Berto ten Cate (1910-1989)


Berto werd op 1 februari 1910 te Almelo geboren als zoon van Doede Lambertsz. ten Cate, na naamswijziging (1876) Doede Doedes Breuning ten Cate (1875-1965) en van Angelique Fanny baronesse van Heeckeren van Molecaten (1887-1947). Hij overleed op 7 augustus 1989 te Haarle.

Zijn schooljaren bracht hij in Almelo en aan de kostschool Warnsborn bij Arnhem door. In die tijd verbleef Jan Julius Lodewijk Duijvedak (1889-1954) vaak bij de familie Doedes Breuning ten Cate om ongestoord Chinees te kunnen studeren. Deze hielp Berto met het maken van zijn huiswerk. Zijn technische opleiding kreeg hij aan het Bolton Technical College bij Manchester in Engeland, de plaats waar veel Twentse fabrikantenzonen hun textielopleiding volgden. Vervolgens deed hij praktische ervaring op in het Almelose bedrijf van zijn familie. Hij specialiseerde zich in de katoen, waarvoor hij in het begin van de jaren dertig in Amerika een opleiding volgde bij Stevinson, een zakenrelatie van H. ten Cate Hzn & Co. Daar heeft hij een halfjaar op katoenbeurzen en katocnfabrieken gewerkt. Ter completering van zijn opleiding bracht hij aansluitend op zijn verblijf in Amerika een halfjaar door in een Engels finishing bedrijf.

Kort hierna trad hij in het huwelijk met Olga Amy van Delden. Tijdens hun lange gecombineerde huwelijks- en zakenreis verbleven zij onder andere een halfjaar in Indonesië. Daar bestudeerde hij de cambricverkoop en rapporteerde daarover aan het familiebedrijf. Voordat hij firmant werd, heeft hij in de fabriek in Almelo op de calculatie-afdelingen gewerkt. In 1940 werd hij tot directeur benoemd. In de oorlogsperiode draaide de firma gewoon door. In die tijd had Berto (door velen in zijn omgeving steevast met 'meneer Berto' aangeduid) speciaal bemoeienis met de maatregelen voor de veiligheid van het personeel. Om te voorkomen dat de werknemers naar Duitsland zouden worden afgevoerd om daar te werk gesteld te worden, moest men ze in Almelo aan het werk houden, ook toen er aan het einde van de bezettingstijd een nijpend tekort aan grondstoffen was en de handel nagenoeg stilstond. Men heeft toen onder andere volkstuintjes aangelegd om het personeel daarop te laten werken. Dat werkte totdat de Duitsers in 1944 een razzia hielden waarbij ook meneer Berto opgepakt werd. Hij moest in Duitsland tankgrachten graven, iets wat hem zichtbaar onhandig afging. Vandaar dat anderen hem te hulp kwamen. In Almelo maakte het achtergebleven personeel bezwaar tegen de deportatie van de directeur. Zodoende kon hij na een dag of tien huiswaarts keren. Later, tot aan de bevrijding, werd zijn vrouw nog enige tijd in het huis van bewaring vastgehouden.

Aanvankelijk was hij politiek actief in de Liberale Staatspartij. Na de oorlog werd alles anders. Hoewel hij een zwak had voor de PvdA als doorbraakpartij, werd hij op aanraden van derden toch lid van de VVD. Vooralsnog geloofde hij in een echte volkspartij. Na de winst die de partij in 1952 behaalde, stelde hij zich toch kritisch op: 'Als wij onze campagne goed gevoerd hadden en als onze partij een beter bestuur had gehad, dan zou onze winst pas ten volle behaald zijn geworden'. Hij verweet het hoofdbestuur dat zij geen vakbondsleiders een plaats op de kandidatenlijst had aangeboden. Later bleek het hoofdbestuur het bij het rechte eind te hebben: hem bleek dat vertrouwensmensen der arbeiders principieel niet bij de VVD thuishoren. Datzelfde jaar nam hij zitting in het hoofdbestuur. Toen was hij al voorzitter van de VVD-afdeling Almelo, een functie die hij pas in 1973 neerlegde. In die hoedanigheid zat hij ook in vele commissies voor kandidaatstellingen, was hij voorzitter van de Kamer-centrale Zwolle en zat hij in de Raad van advies en steun van de prof. mr. B.W. Teldersstichting. Voor dat alles werd hem het erelidmaatschap van de VVD aangeboden.

