Marie Milatz (1872-1935)
Maria Wilhelmina Johanna Milatz werd op 5 augustus 1872 te Warffum geboren als dochter van Fredrik Franciscus Milatz (1843-1897) en Wilhelmina Maria Josepha Schaap (1841-1917). Zij overleed op 2 juni 1935 te Zwolle. Maria Milatz werd bij haar geboorte evangelisch-luthers gedoopt. In 1890 trad zij toe tot de doopsgezinde gemeente van Kampen. Op 15 augustus 1925 werd zij in de Zwolse Onze Lieve Vrouwe-kerk rooms-katholiek gedoopt. Vier jaar na haar geboorte verhuisden de ouders van Maria (roepnaam Marie) Milatz naar Kampen waar haar vader tot gymnastiekleraar aan de HBS benoemd was. In de jaren 1889 tot 1892 behaalde zij de diploma's Nuttige en Fraaie Handwerken, het onderwijzersdiploma, het diploma Vrije en Orde-oefeningen en de M.O.-akte Gymnastiek.
Na haar verhuizing naar Zwolle in 1894 begon "mejuffrouw" Milatz een praktijk voor heilgymnastiek en massage op het adres Schoutenstraat 8, sedert 1896 op Kamperstraat 10. Door fysische therapie probeerde zij onder meer het krom- of scheefgroeien tegen te gaan. Met deze praktijk was zij haar tijd ver vooruit. De patiëntes verbleven soms jarenlang bij haar in huis. Vooral meisjes met rachitis vonden bij haar behandeling baat. Haar praktijk liep uitstekend. Maria Milatz was sinds 1895 leidster en bestuurslid actief binnen de damesgymnastiekvereniging Wilhelmina. Overtuigd van de noodzaak van gymnastiek voor iedereen, stelde zij in 1899 voor een meisjesafdeling voor de volksklasse op te richten. Belangeloos nam zij de leiding op zich en gaf gratis les. Volgens het jaarverslag van 1900 bloeide de afdeling uitstekend "dankzij [haar] krachtige en uitstekende leiding". Bij de gymnastiekoefeningen droegen de meisjes pantoffels.
Het is niet bekend of Maria Milatz ook les gegeven heeft in handwerken. De uitgave te Zwolle van een leerboek, samen met haar zuster F.W.G. Muus-Milatz in 1899, getiteld 'De leerstof der nuttige handwerken, methodisch behandeld voor het klassikaal onderwijs, met 54 afbeeldingen; handleiding ten behoeve van onderwijzeressen en haar, die zich voor het examen in de handwerken wenschen te bekwamen', maakt dit vrij waarschijnlijk. In 1899 zat zij in het bestuur van de afdeling Zwolle van de Nederlandse Onderwijzers-propagandaclub voor Drankbestrijding.
Bekendheid verkreeg Maria Milatz te Zwolle vooral vanwege haar inzet voor algemeen kiesrecht voor vrouwen. Toen in 1897 de afdeling Zwolle van de Vereniging voor Vrouwenkiesrecht (VVK) werd opgericht, was ze dadelijk van de partij. In 1898 werd zij gekozen tot presidente van de afdeling. Op haar initiatief werd er een leesgezelschap opgericht tot het laten circuleren van lectuur over de vrouwenbeweging. Ook drong de VVK op haar initiatief bij de gemeente Zwolle aan om vrouwen op te nemen in de commissies van toezicht op het Lager Onderwijs. Na veel discussie in de raad was het gemeentebestuur in 1899 bereid een nader te bepalen aantal vrouwen op te nemen, uitsluitend in de commissie van toezicht op het onderwijs in de handwerken op de openbare scholen. Het geeft wel aan hoe veraf de gelijkberechtiging van man en vrouw nog was.
