Jan Hendrik Stolte (1737-1795)


Op 19 mei 1737 werd Jan Hendrik Stolte te Heemse gedoopt. Hij was de zoon van Anthonius Stolte en Christina van Niel. Hij overleed op 18 februari 1795 te Zwolle. Jan Hendrik was geboortig uit een familie van predikanten. Zijn grootvader was predikant te Nieuwleusen, zijn vader en broer stonden te Heemse. Aanvankelijk leek het alsof ook Jan Hendrik de familietraditie zou voortzetten, want op n september 1755 liet hij zich te Groningen inschrijven als student in de theologie. Tijdens zijn studie vond op zondag 3 oktober 1760 in de kerk van Heemse een opmerkelijk incident plaats. Tijdens een dienst, waarin de vader van Jan Hendrik preekte, bemoeide jonker Isaac Reinder van Raesfelt zich ongevraagd met het verloop van de dienst. Dit wekte de woede op van Jan Hendrik die na het beëindigen van de dienst op de jonker afschoot en hem een flink pak rammel gaf. Voor de opvliegende student was autocratisch adellijk ingrijpen geen vanzelfsprekende zaak. Jan Hendrik had daarna blijkbaar zijn bekomst van het predikantschap, want kort na deze 'slagerije' veranderde hij van studierichting. Mogelijk kwam hij aan de universiteit onder invloed van verlichte denkbeelden. Een kenmerk van het verlichte denken was het belang dat gehecht werd aan de praktische verbetering van de samenleving. Jan Hendrik koos er voor zijn energie te gaan besteden aan het belangrijkste goed van de mens: de gezondheid. Op 18 juni 1766 promoveerde hij te Groningen in de medicijnen.

Jan Hendrik koos Zwolle als woonplaats. Op 28 september 1767 kocht hij het kleine burgerschap van de stad. Naast zijn praktijk als medicus deed hij al snel zijn intrede in de stedelijke politiek. Op Lucie-avond (12 december) 1770 werd hij voor de Sassenstraat in de meente gekozen. Voor meenteleden was het grote burgerschap verplicht; dat verwierf Stolte op 19 februari 1771. Stolte was de eerste arts die — zonder het stadsbestuur in te lichten — in 1769 in Zwolle mensen inentte tegen de pokken. Zoveel zelfstandig optreden was niet naar de zin van de Zwolse magistraat. Het werd hem verboden voortaan zonder voorafgaande permissie te vaccineren. De volgende jaren entte Stolte, steeds met de goedkeuring van de magistraat, circa 125 personen in. Het vertrouwen van het stedelijk bestuur in de medische capaciteiten van Stolte bleek ook uit zijn benoeming tot stadsarts van Zwolle op 13 juli 1776.

In de jaren 1776-1777 raakte hij in conflict met zijn collega Abraham Cyrus over de behandeling van de drost van Salland. Deze was overleden na door beide artsen behandeld te zijn. Beide heren beschuldigden elkaar van medische incompetentie. In een pamflet van Cyrus werd Stolte beticht van "lasterlijke imputatien". Stolte antwoordde op de gebruikelijke manier met een tegen-pamflet. Als verlichte achttiende-eeuwse burger was Jan Hendrik Stolte lid van verschillende wetenschappelijke genootschappen. Op 5 december 1776 werd hij gewoon lid van het Provinciaal Utrechts Genootschap der Wetenschappen. Hij was er zeer trots op dat hij in 1778 werd toegelaten tot het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen. In datzelfde jaar werd hij secretaris van het Zwolse departement van de Oeco-nomische Tak van de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen te Haarlem. Ondanks het enthousiasme van de Zwolse leden om de economische situatie in de stad te verbeteren, waren de resultaten gering. De werkelijkheid was weerbarstiger dan de "zucht voor 't welzijn van ons lieve Vaderland" — zoals Stolte het uitdrukte — tot stand kon brengen.

In de patriottentijd werd een groot deel van Stolte's tijd in beslag genomen door politieke activiteiten. Hij was kapitein van het Zwolse patriottische vrijkorps. Bij de belegering van Hattem in 1786 door de troepen van Willem V commandeerde hij 300 Zwollenaren die vanaf de rechteroever van de IJssel met enig kanonvuur tevergeefs probeerden Hattem te beschermen. Na de fluwelen patriottische revolutie in Zwolle van 25 januari 1787 werd hij in de magistraat gekozen. In september van dat jaar kwam door de Pruisische interventie ten gunste van Willem V een einde aan dit bestuur. Met de andere patriotten werd Stolte uit de raad gewipt. Hij vond het onder het herstelde stadhouderlijke gezag raadzamer tijdelijk zijn biezen te pakken.

