Henk ter Horst (1917-1994)


Henk ter Horst werd geboren in 1917, maar pas tweeënvijftig jaar later betrad hij het speelveld van de professionele beeldende kunst. Een huisschilder die zich als amateur bekwaamt in het tekenen en schilderen van aardige landschapjes: dat komt vaker voor. Maar bij Henk ter Horst was er meer aan de hand. Als zoon van een aannemer lag een gedegen ambachtelijke opleiding in de lijn der verwachting. Henk ging naar Utrecht, waar hij het vak van huis- en decoratieschilder onder de knie kreeg. Terug in Hengelo vond hij emplooi bij het schildersbedrijf Lambooy. Hij beperkte zich niet tot het voorzien van daklijsten en deuren van een onberispelijke verflaag, ook gespecialiseerde opdrachten als het vergulden van het altaar in de kerk in Zenderen en het onderhoud van de koetsen van de begrafenisondernemer bracht hij tot een goed einde.

Wandschildering
Vervolgens kwam hij bij Stork Chemie, later opgegaan in de Koninklijke Nederlandse Zoutindustrie, in dienst. En ook daar kon hij zijn vakkennis goed kwijt en bovendien verschafte het hem de middelen zijn gezin goed te onderhouden. Maar ondertussen broeide in hem het verlangen zich verder te ontwikkelen op het artistieke pad. Af en toe kon hij zijn artistieke gaven kwijt bij het vervaardigen van decors voor een toneelvoorstelling. Zijn grote kans kwam echter bij het 50jarig bestaan van “’t Zout”, toen de directie hem vroeg een wandschildering voor de personeelskantine te maken. Het werd een compositie in geometrische stijl, waarin de zoutwinning symbolisch-schematisch verbeeld is en dat in zijn vormgeving duidelijk affiniteit vertoont met de toen zo populaire Op-art. Een grote en ingewikkelde compositie waar hij ongetwijfeld zijn tanden op stuk gebeten heeft. De wandschildering bracht hem lof en dat gaf hem zelfvertrouwen. Een jaar later (1969) besloot hij, daarin gesteund door zijn vrouw, zich voortaan als vrij kunstenaar staande te houden.

Informele kunst
Er volgde een periode van hard werken, boeken uit de bibliotheek raadplegen, praten met andere kunstenaars en vooral zoeken naar een eigen stijl. Hoewel hij wilde blijven uitgaan van een vorm van visuele inspiratie, was hij tegelijkertijd beducht in de valkuil van het “plaatje” te vallen. Als hij zes jaar later voor het eerst naar buiten treedt met een tentoonstelling in de bibliotheek van Goor, waar de directrice Mevrouw Peuscher op de zolder een heel aardige Twents-Sallandse tentoonstellingsreeks bracht, heeft hij die strijd al voor een groot deel achter zich gelaten. Al herinneren de titels van zijn werken vaak aan een met het oog waarneembare realiteit, zijn werk zelf staat in toenemende mate in het teken van het experiment. Daarbij sluit hij aan van wat men in Europa de Informele kunst is gaan noemen. Met aandacht voor de manier van verf opbrengen, de expressie van het gebaar, de calligrafie, en de présence van de gebruikte materialen. Door armoe gedwongen werkt hij altijd op klein formaat, vaak op gebruikt papier (kalenderbladen, reclamefolders, kranten, stukjes karton) of –in zijn collages- met andere restmaterialen. Inkt, diverse aquarel-en gouacheverfen gebruikt hij naast en door elkaar. Olieverf kwam er bij hem niet in. Hij had dan ook geen atelier, maar werkte in huis aan de huiskamertafel. Daar bereikte hij op die kleine formaten al tastend en schuivend een sterke beeldende kracht en een hoge mate van poëzie.

Erkenning
In 1975 zijn de deskundigen ter plaatse zo onder de indruk van de professionaliteit van deze autodidact dat hij wordt toegelaten tot de BKR, de regeling voor Beeldende Kunstenaars. Als gevolg daarvan heeft de gemeente Hengelo een mooie collectie werk van Henk ter Horst kunnen verwerven. Henk was blij met deze erkenning van zijn kunstenaarschap. Nog een paar jaar later bij een solotentoonstelling in de Hengelose Kunstzaal kwam de landelijke doorbraak, waar elke Twentse schilder van droomt. Zijn werk werd opgemerkt door de Groningse galerist Albert Waalkens, die hem even later bracht in een keuzetentoonstelling samen met reeds bekende jonge kunstenaars in museum Boymans van Beuningen in Rotterdam. Vanaf dat moment kreeg hij meerdere tentoonstellingen in het land en kwamen verzamelaars op zijn werk af.

Bij zijn 75ste verjaardag bracht Rijksmuseum Twenthe in Enschede een solotentoonstelling met boek ter ere van deze laatbloeier, die het vuur van de kunst in zich droeg en dat in het laatste kwart van zijn leven overtuigend tot wasdom wist te brengen.

Auteur: Drs. M.H.(Peggie) Breitbarth- van der Stok

Geboren:   01-06-1917 Hengelo
Overleden:   10-04-1994 Hengelo
Vader:   C.ter Horst, meester-aannemer
Publicaties:   Jet van der Sluis, Henk ter Horst, een terugblik, Akkuh Hengelo 2008 Peggie Breitbarth, De kracht van verf, zeven Hengelose kunstenaars, Kunstcentrum Hengelo 2002 Dorothee Cannegieter en Karel Levisson, Over Henk ter Horst, Rijksmuseum Twenthe, Enschede1992 Otto Oelen. Schilderen of het gekkenhuis, Over leven en werk van Henk ter Horst In: Jaarboek Hengelo 2005/2006, p. 84-89
Laatst bijgewerkt op:   06-03-2014