Uiteraard kwamen ook allerlei andere sociale vraagstukken, waarbij de invloed van de vrouw al te zeer gemist werd, ter sprake op de vergaderingen van de VVK. Via algemeen kiesrecht moest het mogelijk zijn de vrouw uit haar achtergestelde situatie te halen. In 1899 trad Maria Milatz af als presidente der afdeling toen het hoofdbestuur de aansluiting van de afdeling Zwolle bij het Hogerhuis-comité als onvoorzichtig betitelde. Het Hogerhuis-comité streefde naar gratie voor de drie Friese gebroeders Hogerhuis, die als aanhangers van Domela Nieuwenhuis in een vlaag van ongeëvenaarde klassejustitie tot langdurige gevangenisstraffen waren veroordeeld. Maria Milatz bleef binnen de afdeling Zwolle van de WK ijveren voor de belangen van de vrouw. In 1909 werd zij lid van de Nederlandsche Bond voor Vrouwenkiesrecht die in 1908 te Scheveningen was opgericht en minder radicaal was dan de WK. Ook binnen de doopsgezinde gemeente van Zwolle kwam ze op voor de rechten van de vrouw. Door haar vasthoudendheid kregen de doopsgezinde vrouwen in 1909 stemrecht en konden zo lid worden van de kerkeraad. De mannenbroeders vonden haar wel wat heetgebakerd.
Naast haar inzet voor vrouwenkiesrecht was zij een groot pleitbezorgster voor reformkleding. In 1902 werd zij de eerste voorzitster van het bestuur van de Vereniging voor Verbetering van Vrouwenkleding te Zwolle. Deze vereniging wilde breken met de mode van die tijd, nl. te nauw sluitende kleding en te lange en te zware rokken. Het korset moest plaats maken voor ruime en lichte kleding, waarin het lichaam zich natuurlijk kon ontwikkelen zodat "slappe spieren, samenge-drukte ribben en opeengeperste longen" niet meer voorkwamen. En wie kon dat beter weten dan Maria Milatz! Reformkleding droeg bij tot meer energie, tot meer werkkracht en tot meer gezondheid van de vrouw. Eind februari 1902 was er in de Harmonie te Zwolle een expositie van reformkleding waarbij ook enige creaties van haar hand werden getoond. Ook voor baby en kind had zij kleding gemaakt waarin het jonge kind zich vrijelijk kon bewegen.
Het les geven op school in lichamelijke oefeningen was in het begin van deze eeuw facultatief en in hoofdzaak een mannenaangelegenheid. Pas in 1907 werd Maria Milatz benoemd om les te geven aan vrouwelijke leerlingen van de Rijksnormaalschool en in 1910 aan de toen opgerichte Hervormde Kweekschool. Toen het vak verplicht werd gesteld in het middelbaar onderwijs, werd Maria Milatz benoemd aan de Rijks HBS (1917), de Christelijke HBS (1919), het gymnasium (1921), de Handelsschool (1923) en de ULO (school XIV, 1923), uitsluitend om les te geven aan de meisjesleerlingen. De lessen vonden plaats bij haar aan huis, Zeven Alleetjes 1. Op 1 september 1926 kreeg zij eervol ontslag als lerares aan bovengenoemde scholen in verband met haar gezondheidstoestand. Zij betrok op 18 februari 1927 een nieuw huis, Hertenstraat 33. Op 4 december 1933 nam zij haar intrek in het Onze Lieve Vrouwe-pension aan de Beestenmarkt, nu Harm Smeengekade, waar zij aan arteriosclerose is overleden.
Maria Milatz behoorde in Zwolle tot de gematigde groep van voorvechtsters van vrouwenemancipatie. Ook op sociaal en cultureel terrein trad ze naar voren. Toen in 1914 de Eerste Wereldoorlog uitbrak, stelde zij zich binnen het Neutraal Vrouwen-Comité afdeling Zwolle beschikbaar om kinderen die nog niet op school zaten, op te vangen, zodat jonge vrouwen het werk van hun gemobiliseerde mannen konden overnemen. In juni 1916 was zij lid van het oprichtingscomité van de Openbare Leeszaal en Bibliotheek. Vanwege haar verdiensten werd in 1991 in Schellerhoek (Zwolle-zuid) een straat naar haar vernoemd. Maria Milatz was ongehuwd.
Auteur: W.A. Huijsmans (uit Overijsselse Biografieën)
Geboren: | 05-08-1872 Warffum | |
Overleden: | 02-06-1935 Zwolle | |
Vader: | Frederik Franciscus Milatz (1843-1897) | |
Moeder: | Wilhelmina Maria Josepha Schaap (1841-1917) | |
Publicaties: | GA Zwolle, Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant; stadsarchief; archief doopsgezinde gemeente | |
Laatst bijgewerkt op: | 11-09-2023 |