Henk de Velde

zeezeiler en filosoof

Henk de Velde


Henk de Velde is geboren in IJsselmuiden op 12 januari 1949. Hij komt uit een gereformeerd gezin – zijn vader was ouderling. Op de lagere school zeulde hij al een atlas met zich mee en verzamelde hij Captain Grant plaatjes. Al vroeg trok de zee hem aan. Daarom spijbelde hij nog wel eens om te liften naar de Noordzee en daar de zee en de boten te bekijken. Omdat alles in zijn leven in het teken stond van zeilen besloten zijn ouders om hem op zijn 15e naar de vaart te sturen waar hij lichtmatroos werd op een coaster van 1000 ton. Achttien maanden lang was hij zeeziek. De gezagvoerder liet hem het vooronder teren, tussen het overgeven door.

Op zijn 28ste haalt De Velde zijn kapiteinspapieren, als één van de jongste gezagvoerders die de Amsterdamse zeevaartschool aflevert. Een koopvaardij-officier die met hem werkte, herinnert zich de einzelgänger die gek was op varen, maar niet veel moest hebben van laden, lossen of onderhoud. 'Hij liet me gewoon slapen als zijn wacht er al op zat. ''Ik zit hier wel lekker in mijn eentje'', zei hij dan. Kort na het behalen van de rang van kapitein besloot hij om definitief voor het zeezeilen te kiezen. Hij zette een advertentie in de Telegraaf: ‘Welke jonge vrouw wil met mij meezeilen?’ Henk trouwde met Gini en op 18 augustus 1978 begonnen beiden met achtduizend gulden op zak aan een lange reis rond de wereld. Henk had gekozen voor een door James Wharram ontworpen catamaran, mede omdat deze betaalbaar was maar ook omdat de ‘Orowa’ (Over Rough Water) geschikt was om de Pacific te bevaren. Polynesië was een deel van de aarde dat Henk het meest trok. Het was niet de bedoeling zo snel mogelijk te zeilen. Wel om veel te zien en liefst ook landen en eilanden die niet zo voor de hand lagen om aan te doen. Soms moesten ongebruikelijke routes worden gevaren om de reisdoelen te bereiken. Als het geld op was en Henk een tijdje moest werken als kapitein op een vrachtschip om de kas aan te vullen, óf als de gehavende catamaran weer opgelapt moest worden, óf wanneer het ergens erg mooi was, bleef het echtpaar lange tijd op één plek. Bijvoorbeeld: op Curacao , Paaseiland en Durban werd voor een half jaar tot een jaar aangemeerd. Ook op onder meer de San Blas eilanden (bij Panama), op Pitcairn (midden in de Pacific), Tahiti, Papoea Nieuw-Guinea en andere plekken werden weken tot maanden doorgebracht en kostte het soms moeite afscheid te nemen van de lokale bevolking met wie ze vertrouwd waren geraakt. Bij Panama blijkt Gini zwanger te zijn, hun kind zal op Paaseiland ter wereld moeten komen. De reis van het Zuid-Amerikaanse vasteland naar Paaseiland duurt dertig dagen en Henk is gedurende de hele reis ernstig ziek (malaria en tyfus naar later blijkt). Zijn zwangere vrouw gaat door een hel wanneer zij vrijwel in haar eentje de zware stormen moet weerstaan.

In juli 1981 bevalt zij van zoon Stefan op het eiland, dat bekend is van de stenen beelden en de mysterieuze geschiedenis. Midden in de Indische Oceaan komen ze in een cycloon terecht. Henk had zich vastgebonden aan een helmstok en heeft 44 uur achter elkaar gestuurd. Hij streed vooral voor zijn zoon, die daar immers niet vrijwillig op zee was. In Zuid-Afrika besloot Gini om samen met haar zoon per vliegtuig huiswaarts te keren. Ze had er genoeg van. Henk is nog een maand in Zuid Afrika gebleven om het emotioneel te verwerken en komt een jaar later, in 1985, alleen in Nederland aan. De reis, die voor Gini zes jaar en voor Henk zeven jaar duurde, staat beschreven in ‘Ganzen trekken in troepen’ en het verblijf op Paaseiland in ‘Navel der Aarde’.

