Gerard Veldscholten


Gerard Veldscholten werd op 19 augustus 1959 geboren in de buurtschap Lemselo bij Oldenzaal. Hij verloor op 10-jarige leeftijd zijn vader, hetgeen hij vooral later tijdens zijn wielercarrière als een gemis voelde. Voor zijn moeder stond het gezin met drie kinderen op de eerste plaats, voor wielrennen kon ze weinig enthousiasme opbrengen. Veel heeft hij zelf moeten uitvinden. Aan de andere kant heeft hem dit ook wel in positieve zin gevormd. Gerard was hard voor zichzelf, hij wist wat hij moest doen en laten om het profwielrennen te kunnen blijven volhouden.

Wielrennen was niet de eerste sport die Gerard Veldscholten beoefende. Hockey, softbal en voetbal sloegen bij hem niet aan. Op 16-jarige leeftijd meldde hij zich bij de Oldenzaalse Wielerclub (OWC). Hij moest het aanvankelijk doen met een leenfiets met vleugelmoeren. Trainen deed hij het liefst alleen. Dat lag hem goed, hij leerde zo goed tempo rijden. Hij zou later de meeste overwinningen behalen in tijdritten of door alleen aan te komen. Bij de nieuwelingen behaalde Gerard Veldscholten zeven overwinningen. Als amateur reed hij voor R&B Glas en de Gazelle formatie van Ben van Erp, van wie hij volgens eigen zeggen veel geleerd heeft. Hij viel op bij twee grote tijdritten: bij de Grote prijs Eddy Merckx en de Grand Prix des Nations was hij de beste amateur.

In 1982 kreeg hij een aanbieding van Peter Post, bij wie hij was opgevallen vanwege zijn sterke tijdritten, om voor zijn TI-Raleigh-ploeg te komen fietsen. Hij tekende en moest meteen het eerste seizoen in de Tour de France debuteren. De ploeg van Post had een naam opgebouwd in de toen nog belangrijke ploegentijdritten. Veldscholten zou bij dit onderdeel een aanwinst kunnen zijn en hij maakte dat ook waar. Hij bleek in die eerste Tour de kwaliteiten van een ronderenner in zich te hebben, want behalve een goede tijdrit rijden kon hij ook nog goed bergop. In 1982 en 1983 reed hij de Tour in dienst van onder meer Johan van der Velde en Peter Winnen. Bovendien kreeg hij regelmatig de opdracht van zijn ploegleider om vroeg in de aanval gaan met een kopgroep. Hij werd 32ste in 1982 en 27ste in 1983, in welk jaar hij opviel door in Pau te juichen voor de etappeoverwinning, terwijl de winnaar al op het podium stond. In 1983 wist hij ook een etappe in de Ronde van Romandië te winnen.

1984 zou het beste profjaar voor Gerard Veldscholten worden. Er was nogal wat gebeurd in het Nederlandse wielerwereldje. Raas was (met onder meer Zoetemelk) voor de nieuwe ploeg Kwantum gaan rijden. Ook Knetemann en Van der Velde waren bij Post weggegaan. Post ging verder met de sponsor Panasonic. De opdracht voor Gerard Veldscholten was duidelijk: hij zou gaan werken voor de nieuwe kopmannen Phil Anderson en Peter Winnen. Na 12 etappes stond Veldscholten, ondanks al het extra werk dat uit zijn taken voortvloeide en mede dankzij een sterke tijdrit, op een knappe 4e plaats. Voor het eerst liet hij een verslaggever weten dat hij nu ook wel vond dat hij recht had op een min of meer beschermde positie. Niet dat hij er met Post over had gesproken… ‘Ik wil het gewoon proberen af te dwingen’. In de 17e etappe naar Alpe d’Huez zakten de kopmannen Winnen en Anderson door het ijs. Andermaal was Veldscholten, ondanks een lekke band en een val, de beste Nederlander met een 15e plaats. In het algemeen klassement stond hij zesde. Toch wilde Post hem niet als de nieuwe kopman aanwijzen: ‘De plaats van Veldscholten blijft ongewijzigd’. De 18e rit naar La Plagne was een zwarte dag voor de Nederlandse renners, ook voor Gerard Veldscholten, die 36ste werd op 22 minuten van winnaar Fignon. Uiteindelijk werd Veldscholten deze Tour 16de en beste Nederlander. Het was een moeilijke Tour geweest voor de ploeg van Post, ook door de tweestrijd met de Kwantum-ploeg van Raas. Beide ploegen reden elkaar in de wielen.

In de commentaren in de kranten na afloop van de Tour werd geconcludeerd dat het gouden tijdperk met Zoetemelk, Kuiper, Knetemann en Raas voorbij was. Als enig lichtpunt werd Gerard Veldscholten genoemd. Post over Veldscholten: ‘Gerard leert geweldig veel. Het kan in de toekomst een goede man voor het klassement worden. Hij is erg sterk, maar nog geen winnaarstype. Je moet hem ook steeds met rust laten, ik bedoel ermee dat je hem op zijn manier moet laten rijden. Als je gaat zeggen wat hij moet doen, gaat het juist verkeerd’. Zelf was Veldscholten bijzonder tevreden met zijn Tour. "Jammer van die ene zwakke dag, toen ik direct al bij de beklimming van de Lautaret in moeilijkheden kwam. Ik wil het niet als excuus aanvoeren, maar ik moet er wel bij zeggen dat ik die dag wel hinder ondervond van een valpartij een dag eerder. Op Alpe d'Huez heb ik toen slecht geslapen maar goed, al met al mag ik toch niet mopperen met mijn plaats bij de eerste twintig. Je moet niet vergeten dat er in deze Tour meer klimmers dan ooit waren". Ook buiten de Tour de France deed Veldscholten van zich spreken: hij won onder meer etappes in de Dauphiné Libéré en de Ronde van Zwitserland.