In het familiebedrijf hield hij zich bezig met het binnenlandse vervoer op de afdeling expeditie en met de representatie van het bedrijf, ook met betrekking tot de personeelsfestiviteiten. Die rol was hem op het lijf geschreven. Zijn afkomst, zijn charme, zijn omvangrijke kennissen- en relatiekring en zijn onvermogen om te kunnen weigeren, leidden ertoe dat hij voor alles en nog wat gevraagd werd. Hij was naar buiten hét visitekaartje van H. ten Cate Hzn, later Koninklijke (Textielfabrieken) Nij verdal Ten Cate (KNTC). In die hoedanigheid ontmoette hij meer dan eens koningin Juliana. Als textielkenner bij uitstek lette hij vooral op haar kleding. Eens (1964) heeft hij met grote tevredenheid kunnen constateren dat de vorstin gekleed ging in Super Roneva, een batistachtige met filmdruk bewerkte stof, afkomstig uit zijn bedrijf.

Gedurende de fusiebesprekingen met de Koninklijke Stoomweverij te Nijverdal N. V. (KSW) was hij de (vice-)secretaris van het College der samenwerkende vennootschappen. Daarbij was ook Godfried van der Muelen (1897-1953) aanwezig. Deze was secretaris (1925-1926), voorzitter (1927-1932) en vice-voorzitter (1937-1941) van de Openbare Bibliotheek Almelo. Deze bibliotheek was op initiatief van Hendrik Salomonson (1868-1918), directeur van de KSW, in 1916 tot stand gekomen. De banden die KSW met de bibliotheek had, werden na de fusie door KNTC bestendigd. Zo werd meneer Berto in 1952 bestuurslid van de Stichting Vrienden van de Bibliotheek Almelo. Het jaar daarop kwam hij in het bestuur van de Openbare Bibliotheek, werd er vice-voorzitter (1962), en voorzitter (1970). In dat jaar werd Josephjan Constantijn Alberdingk Thijm (geb. 1929), de latere voorzitter van de Raad van Bestuur van KNTC, vice-voorzitter, welke functie hij tot 1981 bekleedde. In 1963 schonk KNTC honderdduizend gulden aan de bibliotheek, welk bedrag voor een nieuw onderkomen (1965) werd aangewend.

Veel tijd en geld stak Ten Cate in de voetbalvereniging Heracles. Daarmee is de naam Doedes Breuning ten Cate gedurende vele tientallen jaren onverbrekelijk verbonden geweest. Hij volgde zijn vader op als beschermheer van Heracles. In 1967 werd hij tevens voorzitter, welke combinatie van functies destijds door sommige leden bekritiseerd werd. Toen Heracles in 1962 naar de eredivisie promoveerde, werd het kampioensfeest gevierd in het gebouw van de Sociëteit tot Nut en Vermaak, waarvan meneer Berto voorzitter was. Uit die tijd dateert ook de wervingstekst: 'Een werkkring bij Nijverdal-ten Cate is een plaats in de eredivisie'. Momenteel wordt de voetbalclub Heracles nog steeds door KNTC gesponsord. In die jaren zat hij ook in tal van andere besturen. Zo was hij onder meer beschermheer van het Stedelijk Orkest Semper Crescendo, vele jaren voorzitter van de Toneelgroep Theater te Arnhem, plaatsvervangend voorzitter van het Cultureel Centrum, beschermheer van de Hockeyclub, lid van het hoofdbestuur en het dagelijks bestuur van het Koningin Wilhelminafonds en secretaris van de Industriële Kring Twente, afdeling Almelo. Namens deze laatste kring zat hij tevens in de Kamer van Koophandel. Op een gegeven moment had hij meer dan dertig nevenfuncties tegelijk. In net jaar dat hij 25 jaar directeur van het bedrijf was (1964), werd hij benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau. In 1970 trad meneer Berto af als directeur van Koninklijke Nij verdal Ten Cate. Hij was toen dertig jaar firmant en directeur geweest, maar heeft zijn sporen vooral nagelaten in het openbare verenigingsleven.

Berto Doedes Breuning ten Cate huwde op 17 juli 1937 te 's-Gravenhage met Olga Amy Marcuse, geboren op 26 juni 1914 te Berlijn. Zij liet zich naar haar stiefvader Van Delden noemen. Uit dit huwelijk werden drie kinderen geboren.

B. Wouda
Uit: Overijsselse biografieën
Geboren:   01-02-1910 Almelo
Overleden:   07-07-1989 Haarle
Vader:   Doede Lambertz. Ten Cate / Doede Doedes Breuning ten Cate (1875-1965)
Moeder:   Angelique Fanny baronesse van Heeckeren van Molecaten (1887 - 1947)
Echtgeno(o)t(e):   Olga Amy van Delden (eerder Marcuse)
Publicaties:   Archief van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie, afdeling Almelo W.E.M. ten Cate, De Almelose tak van de (van oorsprong doopsgezinde) familie Ten Cate uit Borne, Maasland 1991 A. Tijhuis, Wandelen onder palmen; 75 jaar openbaar bibliotheekwerk in Almelo, 1916-1991 Almelo 1991 'B. Doedes Breuning ten Cate 25 jaar directeur', in: Het Contact, 21 mei 1965
Laatst bijgewerkt op:   16-07-2014