Harry Bannink (1929-1999)


Harry Bannink werd in 1929 geboren aan de Lipperkerkstraat in Enschede, de stad waar hij tot zijn dertigste zou blijven wonen. Zijn vrouw Jenny groeide in diezelfde straat op, slechts een paar huizen verderop. Vandaar dat de twee al sinds hun 4e met elkaar omgingen. Jenny: 'Al op jonge leeftijd kreeg Harry privélessen van Martin Kaptein. Later van de bekende Kees van Baaren, die zelf directeur werd van het Conservatorium in Den Haag"
Na de oorlog - hij was toen amper 16 - speelde hij jazzmuziek met onder meer Ben Hogeweg. Hun groep de Casa-Loma's speelde veel voor de geallieerden die op vliegbasis Twenthe gelegerd waren. Maar ook in Concordia, op danspartijen in de Waarbeek en in Hotel Bad Boekelo.
De oorlog speelde hem parten bij zijn opleiding. De MULO kon hij hierdoor niet afmaken. Omdat Enschede nog geen Conservatorium had, deden Ben en Harry het staatsexamen in Den Haag. Met zijn diploma piano kon hij aan de slag als muziekleraar. Ook begeleidde hij balletlessen. Eén van de danseresjes van toen herinnerde zich later: 'Aan het eind van de les mochten wij om de beurt vrij dansen. Harry keek dan hoe we dat deden, langzaam, sierlijk, snel, soms huppelend en hij paste zijn pianospel dan onmiddelijk daaraan aan. Zelfs als klein kind was ik daar toen al van onder de indruk'. Echter de dag brak aan die later voor hem van betekenis zou blijken. Het was halverwege de jaren vijftig.
De KRO-radio zocht jong talent en reisde met muzikale deskundigen af naar de provincie. Een vriendinnetje van Harry werd opgeroepen voor een auditie. Ze vroeg Harry haar te begeleiden. Zij werd niet aangenomen, maar Harry wel! In 1956 trad Bannink in dienst van de KRO-radio om bij de wekelijkse cabaretrubriek `Poppetjes op de ruit' de muziek te leveren. Zo verdiende hij eind jaren vijftig enkele jaren zijn brood bij de radio, waar elke omroep nog een eigen orkest had, waarbij Harry naar hartenlust kon schnabbelen.
Hij bleek een ideale aanwinst voor de kleinkunstprogramma's te zijn: hij was een uitstekend begeleider en kon bovendien heel snel aansprekende melodieën maken. Hij was in 1960 repetitor bij de musical My fair lady, was orkestleider bij plaatsgenoot Henk Elsink en werd in 1963 op voorspraak van Conny Stuart de vaste begeleider van Wim Sonneveld's eerste one man show 'Een avond met Wim Sonneveld'. Daaruit dateren ook: Tearoom tango, Zeg maar ja tegen het leven en Nikkelen Nelis, liedjes die later klassiekers zijn geworden en waarvoor Bannink de muziek schreef.

Het eerste liedje op tekst van Annie M.G. Schmidt was het door Conny Stuart vereeuwigde "Hoezepoes", een staalkaart van klassieke en populaire themaatjes op een tekst die verre van maatvast was. Maar juist de grilligste teksten gaven hem het meeste plezier, zei hij later: "Ik heb er een zekere handigheid in gekregen om, als een klemtoon niet helemaal goed zit, bijvoorbeeld een nootje weg te laten, zodat 't toch weer klopt. In dat soort puzzelwerk heb ik altijd heel veel aardigheid gehad."

Zijn grote musical-jaren begonnen in 1965 met "Heerlijk duurt het langst", die een ongekend aantal klassieke nummers heeft opgeleverd. Zeven musicals schreef hij met Annie M.G. Schmidt (geproduceerd door John de Crane), maar zijn dierbaarste herinneringen koesterde Harry Bannink aan de sfeer van onbezorgde gelukzaligheid waarin die eersteling tot stand kwam. Al een half jaar na de première stelden de royalties hem in staat te stoppen als begeleider van Sonneveld, maar naderhand zat hij in de tv- studio nog jarenlang graag aan de piano als 'hoofd-geitebreier' van het orkestje dat het kleuterprogramma "De film van Ome Willem" begeleidde.
Ook voor jeugdseries als "De Stratemakeropzeeshow" en "De J.J. de Bomshow" leverde hij in die tijd, op teksten van Willem Wilmink en Hans Dorrestijn, pareltjes van bedrieglijke eenvoud af. De comedyserie "'t Schaep met de 5 poten" van Eli Asser kreeg, dank zij Bannink, de ene meezinger na de andere.