Henk gaat een tijdje wonen op een woonboot in Harderwijk en begint een tweede reis om de wereld voor te bereiden. Dit keer zou de reis zo kort mogelijk moeten duren, want hij wilde het wereldrecord ‘non-stop de wereld om zeilen’ van 150 dagen verbreken met een catamaran – nogal ongebruikelijk om dat met zo’n schip te doen. In december 1989 vertrekt hij met de ‘Alisun’ vanuit Falmouth om daar in mei van het volgende jaar terug te keren, acht dagen te laat. Hij had zware averij opgelopen tijdens een orkaan bij Kaap de Goede Hoop. In plaats van daar aan land te gaan, neemt hij radiocontact op met Nieuw-Zeeland en vraagt de benodigde spullen voor reparatie klaar te leggen, en vaart met een gehavend schip onderlangs de Indische Oceaan. Naast de schade aan zijn schip zat het weer hem enorm tegen tijdens deze reis.

Henk vertrekt in 1992 weer voor een nieuwe recordpoging met de ‘Zeeman’, een nieuwe boot, gesponsord door het gelijknamige bedrijf. Deze reis trok veel aandacht, want werd op televisie gevolgd door de ‘5 uur show’, tot het moment dat de generatoren uitvallen en hij geen contact meer kan maken en de laatste 40 dagen van zijn reis onbereikbaar is. Drie dagen voor zijn terugkomst raakte zijn schip een container en liep hij een dubbele schedelbasisfractuur op. Een Russisch schip pikte hem op en hij belandde in het ziekenhuis op Madeira. Het was een wonder dar hij deze reis overleefde. Henk had langzamerhand een vast stramien ontwikkeld. Na een reis woonde hij tijdelijk op een goedkoop adres, meestal in Amsterdam. Zo woonde hij rond 2000 een paar jaar in een kantoortje in het voormalige Pontveergebouw aan het IJ (‘het mooiste plekje van Amsterdam’), en later in een kantoortje bij de haven in IJmuiden, waar hij voor toilet en douche terecht kon bij een nabijgelegen jachtbouwer. Hij maakte dan zijn boek af over zijn laatste avonturen en hield onder meer lezingen en voordrachten. Tegelijkertijd was hij dan alweer op zoek naar sponsors voor een nieuwe reis.

In 1996 wilde een supermarktketen wel als hoofdsponsor fungeren en met de ‘C1000’ probeert hij het in dat jaar met een verbeterde en uitgebouwde boot voor de derde keer. Het record stond inmiddels op 109 dagen. Henk doet er tien dagen langer over. Hij had hij pech met de wind, maar is wel de eerste die met een cata- of trimaran non-stop en solo rond de wereld heeft gevaren. Eigenlijk was dit zijn ‘beste’ reis wat betreft vaarsnelheid en weinig problemen onderweg.

Het volgende plan is deelname aan The Race in 2000, de eerste non-stop zeilrace rond de wereld, maar met de financiering lukt het niet. Een ander plan waar hij mee rondliep kon hij wel ten uitvoer brengen. Bij een lezing raakt de directie van Campina dermate enthousiast dat men wel een miljoen over heeft voor Henk’s plan. Hij scheept zichzelf 1 juni 2001 in voor "de meest onmogelijke zeiltocht" ooit. Opnieuw vaart hij, dit keer met de ‘Campina’, in zijn eentje om de wereld. Niet met een snelheidsrecord voor ogen, maar via de meest ingewikkelde route die er maar te bedenken valt: eerst de Noordpool rond - via de barre wateren van de Beringzee, daarna via San Francisco en Paaseiland Kaap Hoorn rond, en na een korte stop bij Kaap de Goede Hoop weer terug naar huis.. In Moermansk krijgt hij echter geen visum voor de Russische wateren en hij besluit de tocht andersom af te leggen, eerst helemaal naar het zuiden en via Kaap Hoorn naar de Beringzee. Hij moet 10 maanden overwinteren in Tiksi in Noord-Siberië. In 2004 waren zijn roeren gekraakt door het pakijs en werd hij gered door een Russische ijsbreker. In december 2004 meerde hij zijn schip weer af in IJmuiden. Een bijzonder moment tijdens deze reis was zijn terugkomst op Paaseiland, waar hij na 21 jaar nog niet vergeten bleek, en waar zijn zoon Stefan hem op kwam zoeken en tegelijkertijd zijn geboortegrond aanschouwde.

