Jan Bolink (1913-1998)


Als 16 jarige vertrok Jan Bolink, met zijn viool onder de arm, naar Den Haag om daar aan de Koninklijke Academie de opleiding tot tekenleraar te volgen. Hij was al behoorlijk ingevoerd in het vak door zijn vader Bert Henri Bolink, die met een diploma van de Rijksnormaalschool voor tekenonderwijzers in Amsterdam op zak, in Enschede een bescheiden bestaan als tekenleraar en kunstschilder had opgebouwd. Hij was, dankzij die gedegen opleiding, thuis in alle mogelijke technieken en genres, maar vooral zijn landschapsaquarellen met watermolens, heidevelden en bosranden waren geliefd. Hij had enkele geslaagde exposities in Enschede en Almelo (veel gelegenheid tot exposeren was er niet in die dagen) en maakte illustraties voor o.a. Ons Dinkelland van J.B.Bernink. Hij had verschillende leerlingen en was een actief lid van de Kunst- of Tekenclub, die vanaf rond 1918 in een lokaal van de HBS bijeenkwam om gezamenlijk te werken. Er werd ook in het vrije veld gewerkt en er waren tentoonstellingen in de Enschedese Sociëteit. Ook Jans muzikale ontwikkeling vond plaats binnen het gezin en de kennissenkring, waarin veel onderwijzers, socialisten, muziek- en natuurminnaars.

Muziekleven
Het was crisistijd toen hij naar Enschede terugkeerde. Met schilderkunst viel weinig te verdienen. Jan had uit liefhebberij samen met zijn vader al enige muziekinstrumenten gebouwd en in Enschede was er niemand die het vak van vioolbouwer verstond. En dus vestigde hij zich in 1936 als vioolbouwer en reparateur. Ondertussen kreeg hij een plaats als violist in het Twents Kamerorkest en zo raakte hij verweven met de opkomende muziekcultuur in Enschede. Toen het orkest gebrek had aan cellisten vroeg dirigent Klaas de Rook Jan de viool voor de cello te verruilen. Met succes. Na de oorlog versterkte hij de cellisten in het orkest. Onder de bezielende leiding van Klaas de Rook ging het amateurorkest succesvol op weg naar de beroepsstatus. Dat ging uiteraard heel veel extra repetitietijd kosten. Jan koos na ruim tien jaar intensief viool- en cellospelen tenslotte toch voor de combinatie beeldende kunst en vioolbouw.

Schilder en docent
Rond 1950 komt zijn schildersloopbaan op gang. Met expressionistisch getint werk exposeert hij in Enschede, Hengelo en Almelo. De ontvangst is goed. Maar de wereld verandert snel en de kunstenaars staan niet stil. Belangrijke verandering in Enschede is de komst van de AKI, Academie voor Kunst en Industrie, in 1949. Van 1952 tot 1975 werkt Jan Bolink er als docent en adjunct-directeur. Belangrijk is ook de wens van de kunstenaars het isolement van oorlog en schaarste te doorbreken. Er wordt druk geëxperimenteerd met nieuwe vormen en materialen en in 1955 is het zo ver: abstracte kunst breekt door in Twente. Jan is een van de pleitbezorgers. Landelijke aandacht volgt. In de volgende jaren zijn er tentoonstellingen in Arnhem, Rotterdam, Amsterdam, Dordrecht en Zwolle, waarbij steeds de namen van Jan Bolink, Eef de Weerd, Henk Schuring en Jan Stroosma opduiken.

Vernieuwing en experiment
Jan Bolink is er altijd van overtuigd geweest, dat het in eigen omgeving moet gebeuren. De oprichting van de Eerste Enschedese Kunstenaars Sociëteit in 1961, samen met Ger Dekkers en Henk Schuring, is een poging het creatief talent in Enschede te mobiliseren en middels tentoonstellingen, manifestaties, kunstmarkten en kunstfeesten (muziek, dans, mode) met het publiek te delen. Bolink is inmiddels aan het lassen geslagen, maakt grote metalen beelden, waaronder een samengesteld uit de onderdelen van zijn oude Citroën. Het voornaamste resultaat van de bundeling van krachten is de oprichting van Markt 17. Drie jaar lang (1965-68) stond Enschede in alle landelijke kunstagenda’s met een klinkend programma van eigentijdse kunst. Toen besliste de gemeentelijke overheid anders. In de jaren zeventig vindt een politisering van de cultuur plaats. Jan zal zich in toenemende mate terugtrekken in het atelier. Als vioolbouwer en als schilder.

De namen en activiteiten van zijn kinderen mogen hier niet onvermeld blijven. Zoon Jaap is vioolbouwer geworden, hij bezocht de opleiding in Mittelwald, Duitsland. Zoon Frank ging naar de AKI, werkte als binnenhuisarchitect, AKI docent en beeldend kunstenaar. De drie dochters gingen alledrie naar de AKI. En de kleinkinderen? Ook zij kozen veelal voor een opleiding en werkkring in de kunst. Werk van Bert Henri Bolink is veelal bewaard in particuliere collecties. Dat van Jan Bolink is opgenomen in de collecties van de Gemeente Enschede en van de provincie Overijssel.

Auteur: Drs. M.H.(Peggie) Breitbarth- van der Stok

Geboren:   01-11-1913 Enschede
Overleden:   08-04-1998 Enschede
Vader:   Bert Henri Bolink
Moeder:   Bertha van Dam
Echtgeno(o)t(e):   Aleida Regenspurg (Enschede 1914 - 1991)
Publicaties:   J. Bolink, Schelpen rapen, jeugdherinneringen van een zondagsschrijver, eigen uitgave 1980/herdruk 2001. M.H. Breitbarth- van der Stok, Jan Bolink, kunstenaar in het hart van de stad, Zwolle/Hengelo 1992 M.H. Breitbarth-van der Stok, Bert Henri Bolink, een memorabel kunstenaar in Enschede, in: Jaarboek Twente 33, 1994, p 15-22
Laatst bijgewerkt op:   27-02-2014