Zijn grootste kwaliteit lag wellicht in de volstrekte vanzelfsprekendheid van zijn werk; het is onvoorstelbaar dat er op die teksten ooit andere muziek zou zijn geschreven. Maar hij was, dat wordt vaak vergeten, ook een geniaal arrangeur van zijn eigen melodietjes. Een navrant liedje als "Vluchten kan niet meer" is des te rijker geworden door de melancholieke tegenmelodie. Zonder het gestopte trompetje (wah-wah) klinkt "Op een mooie pinksterdag" een stuk kaler. Wie de onvergetelijke liedjes uit de serie "Ja zuster, nee zuster" zingt, zingt meestal ook de extraatjes uit het arrangement mee. Met aanstekelijk vernuft boorde Bannink in die nummers een groot aantal muzikale bronnen aan, van diverse soorten volksmuziek ("Stroei-voei", "Popocatepetl") tot de Beatle-koortjes in het grappige "Harry wat heb je met je haar gedaan", waarin Annie M.G. Schmidt nadrukkelijk naar haar lijfcomponist knipoogde.
Sinds de schrijfster stierf, heeft de toonzetter meer aandacht gekregen. In het voorjaar van 1999 maakte Bannink zelfs, door vrienden overgehaald, een cd waarop hij zelf zong - met een gedistingeerd, ietwat rustiek timbre, dat niet alleen precies paste bij een wonderschoon nummer als "Wat voor weer zou het zijn in Den Haag", maar ook bij de gentleman die hij was.

De laatste jaren schreef Harry Bannink alleen nog liedjes voor Sesamstraat en Het Klokhuis. "Ik heb 't voor mezelf wel gehad", zei hij drie jaar geleden. "Ik speel veel piano en snuffel wat in oude partituren." Toch werd hij sindsdien nog regelmatig aan het werk gezet. In totaal heeft hij in veertig jaar tijd meer dan 3000 liedteksten van melodieën voorzien.

Harry werd vaak gekarakteriseerd als zijnde bescheiden. Kenmerkend was dat hij zichzelf geen componist maar toonzetter noemde. In met name de artiestenwereld werd hij zeer gewaardeerd niet alleen omdat hij prima materiaal leverde maar ook omdat het met hem zo prettig werken was.
Harry Bannink werd onderscheiden met onder meer de Gouden Notenkraker van de muziekindustrie, de Gouden Harp voor zijn verdiensten voor het Nederlandse lied en de Louis Davidsprijs voor het beste theaterlied, samen met tekstdichter Jan Boerstoel.
Hij heeft nog kunnen meemaken dat er een hele mooie uitgave geproduceerd werd waarop alle liedjes van Ja Zuster, Nee Zuster te horen zijn. In het koffertje zit naast een cd waarop alle 58 liedjes staan, een meezing cd, een tekstboek en een boek met alle bladmuziek.
Kort voor zijn dood heeft Harry Bannink nog een cd uitgebracht met als titel : 'Harry Bannink zingt!'

Harry voelde zich erg aangetrokken tot Twente. Maar de teloorgang van de Enschedese textielindustrie en de verpaupering van de stad in de jaren '60 en '70 vond hij erg. Samen met Willem Wilmink heeft hij daar nog een liedje over gemaakt met de naam 'Eindpunt van de trein', ook wel bekend als 'Textielstad'. Het werd gezongen door Joost Prinsen.

Auteur: Tonny Peters 

Geboren:   10-07-1929 Enschede
Overleden:   19-10-1999 Bosch en Duin
Echtgeno(o)t(e):   Jenny
Publicaties:   

Discografie: Harry Bannink zingt (1999) De beste hits van Harry Bannink (2000) Ja zuster, nee zuster : dvd-video (2003)

Laatst bijgewerkt op:   19-06-2018