Salomon van Deventer (1736-1815)


Salomon van Deventer werd op 30 december 1736 te Zwolle gedoopt als oudste zoon van meester-knoopmaker Peter van Deventer en diens tweede vrouw Gesina Reinards. Van Deventer overleed te Zwolle op 11 februari 1815.

In 1752 begon de 15-jarige Salomon als klerk of kopiist zijn ambtelijke loopbaan op het stadhuis. In eerste instantie was hij belast met het afschrijven van eenvoudige dienststukken, later volgden de meer vertrouwelijke stukken, waarvoor hij in 1763 de eed van secretaris aflegde. In hetzelfde jaar ontving hij vanwege plichtsbetrachting en ijver tien zilveren ducatons van het stadsbestuur. In 1766 was hij als agendarius of bezorger der biljetten mede betrokken bij de organisatie van het bezoek van stadhouder Willem V aan Zwolle.

Van Deventer ontving in 1769 van het stadsbestuur permissie om als advocaat en procureur op te treden. Over een opleiding aan de Zwolse Latijnse school of een Nederlandse universiteit zijn geen gegevens gevonden. Wellicht heeft hij zich door zelfstudie of praktijkervaring de nodige wetskennis eigen gemaakt. Van Deventer trad ook op als curator of executeur-testamentair van nalatenschappen en insolvente boedels.

Van 1773 tot 1778 was hij provisor van de Vilsterenshuizen en van 1788 tot 1794 van het Burgerweeshuis. In die hoedanigheid was hij betrokken bij het opstellen van de rekening en verantwoording van het financieel beheer van de beide instellingen. Zeker tot 1804 hebben genoemde instellingen ruim gebruik gemaakt van de diensten van Van Deventer als advocaat, procureur of curator. Samen met J. van Riemsdijk trachtte Van Deventer in 1779 een wekelijks nieuwsblad uit te geven. Het droeg de naam van Overijsselsch Bekendmakingsblad en werd gedrukt door M. Tijl. Al na een jaar werd de krant echter opgeheven.

In 1784 werd aan Van Deventer het grootburgerschap der stad Zwolle verleend. Tegelijkertijd viel zijn benoeming tot gemeensman namens de Voorstraat. In die hoedanigheid was hij afwisselend belast met de controle op de stadsjaarrekening, op de Marsch en op de administratie van de geestelijke goederen. Van 1790 tot 1794 was Van Deventer betrokken bij het samenstellen van een nieuw stadsrecht voor Zwolle. Namens de Zwolse gilden stelde hij in 1796 en 1797 diverse rekesten op tegen de opheffing van het gildewezen en de gildewetten. Samen met H.W. Greven, J.E.F. Thorbecke, W.S. van der Gronden en G.J. Thomassen à Thuessink werd hij in 1802 belast met het opstellen van een regeringsreglement voor de stad Zwolle. In datzelfdejaar werd hij beëdigd als lid van de nieuwe Raad en Meente.

Speelde Van Deventer een prominente rol in de Zwolse patriottenbeweging? Door zijn functie behoorde hij tot de sociale bovenlaag van de toenmalige standenmaatschappij. Maar zoals zo velen van zijn tijdgenoten zal ook Van Deventer zich hebben afgezet tegen heersende misstanden en onrecht. In 1783 werd hij voor korte tijd lid van de Burgercommissie en raakte hij betrokken bij het opstellen van verzoekschriften met een patriottisch karakter. Nadat hij in maart 1787 secretaris was geworden van de Vergadering van vertegenwoordigers van gewapende schutterijen, vrijcorpsen en genootschappen van wapenhandel - onder leiding van de bekende patriot Gerrit Jan Pyman - werd het duidelijk dat Van Deventer patriottische sympathieën koesterde. Hij werd meer en meer gedwongen partij te kiezen in het escalerende conflict tussen patriotten en prinsgezinden.

Na de inval van de Pruisische troepen besloot de nieuwe prinsgezinde magistraat hem vanwege zijn aandeel in bovengenoemde vergaderingen niet gerechtelijk te laten vervolgen, doch enkel uit zijn stadsambt van klerk te ontslaan. Blijkbaar maakte hij in die tijd een politieke wending door, want in april legde Van Deventer als gemeensman de vereiste eed op de Constitutie, het erfstadhouderschap en de regeringsvorm van Overijssel af. Deze plotselinge ommezwaai van patriot naar prinsgezind werd hem door zijn vroegere medestanders niet in dank afgenomen. Zowel in 1791 als in 1795 staken lasterpraatjes en leugens van patriotse zijde de kop op en moest hij zich door middel van verweerschriften tegen de aantijgingen verdedigen. Van Deventer rechtvaardigde zijn handelwijze door te stellen dat hij voor wat betreft de zaak van de patriottische beweging van gedachten was veranderd en niet langer haar denkwijze en optreden wenste te volgen. Bovenal wilde Van Deventer zijn onafhankelijke positie als advocaat en procureur veilig stellen, want zowel in 1787 als in 1795 was hij door de toen heersende partij van zijn baan als gemeensman beroofd. Hoewel hij tot de hoogst aangeslagenen behoorde, moest hij zich verzekerd weten van een regelmatig inkomen, want hij was niet alleen kostwinner voor zijn eigen gezin, maar hij ondersteunde ook de gezinnen van zijn overleden broers.

Daarnaast was Van Deventer van mening dat iedere burger de geldende wetten en rechtspraktijken diende te volgen en dat ‘de rechtvaardigheid, edelmoedigheid en vergeving van geleden verongelijkingen, alleen het gedrag van den waren minnaar des Vaderlands moesten kenmerken ... ' Van Deventer was van mening dat hem onrecht was aangedaan. Hij stelde dat degene die niet als eerste prioriteit zijn gezin met goede zorgen omgaf, erger was dan een ongelovige. Tevens vond hij dat de christelijke naastenliefde een ieder van wraak en lastergevoelens moest weerhouden. Van Deventer wilde niets liever dan op grond van de Rechten van de Mens aanspraak maken op de veiligheid van persoon en eigendom en wenste de voordelen van de maatschappij te blijven genieten.

Van Deventer was een bijzondere Overijsselaar, één van de weinige leden van de Zwolse elite die zich meermalen in het openbaar heeft moeten verantwoorden. Als advocaat, procureur en bekend rechtsgeleerde raakte hij verzeild in een strijd tussen twee politieke bewegingen. De uitkomst daarvan maakte hem tot een prominent slachtoffer, dat wanhopig trachtte zijn inkomsten en verworven positie te handhaven. Salomon van Deventer trouwde op 6 mei 1776 in de kerk te Mastenbroek met Antje Jansdr. Wolfsen. Het echtpaar kreeg zes kinderen.

Auteur: J.J. Seekles
Geboren:   30-12-1736 Zwolle
Overleden:   11-02-1815 Zwolle
Vader:   Peter van Deventer, meester knoopmaker
Moeder:   Gesina Reinards
Echtgeno(o)t(e):   Antje Jansdr. Wolfsen
Publicaties:   Aanspraak van den burger Salomon van Deventer, procureur te Zwolle, aan zijne medeburgers en deductie voor denzelven aan de Volksrepresentanten der stad Zwolle. Zwolle, 1795
Laatst bijgewerkt op:   27-02-2014