Goossen van Raesfelt (1499?-1579?)


Goossen van Raesfelt werd geboren in 1499 of 1510 op het huis Ostendorf aan de Lippe in Westfalen, als tweede zoon van Johan van Raesfelt en Judith van Wylich. In 1537 huwde hij met Agnes van Twickelo. Na haar dood hertrouwde hij in 1560 met Ermgard van Bemmelsberg, genannt von Honstein. Uit het eerste huwelijk werden vijf en uit het tweede zeven kinderen geboren. Verder had hij nog enkele bastaarden. Goossen overleed in 1579 of 1580.

Over Van Raesfelts jonge jaren en zijn opleiding is niets bekend. Door zijn huwelijk in 1537 met Agnes van Twickelo verwierf hij zich een belangrijke positie in Twente. Bij huwelijkse voorwaarden bracht zijn vrouw als bruidsschat het verpande drostambt van Twente en 1000 goudgulden mee, terwijl haar vader haar het 'slot und hues to Twyckell' zou nalaten. De bruidegom zou 12.000 gouden rijnse gulden inbrengen, plus hetgeen hij nog zou erven.
In hetzelfde jaar verscheen Goossen van Raesfelt naast zijn schoonvader Johan van Twickelo op de Overijsselse landdag te Deventer, waar hij de eed van trouw aan Karel V aflegde. In februari 1539 overleed Johan van Twickelo en in oktober volgde Goossen hem op als drost van Twente. Blijkbaar waren er naar aanleiding van het testament van Johan van Twickelo problemen over de verdeling van de erfenis ontstaan tussen Agnes en haar zuster Judith en hun echtgenoten Goossen van Raesfelt en Unico Ripperda. Door bemiddeling van de als arbiter gekozen stadhouder van Overijssel, Maximiliaan van Egmond, kon in november 1541 het conflict worden bijgelegd. Wel duurde het nog tot 1550 eer Goossen van Raesfelt met Twickel werd beleend.

Sedert oktober 1539 was Goossen de op één na belangrijkste bestuurlijke en tegelijkertijd rechterlijke functionaris van Overijssel. Als drost was hij in Twente verantwoordelijk voor de handhaving van de openbare orde en de rechtspraak inzake zware misdrijven. Zo kreeg Goossen te maken met rovende wederdopersbenden, die het Overijsselse platteland onveilig maakten. Omstreden was zijn rol in het proces tegen de juffers Van Beckum. De beide doopsgezinde vrouwen werden in 1544 onder zijn verantwoording verbrand. Van Raesfelt blijkt echter niet de 'ketterjager' te zijn geweest, zoals hij uit de eigentijdse literatuur naar voren kwam. Wel wordt uit de bronnen duidelijk dat hij heeft geprobeerd de verantwoordelijkheid op anderen af te schuiven. Ook moet niet vergeten worden, dat de drost de goederen van de veroordeelden mocht confisceren, zodat hij wel degelijk een zeker belang had bij de executie van de twee vrouwen. Sympathie voor de hervormingsideeën was zeker niet bij Goossen te verwachten. Niet voor niets trok Van Raesfelt in 1546 in het gevolg van stadhouder Maximiliaan van Egmond met een groot leger naar Zuid-Duitsland om Karel V bij te staan in diens strijd tegen de protestantse Duitse vorsten van de Schmalkaldische Bond.