Al jaren speelde Henk met de gedachte om voorgoed te vertrekken, om te gaan beginnen aan zijn ‘ Never Ending Voyage’. Hij wilde onder meer de eilanden zien die Boudewijn Büch niet had bezocht, zonder het gevoel te hebben uiteindelijk weer ‘naar huis’ te moeten varen. Met 8.000 euro per jaar moest dat mogelijk zijn. Hij was er van overtuigd dat hij niemand echt zou missen en dat er ook niemand was die niet zonder hém zou kunnen. In de zomer van 2007, korte tijd voor zijn vertrek met zijn ‘Juniper’ zijn er enkele opzienbarende mediamomenten. Bij een optreden op televisie bij Pauw & Witteman krijgt Henk beelden te zien van zijn zoon Stefan, die met moeder Gini een tuinbedrijf in Wezep runt, en in het programma ‘Vaders en zonen’ van Hugo Borst emotioneel reageert op de ‘reis zonder einde’. In september vertrekt Henk toch. Na een half jaar zeilen pleegt een gebroken mast in de wateren bij Argentinië een flinke aanslag op zijn budget, maar hij vaart verder naar Australië, Japan en via de Beringzee naar Alaska en de westkust van Canada.

Begin 2011 neemt Henk het besluit om terug te zeilen naar Nederland. Er waren financiële redenen die ten grondslag lagen aan dit besluit. De uitgeverij van zijn boeken ging failliet, de lezingen die hij gaf in Japan en Australië waren schaars en leverden hooguit een paar honderd euro op. Hij verkocht honderd aquarellen voor 25 dollar per stuk, vloog terug naar Nederland om er lezingen te geven, maar uiteindelijk brak het gebrek aan geld hem op. Zijn laatste tocht, van het eiland Nantucket rechtstreeks naar IJmuiden, maakte hij met geleend geld. Maar er waren ook emotionele redenen: ‘Mensen missen mij meer dan dat ik ze mis, maar dat hoeft geen reden zijn ze achter te laten.' Hiermee doelde hij vooral op zijn zoon. Ook merkt hij op dat naarmate je ouder wordt de geboortegrond gaat trekken. Ondanks de vele paradijselijke eilanden en fraaie kusten die hij bezocht, behoort het Ganzendiep bij Kampen tot ‘de mooiste plekken op aarde’.

Zijn boeken zijn meer dan reisbeschrijvingen. Filosofische bespiegelingen over het leven, de zelfgekozen eenzaamheid, de liefde, rust en onrust, angst en vertrouwen wisselen de beschrijvingen af van hevige stormen, schade en reparatie aan het schip, windstilte, doldrums, passaatwinden, stromingen en van de eilanden en ligplaatsen en de mensen die hij daar ontmoet. In een voorwoord bij een van zijn boeken noemt iemand hem Schipper naast God. Henk schrijft zelf dat hij de onzekerheden tijden zijn leven en reizen heeft kunnen aanvaarden dankzij zijn geloof in de ‘Schepper en Instandhouder van deze wonderlijke wereld’. Hij citeert uit de Bijbel, maar ook uit het werk van Slauerhoff, een dichter met wie hij zich verwant voelt. Op zijn reizen neemt Henk altijd werken mee van bekende en onbekende schrijvers, dichters en denkers.

In 2012 ligt hij met de Juniper in Amsterdam-Noord, op de werf van zijn vriend Simon Rhebergen. De Juniper is zijn woning. Om in zijn onderhoud te voorzien houdt hij lezingen en voordrachten, is aanwezig bij evenementen en signeert boeken. Hij gaat zeker nog reizen, maar zegt in een interview: 'Ik blijf zeilen, maar de wereld hoef ik niet meer rond, het moeten is eraf. Wat ik graag wil, is het Markermeer over, de Ketelbrug onderdoor, naar Kampen en Ijsselmuiden’.

Tekst: Redactie van deze website

Zie ook Wikipedia

Zie ook website van Henk de Velde
Geboren:   12-01-1949 Ijsselmuiden
Publicaties:   1e reis: - Ganzen trekken in troepen. 1987 - Navel der Aarde (over Paaseiland). 1987 - Al dwalend: beelden uit de wereldreis van de catamaran Orowa, met gedichten van Slauerhoff. 1987 2e reis: - Een sfeer van onrust. 1990 3e reis: - Zwaaien naar Bluff. 1993 4e reis: - Het antwoord van de albatros. 1996 5e reis: - Een vermoeden van vrijheid. 2002 - Een reiziger in tussentijd. 2003 - Een ijskoude doorbraak: overwintering in Siberië. 2005 6e reis: - The never ending voyage (DVD) - Nergens is ook ergens. 2010 - Een krijger onderweg naar huis. 2011 Overige: - Er is nooit een morgen. 2007 - Tekens van genegenheid: gedachten over god en genade. 2009
Laatst bijgewerkt op:   24-04-2014