Clemens von Bönninghausen

homeopaat

Clemens Von Bönninghausen (1785-1864)


Clemens Maria Franciscus von Bönninghausen werd op 12 maart 1785 geboren op de havezate de Herinckhave in Fleringen, als lid van een adellijk geslacht dat in het verleden op juridisch gebied zijn sporen had verdiend. Clemens von Bönninghausen bracht zijn jeugd door op het landgoed van zijn ouders. Maar na de basisschool werd hij naar Münster gestuurd waar hij een gymnasiumopleiding volgde. Op zijn achttiende vertrok hij naar Groningen om rechten te studeren in de traditie van zijn voorgeslacht. Deze studie sloot hij in 1806 af met een dissertatie over Romeins en Oud-Nederlands recht. Dat hij trots was op zijn afkomst blijkt wel uit het feit dat op het omslag van deze dissertatie zijn woon- en geboorteplaats wordt vermeld: Heringhavina - Transisananus.

Verschillende functies
In het jaar dat hij zijn rechtenstudie afsloot werd Nederland een koninkrijk onder Lodewijk Napoleon, de broer van de beroemde Franse keizer. Von Bönninghausen moet naam gemaakt hebben, want, na een korte periode in Deventer waar hij de functie van advocaat vervulde, nam de koning hem in dienst. Lodewijk Napoleon was de katholieken in ons land gunstig gezind. Vandaar dat er uit deze richting talloze verzoekschriften binnenkwamen die herstel van oude posities beoogden. Het was de taak van Von Bönninghausen deze
verzoekschriften te beantwoorden, maar al gauw bracht de jurist het tot secretaris-generaal van de pensioenen, koninklijk bibliothecaris en chef van de topografische bureaus. Aan deze belangrijke taken kwam in 1910 abrupt een einde toen de Franse keizer zijn broer terugriep en het Koninkrijk Holland degradeerde tot een Franse provincie. Von Bönninghausen keerde terug naar Twente en ging weer wonen op de Herinckhave. Hij trouwde met Franciska Sofia Freiin van Schade zu Ahausen die hem een zoon baarde. Tot 1914 was hij president van de Almelose rechtbank. Zijn belangstelling was echter veel breder dan alleen juridische zaken; ook plantkunde en de verbetering van de landbouwgronden hadden zijn aandacht. Kort nadat het jonge gezin was verhuisd naar het erfgoed van zijn vrouw in de buurt van Coesfeld, publiceerde hij zijn Über die Twentische Roggenwirtschaft (Over de Twentse roggebouw), een werk dat zich op veel belangstelling kon verheugen. Zijn toenemende botanische belangstelling resulteerde in een lijvig werk van maar liefst 333 pagina's over de flora in Westfalen. Het spreekt vanzelf dat hij de aandacht van de botanische wetenschap trok die zijn werk hogelijk waardeerde. Dat blijkt wel uit het feit dat verschillende plantennamen naar hem vernoemd zijn. Bijvoorbeeld de boenninghausenia albiflora, een plant die familie is van de wijnruit (rutaceae). Ook een zeldzame soort zegge, voorkomend in natte elzenbosjes, bijvoorbeeld bij Reutum, draagt zijn naam: carex boenninghausiana. Verder is er nog een hennepnetel die zijn naam draagt, galeopsis bifida boenninghausiana, een plant die voorkomt op stikstofrijke grond.

Ommekeer
Vanwege zijn grondige botanische kennis werd hij aangesteld tot directeur van de Botanische Tuin van Münster, waar hij ook lesgaf aan de academie. Tijdens zijn rechtenstudie in Groningen had hij zich ook al zijdelings beziggehouden met een medicijnenstudie, waar verder niets van gekomen was. Nu pakte hij die draad weer op. Deze studie op zich zou hem niet op het pad van de homeopathie hebben gebracht als niet een persoonlijke omstandigheid hem in een totaal andere richting had gestuurd. In 1827 bleek dat een gevreesde volksziekte ook hem dreigde te vellen. Hij kreeg tuberculose en vreesde dat deze ziekte hem fataal zou worden. Een bevriende arts, blijkbaar geïnteresseerd in de homeopathie, een therapie die in die tijd erg in opkomst kwam dankzij de Duitse arts Samuel
Hahnemann, adviseerde hem pulsatilla te gebruiken. Tot zijn grote verbazing genas hij volkomen, iets wat in zijn leven een totale ommekeer teweegbracht. Zijn onderzoekende geest richtte zich nu op dit nieuw ontdekte gebied en met de grondigheid hem eigen stak hij al gauw boven de middelmaat uit: in twee jaar tijd verschenen van hem zeven omvangrijke boekwerken over homeopathie.

