiator van kunstmanifestaties, beeldend helper van amateurgezelschappen, leraar in het kunstonderwijs, illustrator van het stedelijk gebeuren en als veelgevraagd portretschilder. Het betekende voor hem een onverwacht kroontje op zijn werk toen hij als tachtigjarige onverwachts een brief van prins Bernhard kreeg. Die maakte spontaan zijn lof kenbaar over Van der Veens grote schilderij van zijn koninklijke dochter in de raadzaal van IJsselmuiden.

Auteur: Redactie van deze website
Geboren:   15-11-1902 Zwolle
Overleden:   06-11-1992 Zwolle
Vader:   Gerrit Willem van der Veen, eigenaar schildersbedrijf
Moeder:   Wolthera Heerkes
Echtgeno(o)t(e):   Goutje van der Spoel
Publicaties:   Willem van der Veen. Teun : het lange leven van een Zwolse vakman in de kunst. Zwolle : Waanders, 2008. 120 p.
Laatst bijgewerkt op:   23-04-2014