C.J. Snuif (1873-1929)


Cornelis Jan (Cor) Snuif werd in 1873 in Zaandijk geboren. Hij vestigde zich in 1895 op 22-jarige leeftijd als apotheker in Enschede. Een jaar later trad hij in het huwelijk met Hermina Fenna ter Weele. Snuif raakte al snel geïnteresseerd in de geschiedenis van Twente. Hij werd in 1901 lid van de Vereeniging tot beoefening van Overijsselsch Regt en Geschiedenis (VORG) en hij was van 1909 tot aan zijn dood in 1929 bestuurslid van deze vereniging. In 1907 publiceerde hij voor het eerst - een artikel over ‘Rooms-Catholieke kerkbouw te Haaksbergen' in het veertiende en laatste deel van de Bijdragen tot de geschiedenis van Overijssel. Vanaf 1909, het jaar waarin hij het bestuurslidmaatschap van de VORG aanvaardde, leverde Snuif een kleine honderd bijdragen aan het jaarboek van genoemde vereniging, dat verscheen onder de lange naam Verslagen en mededeelingen van de Vereeniging tot beoefening van Overijsselsch regt en geschiedenis. De artikelen waren vaak kort – soms verschenen ze onder de titel ‘Kleine bijdragen uit Twenthe’ - , maar bepaalde onderwerpen werden door Snuif ook uitgediept. Lange artikelen schreef hij over onder meer ‘De commenderie der Duitsche Orde te Ootmarsum’ (1925) en ‘Twenthe aan de hand van kaarten van Jacob van Deventer’ (1924). Ook voor andere (jaar)boeken, tijdschriften en kranten schreef hij artikelen, onder meer voor Tijdschrift voor rechtsgeschiedenis, Nomina geographica Neerlandica, Gedenkboek Schuiling (1924). Voor de familie van Heek stelde C.J. Snuif het ‘Familieboek der Van Heeks’ (1915) samen.

Zijn belangrijkste studiebron werd gevormd door oude papieren en geschriften, die hij ter bestudering kreeg – soms mocht hij ze houden - van boeren, met wie hij door zijn apotheek in contact kwam. L.A. Stroink schrijft in ‘Stad en Land van Twente’ (1962): ‘als ze (de boeren) soms beweerden deze niet te kunnen vinden, ging hij zelf naar de bedstede om de stukken van het plankje boven het hoofdeinde te halen’. Veel gegevens heeft hij zo verzameld over de geschiedenis van boerenerven. Snuif was van nature vrijmoedig en toegankelijk, maar het hielp ook dat zijn vrouw uit een oud Twents geslacht stamde. Ook als secretaris van de Gezondheidscommissie, een functie die hij in Enschede ruim dertig jaar uitoefende, kwam hij bij veel mensen over de vloer en wist hij veel historisch materiaal op te diepen. Snuif was vanaf de oprichting van de Oudheidkamer Twenthe (1906) tot 1930 secretaris van het bestuur van de Oudheidkamer Twenthe en hield ook voordrachten tijdens de jaarvergaderingen van deze vereniging.

Bij de in 1920 verschenen geheel herziene tweede druk van 'Geschiedenis van Enschede en zijne naaste omgeving', maakte de auteur Dr. A. Benthem Gz. graag gebruik van de ‘mededeelingen’ van Snuif en was het ook Snuif die nauw bij de heruitgave van dit standaardwerk betrokken was. L.A. Stroink schrijft in zijn boek veel gebruik te hebben gemaakt van het materiaal dat door Snuif werd verzameld en ontsloten. Snuif vervulde de functie van vraagbaak voor veel auteurs van standaardwerken. Mr. G.J. ter Kuile noemt er een aantal: "Van der Capellen. Staatkundig levensbeeld" ( M. de Jong, 1922), "Horige Rechten in Twenthe" (H. J. Massink, 1927) en “Fabrieken en menschen” (A. Blonk, 1929) en ‘om niet te zwijgen van zoo menige hulp mij zelf verleend bij mijn "Twentsche Havezathen" ‘

Snuif bezocht graag buitenlandse congressen, met name die van de Hanseatische Verein in de grote Noord-duitse steden, maar ook ‘Tagungen’ van kleinere schaal in plaatsen als Vreden, Coesfeld, Bentheim en Ahaus. Hij stond n.l. op het standpunt, dat de geschiedenis van Twente evenzeer in Duitsland als in onze eigen omgeving gezocht dient te worden. Ook in België en Frankrijk woonde hij congressen bij, vanwaar hij prentbriefkaarten stuurde aan zijn vrienden en waarover hij na thuiskomst enthousiaste verhalen vertelde.

Na een kortstondige ziekte overleed Snuif op 14 december 1929, 57 jaar oud. Voor zijn overlijden had hij al een bijdrage gereed over ‘De kleine steden in Twenthe’ voor het in 1931 verschenen, 1108 pagina's omvattende werk ‘Overijssel’, dat tot het verschijnen van 'Geschiedenis van Overijssel' in 1970 het het standaardwerk was over de geschiedenis van Overijssel. Een jaar na het overlijden van Snuif werd op verzoek van zijn dochter, M.G. Snuif, een commissie gevormd die de verspreide publicaties van Snuif bundelde in 'Verzamelde bijdragen tot de geschiedenis van Twenthe'. Daarmee werd er postuum eer betoond aan een man die veel 'veldwerk' heeft verricht bij het onderzoek naar de Twentse geschiedenis. Van het boek verscheen in 1975 een ongewijzigde herdruk.

G.J. ter Kuile, voorzitter van de VORG, portretteerde zijn vriend in de Verslagen en mededeelingen van de VORG van 1930. Hij schetst Snuif als een verzamelaar van zeldzame periodieken, curieuze pamfletten, dissertaties, genealogieën, markeregten, overdrukjes, kaarten, charters, en stapels van oude vergeelde documenten en in het bezit van de meest volledige historische bibliotheek van Overijssel. Maar deze vorser in oude documenten was volgens ter Kuile ook een man van zijn tijd met veel belangstelling voor de nieuwste ontwikkelingen in de techniek en stond als lid van de Gezondheidscommissie midden in de samenleving.

Auteur: Tonny Peters (OBD)
Geboren:   25-05-1873 Zaandijk
Overleden:   14-12-1929 Enschede
Vader:   Gerrit Cornelis Snuif
Moeder:   Maartje de Jager
Echtgeno(o)t(e):   Hermina Fenna ter Weele
Publicaties:   - Familieboek der Van Heeks. Enschede, 1915. Fotomechan. herdr. 2002 - Verzamelde bijdragen tot de Geschiedenis van Twenthe. Amsterdam, De Spieghel, 1930. 519 p. Ongewijzigde herdr. Hengelo, Broekhuis, 1975. Over C.J. Snuif: - In Memoriam C.J. Snuif/ door G.J. ter Kuile In: Verslagen en mededeelingen VORG, 47ste stuk (1930), p. 5-10
Laatst bijgewerkt op:   17-04-2014