In 1985 aan de vooravond van de Tour liet Veldscholten een unieke kans op het Nederlands Kampioenschap liggen, toen hij zich, met drie man voorop, door Jacques Hanegraaf (van Kwantum) liet verrassen. Iedereen was het erover eens: als Veldscholten eerder was gedemarreerd, en niet de instructies van Post had opgevolgd, had niemand hem meer kunnen achterhalen. In de pers verschenen verhalen over spelletjes die gespeeld zouden zijn tussen Raas en Post. De laatste had het niet meer zo op Veldscholten, die net had aangekondigd naar PDM te vertrekken en beide ploegleiders waren op zoek naar een pact voor de komende Tour. Een gebrek aan koerstactiek werd hem soms verweten door Peter Post. Hij werd wel eens in het rijtje Ludo Dierckxens, Piet van Est, ‘hardrijders op het verkeerde moment’ geplaatst. Zo leep als Jan Raas was hij zeker niet, maar hij kon vaak ook moeilijk kiezen: voor eigen succes gaan of het ploegbelang laten voorgaan. Bijna altijd koos hij voor het laatste. Zijn bescheidenheid heeft zijn carrière beïnvloed. Bovendien, op momenten dat er juist veel van hem werd verwacht werd, was de druk soms te groot en werd hij nerveus.

De belofte in 1984, een ronderenner voor de top 10 te worden is er niet meer uitgekomen. De verwachte doorbraak kwam niet. In 1985 werd Gerard Veldscholten 28ste. Zijn conclusie na deze Tour was: ‘het belang van de ploeg heeft me in de weg gestaan’. Vandaar dat hij voor het volgende jaar (1986) al had getekend voor PDM, waar Roy Schuiten ploegleider was. Hier hoopte hij meer voor eigen kans te kunnen rijden en ook financieel ging hij er behoorlijk op vooruit. In het voorjaar echter raakte hij bij een valpartij geblesseerd aan zijn knie. Weer opgelapt voor de Tour, werd hij in de eerste week ziek, nadat hij tijdens de eerste ploegentijdrit zo hard had gesleurd dat drie ploeggenoten al vroeg moesten afhaken en wegens tijdsoverschrijding naar huis moesten. Hij werd dit jaar 61ste. 1987 werd helemaal een verloren jaar. Door een langdurige rugblessure kwam hij dat jaar nauwelijks aan de start. De begeleiding van de ploegleiding van PDM was teleurstellend.

Veldscholten was blij dat hij na deze verloren jaren een goed contract kon tekenen bij de Weinmann-ploeg van Paul Koechli. In de Zwitserse ploeg moest hij werken voor de kopmannen, maar daar had Veldscholten zich intussen al mee verzoend. Hij kon weer wielrennen en af en toe ook nog voor eigen kans gaan. Die kans pakte hij ook: hij werd dat jaar eindwinnaar van de Ronde van Romandië, zijn mooiste overwinning. Eerder dat jaar was hij zevende geworden in Parijs-Roubaix. In 1988 jaar reed hij voor het laatst de Tour en werd 45e. Een opvallende uitspraak van Veldscholten over deze Tour: ‘Renners die normaal slechter dan ik bergop fietsen, stoven me voorbij. Ik doe aan die kwalijke dopingpraktijken niet mee. Dan maar op het tweede plan figureren, er komt immers ook nog een leven na het wielrennen.’.

Zijn laatste jaar als profwielrenner (1991) fietste hij voor Telekom. Tussen Veldscholten en ploegleider Hennie Kuiper boterde het niet. De relatie tussen beide Tukkers was nooit best geweest en na een meningsverschil werd Veldscholten door zijn ploegleider in een ochtendkrant afgebrand. Een nieuwe ploeg vond hij niet meer, hoewel hij dacht nog twee jaar op niveau te kunnen blijven fietsen. Op 31 december van dat jaar maakte hij bekend definitief te stoppen.

Na zijn wielercarrière is hij in een fietsenzaak gaan werken in Deventer, waar hij nog steeds werkt. Hij wilde geen eigen fietsenzaak want ‘te veel zorgen, te veel rompslomp’. In zijn vrije tijd fietst hij nog steeds graag.

Veldscholten blijft in de herinnering als een wielrenner, die op momenten verschrikkelijk hard kon rijden, een tempobeul. Kenmerkend voor hem is dat hij, tijdens de hoogtijdagen van het Nederlandse wielrennen, regelmatig in de ploeg werd opgenomen voor het Wereldkampioenschap, waar hij altijd sterk reed op de zware parcoursen, weliswaar in dienst van anderen, maar toch.

Auteur: Tonny Peters
Geboren:   19-08-1959 Lemselo
Publicaties:   De vergeten Tour: vervlogen dromen van Nederlandse Tourrenners/ door Marije Randewijk. Baarn, Trion, 2003.
Laatst bijgewerkt op:   24-04-2014