De grote uitgaven die hij hiervoor deed, hebben hem niet belet aan het eind van de jaren veertig zijn bezit uit te breiden met de uitgestrekte Ten Toornse goederen in het graafschap Bentheim en de bezittingen van het Westfaalse klooster Clarholte in het Land van Vollenhove. In 1551 kocht Van Raesfelt nog een stadshuis aan de Lange Bisschopsstraat te Deventer. Buiten deze omvangrijke aankopen heeft Goossen volgens zijn uit 1578 daterende testament grote bedragen uitgegeven 'an erbauwing des hauses Twickel'. Dit betrof zonder twijfel de nog bestaande hoofdvleugel en de aansluitende vierkante toren op de zuidoosthoek. In het midden van de gevel is de oorspronkelijke doorgang naar de binnenplaats te vinden, geflankeerd door zandstenen renaissance-arkels. De renaissancepoort is voorzien van de wapens Van Raesfelt-Van Twickelo en het volgende opschrift: In 't jaar MVCL vnde ein heft gelacht Gossen van Raesfelt in der tit droes slants van Twent vnde Agnes van Twickelo syn elige hvsfrov an dessepost dem ersten steen. Agnes overleed nog dezelfde zomer, enkele maanden na de eerste steenlegging. Het ligt dan ook voor de hand dat het gebeeldhouwde vrouwenportret boven de wapens Agnes voorstelt. Goossen zal het portret van zijn vrouw uit piëteit hebben laten aanbrengen.

De bouwactiviteiten hebben zich blijkbaar over een langere periode uitgestrekt; op de arkels vinden we niet enkel de wapens met kwartieren van de 'Ahnen' van Goossen en Agnes maar eveneens die van Goossen en zijn tweede vrouw Ermgard van Bemmelsberg, genannt von Honstein. Ook de kwartieren van zijn zoon Johan van Raesfelt en Lucia van Heiden (gehuwd 1572) zijn aangebracht. De vraag waarom een Overijsselse landedelman de nieuwe renaissancestijl zo vroeg en op onbekrompen wijze toepaste, is niet zo moeilijk te beantwoorden. Eén van de belangrijkste bevorderaars van de Renaissancekunst in de Noordelijke Nederlanden was Maximiliaan van Egmond, die van 1540 tot 1548 stadhouder van Overijssel was. Met hem had Goossen ambtshalve direct te maken, maar de stadhouder was ook in privé-zaken gekend.

In 1562 werd Goossens oudste zoon Johan met het huis Twickel beleend. Dit zal hebben samengehangen met het feit dat Goossen in 1560 was hertrouwd en Johan de voor belening vereiste leeftijd had bereikt. Nog vier jaar oefende Goossen de functie van drost van Twente uit. De op de landdag van september 1566 voor het eerst toegelaten tweede zoon Goossen werd nog datzelfde jaar 'in syn vaeders plaetse' tot verwalter-drost van Twente aangesteld. De laatste jaren van zijn leven trad Goossen nog slechts sporadisch in de openbaarheid.

Waar Goossen, zijn tweede vrouw en hun kinderen na 1572 - het huwelijk van Johan van Raesfelt en Lucia van Heiden - woonden, is niet geheel duidelijk. In ieder geval maakte de intussen weer weduwnaar geworden Goossen van Raesfelt zijn testament in 1578 op het huis Raesfelt bij Bor-ken. Dat hij in Munsterland verbleef is begrijpelijk, wanneer men bedenkt dat in de jaren zeventig de onveiligheid op het Oostnederlandse platteland tengevolge van de strijd zo groot was, dat velen naar het neutrale Munsterland uitweken.

Auteur: B. Olde Meierink
Uit: Overijsselse biografieën

Zie ook Biografisch Portaal

 
Geboren:   circa 1510 Lippe in Westfalen
Overleden:   circa 1580 Borken (BRD)
Vader:   Johan van Raesfelt
Moeder:   Judith van Wylich
Echtgeno(o)t(e):   Agnes van Twickelo
Tweede echtgeno(o)t(e):   Ermgard van Bemmelsberg, genannt von Honstein
Publicaties:   Huisarchief Twickel te Delden JJ. van Deinse, Uit het land van katoen en heide, derde druk, Enschede 1953 G.J. ter Kuile, Geschiedkundige aanteekeningen op de havezathen van Twenthe, Almelo 1911 B. Olde Meierink, 'Die Rezeption der Frührenaissance beim Adel in die nördliche Niederlande', in: Renaissance in Nord-Deutschland (U.Grossmann, red.), (1990)
Laatst bijgewerkt op:   15-04-2014