In januari 1788 kwam een rekest van Stolte in de raad ter sprake waarin hij onder andere berichtte niet te weten wanneer hij in Zwolle terug zou keren om zijn praktijk als stadsarts weer op te nemen. Omdat hij vreesde dat de magistraat het niet passend zou vinden dat hij zijn plaats door een andere arts liet waarnemen, hield hij de eer aan zichzelf en verzocht om ontslag. Van het stadhouderlijke gezag distantieerde Stolte zich ook. In een tweede rekest, dat in februari 1788 bij de raad werd ingediend, wenste hij ontslagen te worden van zijn in 1770 afgelegde eed als gemeensman. Dit was het logische gevolg van zijn weigering om de verplichte eed op het stadhouderlijk bewind af te leggen. Beide verzoeken werden door de magistraat ingewilligd.

Lang is Jan Hendrik niet buiten Zwolle gebleven. In oktober van 1788 lag er namelijk een verzoek van hem bij de magistraat om Zwolse kinderen te mogen inenten. Behalve met inentingen hield Stolte zich ook bezig met de verloskunde. Voor het Zwolse stadsbestuur examineerde hij kandidaten voor de functie van stadsvroedvrouw.

Toen in januari 1795 Franse troepen Nederland binnen trokken, betekende dit het einde van het ancien régime. In Zwolle werd op 22 januari de oude magistraat naar huis gestuurd en een nieuw voorlopig stadsbestuur, de municipaliteit, gekozen. In dat nieuwe bestuur kreeg ook Stolte zitting. Kans om veel werk te verzetten kreeg hij echter niet. Al op 18 februari 1795 stierf hij. Op 23 februari werd hij, 's avonds om elf uur, in de Grote Kerk — in strijd met alle verlichte ideeën — begraven.

Toen zijn vrouw in 1799 hertrouwde met de kunstschilder Derk Jan van der Laan, werd een inventaris opgemaakt om het erfdeel voor de kinderen van Jan Hendrik vast te stellen. Hierdoor hebben wij enig zicht op de levensstijl van de familie Stolte. De familie bezat een indrukwekkende hoeveelheid meubelen, alsmede een koets met een waarde van 400 gulden. Jan Hendrik had tijdens zijn leven een aanzienlijk bedrag besteed aan de aanschaf van boeken, preparaten, mineralen en naturalia. Uit aankopen die hij tijdens zijn leven bij de boekhandelaar Tijl (zie elders in deze website) deed, blijkt dat Stolte behalve voor zijn vak ook belangstelling had voor heersende denkrichtingen zoals de fysico-theologie en de fysionomie. De verzameling werd in Utrecht verkocht en bracht 600 gulden op.

Maar nog indrukwekkender dan de omvang van zijn roerende goederen was de hoogte van de schuld van de weduwe: 12502 gulden. Dit kan alleen betekenen dat de familie jaren boven haar stand heeft geleefd. Gelukkig voor de weduwe betaalde Van der Laan de schulden en nam hij ook de kosten van de opvoeding van de kinderen Stolte voor zijn rekening. Jan Hendrik Stolte huwde 13 op april 1771 met Barbara Wi-chers die echter al op 29 juli 1774 te Zwolle werd begraven. Stolte hertrouwde op 12 februari 1781 met Francoise Herbertine Spiering. Uit dit huwelijk ontsproten vier kinderen.

J.C. Streng (uit Overijsselse biografieën)

Geboren:   19-05-1737 Heemse
Overleden:   18-02-1795 Zwolle
Vader:   Anthonius Stolte (predikant)
Moeder:   Christina van Niel
Echtgeno(o)t(e):   Barbara Wichers (overl: 28-7-1774)
Tweede echtgeno(o)t(e):   Francoise Herbertine Spiering
Publicaties:   Publikaties van J.H. Stolte De morte suspensorum aliisque huc spectantibus, Groningen 1766 (dissertatie) Beschrijving der wanschapene teeldeelen en waterwegen van een man, en eenes werktuigs dienende om de pis op te vangen, etc., Zwolle 1770 Bericht wegens de ongelukkige gevolgen van eene aderlating op de rechte hand, Zwolle 1777 'Schreiben wegen der Einimpfung des jungen Rindviehs', in: Gelehrte Beytrage zu den Mecklenburg-Schwerinschen Nachrichten 46 (1777) Belangrijkste bronnen GA Zwolle, stadsarchief S. Anema, Een vergeten dichteres uit de achttiende eeuw, Amsterdam 1921, 110-124 H. Brouwer, 'Leescultuur in Zwolle: boekaanschaf en boekgebruik (1777-1854). Schets van een onderzoeksproject', in: Zwols Historisch Jaarboek 1987, 56-58, 70 G.A. Lindeboom, Dutch medical biography. A biographical dictionary o/Dutch physidans and surgeons 1475-1975, Amsterdam 1984, 1893-1894
Laatst bijgewerkt op:   22-04-2014