Homeopaat
Vanzelfsprekend werd hij ook door het 'volk' ontdekt. Steeds meer mensen bezochten hem. En niet alleen het gewone volk. Het is bijvoorbeeld bekend dat de dichteres Annette von Droste - Hülshoff hem bezocht, evenals leden van het adellijk geslacht Twickel en zelfs de Franse keizerin Eugenie.
Officieel arts was hij natuurlijk niet. Maar dat veranderde toen de koning van Pruisen, Friedrich Wilhelm IV, persoonlijk hem in 1843 de titel arts verleende en hem toestemming gaf de homeopathie te praktiseren.
De homeopathie was sterk in ontwikkeling. Van talloze planten werden de eigenschappen onderzocht. Het door Hahnemann ontwikkelde idee dat het gelijke met het gelijke bestreden kon worden was voor velen een eye-opener. Het homeopathische principe berust op het feit dat je bijvoorbeeld bij een verdunning van een plantensap op alcoholbasis een medicijn kunt maken waarmee je de symptomen die het pure product veroorzaken, juist kunt bestrijden.

Thuja
Von Bönninghausen kwam er op een gegeven moment achter dat het eten van de besjes van de thujaplant ernstige darmklachten kan veroorzaken. Nu deed het geval zich voor dat hij in die tijd zelf ernstige darmklachten had. Hij fabriceerde thuja D30, een dertigvoudige verdunning dus, en snoof het één keer op. Het effect was verrassend. Hij schrijft: Al na vijf minuten verminderden de pijnen in de onderbuik. Na tien minuten had ik een zeer rijke stoelgang, na een verstopping van dertien dagen. Ik viel meteen daarna in een verkwikkende, lang ontbeerde slaap. Toen mijn vrienden mij de andere dag bezochten, waren ze even verheugd als verbaasd toen ik ze over de gebeurtenissen van de voorbije nacht vertelde. Zonder verdere medicatie zette mijn genezing door. En enkele dagen later al kon ik mijn vriend en leraar Hahnemann berichten over mijn redding uit een dreigend doodsgevaar.
Clemens von Bönninghausen overleed op 26 januari 1864, bijna 79 jaar oud. Hij werd begraven in Münster. Zijn graf is helaas niet meer te bezoeken: tijdens een bombardement in de Tweede Wereldoorlog werd het vernietigd.

Leermeester
Algemeen geldt Samuel Hahnemann (1755-1843) als de grondlegger van de homeopathie. Het idee planten te verdunnen en te potentiëren door het schudden van deze verdunning kwam van hem. Indie tijd stond de medische wetenschap nog in de kinderschoenen.
Vandaar dat de homeopathie in die tijd als een fascinerende therapie werd beschouwd. Tussen hem en de leermeester bestond een relatie van wederzijdse sympathie. Hahnemann noemde hem bijvoorbeeld zijn Lieblingsschüler en stelde zelfs dat hij zich in levensbedreigende situaties het liefst door hem zou laten behandelen. Tussen hem en zijn leermeester bestond een levendige briefwisseling, die bewaard is gebleven en ook in druk is verschenen. Hahnemann schreef Organon der geneeskunst, een standaardwerk in vijf delen, handelend over de beginselen van de homeopathie.

Waardering
Maar het is de verdienste van Clemens von Bönninghausen dat hij de nieuwe inzichten voor een breed publiek inzichtelijk maakte. Zo schreef hij een Therapeutisch Taschenbuch dat als een belangwekkende vernieuwing gold. In zijn monumentale Archiv für die homeopathische Heilkunst legde hij minutieus vast welke middelen bij welke ziektebeelden pasten.
Dat hij zeer gewaardeerd werd blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat hij door keizer Napeoleon III tot ridder van het Erelegioen werd geslagen. Ook in onze tijd wordt zijn naam in homeopathische kringen met respect genoemd. Er is een opleidingsinstituut naar hem vernoemd en jaarlijks wordt een prijs uitgereikt die zijn naam draagt.
In 1983 promoveerde Friedrich Kottwich op een studie over Von Bönninghausen. Men huldigt de opvatting dat hij vanwege zijn juridische achtergrond en de natuurwetenschappelijke benadering van de wereld om hem heen in staat was een systeem op te zetten dat in een tijd waarin de medische wetenschap zich nog moest ontwikkelen veel waardering oogstte. De homeopathie heeft zo'n hoge vlucht kunnen nemen dankzij Clemens von Bönninghausen uit Fleringen.

Monument
Het is merkwaardig dat onze Twentse grootheid in het buitenland een brede belangstelling geniet, maar in ons eigen land tamelijk onbekend is. InMünster is ter ere van Von Bönninghausen een monument opgericht. Begrijpelijk omdat zijn op de homeopathie gerichte activiteiten zich vooral in deze stad hebben voltrokken. Het zou wenselijk zijn dat er ook in Twente een gedenkteken van deze grote zoon zou worden opgericht, bijvoorbeeld in de gemeente Tubbergen waar hij geboren werd.

Auteurs: Martin Paus en Hilda Ferwerda
Eerder verschenen in: 't Inschrien. Vereniging Oudheidkamer Twente. 2009.
Geboren:   circa 1785 Fleringen
Overleden:   circa 1864 Münster
Vader:   Lodewijk Ernst von Bönninghausen
Moeder:   Theresia von Weichs zur Wenne
Echtgeno(o)t(e):   Franziska Sofia von Schade zu Ahausen
Tweede echtgeno(o)t(e):   Amalia von Hamm
Publicaties:   Zie voor publicaties, literatuur en links Wikipedia
Laatst bijgewerkt op:   27-02-2014