J.P. Nagelhout 1903-1975


Hoewel niet geboren in Overijssel maar in Noord-Holland, is Joannes Pieter Nagelhout van grote betekenis geweest voor het culturele klimaat in Overijssel gedurende de jaren 1945-1970. Als zoon van een agrariër zag hij het levenslicht in 1901 in Moerbeek, een gehucht in de gemeente Oude Niedorp (N.H.). Hij was het vierde kind van Jan Nagelhout (1869-1923) en Aaltje Schaap (1873-1947). Na de HBS studeerde hij medicijnen in Amsterdam, waar hij in 1930 zijn bul in ontvangst mocht nemen. Tijdens een stageperiode in Dwingeloo, leerde hij Jacoba Wilhelmina Klijzing (1902-1991) kennen, een kennismaking die in het voorjaar van 1930 uitmondde in een huwelijk.

Ze kwamen wonen in Holten waar de jonge arts de praktijk van de toenmalige huisarts Bessinkpas overnam. In zijn studie toonde hij al veel belangstelling voor beeldende kunst, in bijzonder schilderkunst. Vooralsnog echter werd het echtpaar volledig in beslag genomen door de opbouw van de Holtense praktijk. Toch bleef er nog wel enige tijd over zich te wijden aan zijn zanghobby. Zowel in de kerk van Holten als ook in Deventer was hij regelmatig te horen. Voor Coba, zijn vrouw, was het de start van de vele maatschappelijk functies die ze in haar leven zou vervullen.Tijdens de Tweede Wereldoorlog weigerde de jonge arts een verklaring te ondertekenen, waarbij zijn gehoorzaamheid aan de bezetter werd geëist. Als gevolg hiervan werd hij voor korte tijd geïnterneerd in kamp Amersfoort.

De culturele activiteiten waarmee J.P. Nagelhout zijn bekendheid verwierf begonnen pas echt in 1949 toen hij in samenwerking met de Nederlandse Reisvereniging (N.R.V) een comité oprichtte om het mogelijk te maken jonge kunstenaars uit te zenden naar Frankrijk. Nagelhout was er namelijk van overtuigd dat het voor hen belangrijk was hun horizon te verbreden. Tijdens de oorlog had hij vergevorderde plannen gemaakt, die nu uitgewerkt konden worden. Met zijn goede vriend, Herman Schönfeld Wichers (Belcampo), in die tijd huisarts te Bathmen, besprak hij zijn ideeën. Al snel bleek het plan levensvatbaar en voegden zich afgevaardigden van het Ministerie van Onderwijs Kunsten en Wetenschappen (O.K en W) evenals de Nederlandse Federatie van Beroepsvereniging van kunstenaars (Federatie) bij het comité. Het echtpaar Nagelhout had op voorhand de laatste jaren al diverse reizen naar Frankrijk gemaakt en een aantal hoteleigenaren weten te vinden die bereid waren kunstenaars op te nemen in de toeristenluwe periode. Als dank hiervoor zou de hoteleigenaar na afloop een ingelijst olieverfschilderij ontvangen.

Een van zijn eerste acties gericht op kunstenaarsreizen vond plaats in 1951 in zijn eigen dorp. Hij richtte een kunstclub op met de naam de Holtense Kunst Club( H.K.C.) Hieraan was een loterij verbonden, waarmee kunstwerken verworven konden worden. Via de media werd de Holtense bevolking op de hoogte gesteld en dat men zich kon vervoegen in Hotel Holterman- zaal Amicitia te Holten. Door de aankoop van loten werd men automatisch lid van de H.K.C. Nagelhouts streven was om de kunstenaar dichter bij het publiek te brengen. Om dit te realiseren nodigde hij voor de HKC avonden kunstenaars uit, die met zijn plan op reis waren geweest. De kunstenaars hielden een praatje over de reis en stelden een schilderij voor de verloting ter beschikking. Deze formule sloeg aan bij het publiek. Gedurende vijf en twintig jaar bleef deze kunstclub tot volle tevredenheid van zijn leden bestaan. Er werden zelfs plannen gesmeed deze formule ook te introduceren in Deventer, Markelo en Dwingeloo. Maar het bleef bij plannen mede omdat de inspirator niet op alle plekken tegelijk kon zijn. Het dorp Holten werd verder bij de uitwisseling betrokken door het beschikbaar stellen van hotelruimte door de plaatselijke hotels voor buitenlandse kunstenaars.Voor hen werden met assistentie van de bevolking uitstapjes naar karakteristieke Nederlandse gebieden georganiseerd en aan het eind van hun verblijf in Holten konden de kunstenaars hun vervaardigde schilderijen op een expositie laten zien en eventueel verkopen. Tussen 1950 en 1970 kwamen groepen Franse, Monegaskische, Belgische, Zwitserse en Engelse kunstenaars naar Holten en omliggende plaatsen.

Op deze wijze ontstond er een levendig cultureel klimaat in Holten waarvan het echtpaar Nagelhout de spil was. Ook de uitwisselingen van Nederlandse kunstenaars naar het buitenland, in het begin alleen Frankrijk, bleven doorgaan. Een deel van de werkzaamheden werd overgenomen door de secretariaten van de deelnemende organisaties, maar tot 1965 bleef Jo Nagelhout de grote stimulator van de uitwisselingsreizen voor Nederlandse kunstenaars naar het buitenland. De spreekbuis voor al zijn activiteiten was het medische periodiek Arts en Auto, dat verslagen van kunstenaarsreizen opnam en ook Nagelhout diverse malen aan het woord liet. Toen het plan werd opgevat de succesvolle loterij tot een landelijke uit te breiden was het opnieuw dit blad dat de promotie verzorgde. Tijdens zijn eigen (veelal op hotelcontrole) gerichte reizen, zorgde hij voor een vervangende arts in de Holtense praktijk.

Al deze activiteiten hebben hem niet belet, een eigen kunstcollectie op te bouwen. Voor de oorlog had hij al schilderijen gekocht bij kunsthandelaren en op veilingen. Tijdens de uitwisselingen kocht hij ook van kunstenaars die hij goed kende of waarvan hij wist dat ze het geld hard nodig hadden. Zo ontstond een bijzondere, weliswaar heterogene kunstcollectie, waarin zich werken bevinden van Sluijters, Israëls, Filarski en diverse werken van de magisch realistische schilder Raoul Hynckes. Ook werk van Overijsselse kunstenaars zijn in de collectie opgenomen. In 1978 werd in een testamentaire acte vastgelegd dat de collectie gelegateerd zou worden aan de gemeente Holten, als dank aan de gemeenschap waarin het kinderloze echtpaar Nagelhout-Klijzing zo vele jaren met plezier gewerkt en gewoond had.

In het gemeentehuis aan de Smidsbelt te Holten werden vervolgens zeventig schilderijen en drie beeldhouwwerken geëxposeerd, zodat de bevolking van Holten ervan konden genieten. Het samenvoegen van de gemeente Holten en Rijssen maakte het noodzakelijk dat er in Rijssen een nieuw gemeentehuis gebouwd werd. De collectie verdween tijdelijk in het depot want in het testament staat dat de collectie niet uit Holten mag verdwijnen. De in 1999 opgerichte Stichting Collectie Nagelhout (SCNH) beijvert zich het culturele erfgoed van Nagelhout verder uit te dragen en heeft de zorg voor de schilderijen op zich ge nomen. De gemeente Rijssen-Holten is eigenaar van de kunstcollectie, de SCNH adviseert en heeft ervoor gezorgd dat alle werken zorgvuldig gerestaureerd en geconserveerd werden. Samen met de gemeente is een goed geconditioneerde opbergmogelijkheid gecreëerd en een documentatiecentrum is in het leven geroepen. Verder organiseert ze regelmatig exposities.

In 2010 is het vroegere Holtense gemeentehuis verbouwd tot Kulturhus en is er voor de Nagelhoutcollectie een permanente tentoonstellingsruimte beschikbaar gekomen. De zogenoemde Nagelhoutzaal is een museale ruimte in het souterrain van dit gebouw waar vanaf het najaar 2010 regelmatig exposities, gerelateerd aan de Collectie Nagelhout, worden gehouden. Het erfgoed van J.P. Nagelhout, medicus, mecenas en collectioneur is hiermee veilig gesteld. Verdere informatie is te verkrijgen op www nagelhoutcollectie.nl

Auteur: drs. Roel H. Smit-Muller, kunsthistorica

Geboren:   11-07-1901 Moerbeek (N.H.)
Overleden:   08-01-1975 Holten
Vader:   Jan Nagelhout (1869-1923)
Moeder:   Aaltje Schaap (1873-1947)
Echtgeno(o)t(e):   Jacoba Wilhelmina Klijzing (1902-1991)
Publicaties:   Roel H. Smit-Muller. J.P. Nagelhout, medicus, mecenas, collectioneur. Zwolle, 2005 Studiegroep Radboud Universiteit Nijmegen, o.l.v. dr. L.Tibbe. Kunst als reischeque. Hengelo, 1995
Laatst bijgewerkt op:   09-04-2014