Gretha Smit


De drie groeiden op in Rouveen, waar hun ouders een boerenbedrijf bestierden. Ze reden veel op skeelers op de mooie stille wegen in de omgeving van hun boerderij op het platteland rond Rouveen en Staphorst. Niet op nieuwe skeelers, Gretha reed haar hele jeugd met dikke sokken op skeelers (maat 43) van haar vader. Gretha genoot van de natuur en kende alle soortnamen van eenden en ganzen. Ze is een buitenmens en hielp graag op de boerderij bij het verzorgen van de beesten en ze vond het prachtig op de trekker te rijden. Op de zaterdagen nam hun vader hen mee naar Heerenveen, later naar Deventer, waar Jenita en Gretha zich in de jeugdploeg van de regio Oost rijden. Gretha rijdt dan regelmatig tegen leeftijdgenoten Renate Groenewold en Marja Vis. Bij het Wereldkampioenschap skeeleren in 1992, hartje zomer in Rome, haalde ze zilver en brons achter Jenita die twee keer goud won. Zestien jaar was ze toen pas.

Gretha fietste elke dag 18 kilometer heen en terug naar de MAVO in Zwolle, hetgeen ongetwijfeld heeft bijgedragen aan haar specialiteit, de lange afstanden. Ze volgde de middelbare tuinbouwschool, waar ze onder meer het vak van bloemiste leerde. In dit vak vond ze ook werk in een bloemenspeciaalzaak, waar ze zich toelegde op het ontwerpen en maken van bloemstukken.

Eind jaren tachtig en de eerste helft van de jaren negentig verkeerde het Nederlandse vrouwenschaatsen in een mindere periode. De Oost-Duitse hegemonie was groot en Nederlandse schaatsters haalden zelden of nooit het podium. De zusjes Smit legden zich toe op het skeeleren en reden internationale wedstrijden in Duitsland, Frankrijk, Italië tot in Amerika toe. In de winter zochten ze de schaatsbaan op en gingen ze marathons rijden, waar ze aanvankelijk geen ereplaatsen behaalden wegens een gebrek aan sprintcapaciteiten. Liever schaatsten ze trouwens op natuurijs. In de winter van 1996 kon er weer een kampioenschap op natuurijs worden verreden. In Ermerzand greep Gretha de nationale titel. In de volgende winter was het de beurt aan Jenita om de nationale titel in de wacht te slepen. De drie zusjes Smit, rijdend in hetzelfde geel-blauwe pak als Erik Hulzebosch, vallen op en worden landelijk bekend. De Elfstedentocht van 1997 levert Gretha – twintig jaar pas - een tweede plaats op achter Klasina Seinstra.

Bij het langebaanschaatsen duurt de hegemonie van de DDR onverminderd voort. Alleen Yvonne van Gennip (in Galgary) en Marianne Timmer (in Nagano en Lillehammer) piekten op het juiste moment en behaalden gouden Olympische plakken. De jonge Gretha bewonderde de sierlijke stijl en de volmaakte techniek van Yvonne van Gennip en Bonnie Blair. Zo zou zij ook willen schaatsen. Voorlopig echter hield zij zich bij het marathonschaatsen. Het gebrek aan sprintkwaliteit leerde ze te compenseren met haar duurvermogen. Moeilijke omstandigheden en zwaar ijs werkten in haar voordeel. Ze wachtte de sprint niet meer af maar verliet daarvoor al het peloton. Zo reed zij zich, evenals zus Jenita, in de prijzen. Zowel op kunstijs als op natuurijs werd ze liefst vier keer Nederlands kampioen. Twee keer, in 1998 en 2000, won ze de alternatieve Elfstedentocht. Trainingsschema’s lapten de dames Smit aan hun laars. ‘Gewoon je eigen ritme aanhouden’ en van speciale voeding moesten ze niets hebben. ‘Gewoon appels en bruin brood, geen speciale dingen’.

Vlak voor de kerst in 2001 breekt er een nieuwe episode aan in het leven van Gretha. Ze rijdt een goede 5.000 meter in Groningen en wordt geselecteerd voor de Olympische trials. Daar rijdt ze alle kerngroeprijdsters naar huis op de drie kilometer en daarna nog een keer op de 5.000 meter, waarbij ze meteen in 7.03.47 een nationaal record rijdt. Ze plaatst zich direct voor de Olympische Spelen. Uit het niets is ze gekomen – althans wat betreft het langebaanschaatsen - en ze wordt meteen gebombardeerd tot Nederlandse troef voor een medaille in Salt Lake City. In het trainingskamp voorafgaande aan de Olympische wedstrijden wordt ze ziek. Tijdens de 3.000 meter in Salt Lake City rijdt ze met koorts, een toptijd zat er niet in. Gelukkig waren er nog twee weken te gaan alvorens de 5.000 meter verreden werd. Gretha startte in het eerste paar en zet met 6.49.22 een prachtige tijd neer. In een interview: ‘Tijdens mijn olympische race wist ik niets van tussentijden. Ik keek niet op het bord. Op een gegeven moment hoorde ik wel omroepen dat ik onder het wereldrecord aan het rijden was, maar ik kende die tijd niet eens. Ik zag Ingrid Paul schreeuwen. De laatste rondjes liet ik het afweten. Maar het bleek uiteindelijk een supertijd. Ik droomde nooit van een Olympische medaille. Ik reed mijn rit in een roes’. Uiteindelijk reed Claudia Pechstein in de laatste rit nog ruim twee seconden sneller. Maar een zilveren medaille voor Gretha Smit was een feit. Minpuntje tijden de spelen was dat ze in het feestgedruis na de wedstrijd haar kniebanden scheurde. Intussen heeft ze haar baan in de bloemenzaak opgegeven om zich helemaal op het schaatsen te concentreren.

In het seizoen 2003/2004 reed ze alles, de Europese en wereldkampioenschappen en de WK afstanden, waar ze twee zilveren plakken won en tussendoor waren er nog de skate-offs. Aan het einde van het seizoen was ze opgebrand. Het volgende jaar zou ze het anders aanpakken. In december viel ze echter tijdens een trainingskamp in Italië. Ze raakte eerst hard de boarding en smakte nog eens hard op het ijs. De blessure (o.a. langdurige hoofdpijn) leverde een verloren seizoen op. Blessureleed laat zich ook weer gelden tijdens de voorbereiding op de Olympische Spelen in Turijn. Hierdoor kan ze zich slechts als derde plaatsen voor de 5.000 meter en is ze door de ingewikkelde schaatswetgeving afhankelijk van de prestaties van de andere Nederlandse rijdsters voor een startplek. Die prestaties vallen tegen en dus kan ze, ondanks haar uitstekende vorm, niet schaatsen. Ze is zwaar teleurgesteld en geëmotioneerd. Ze krijgt niet de kans om voor een mogelijke gouden plak te schaatsen. Ze is eerste reserve, als iemand uitvalt mag ze starten. Haar ploeg Telfort en trainster Ingrid Paul gaan bij ploegen langs om te vragen of er iemand uitvalt en daarbij zou de Poolse schaatster Wojcicka 50.000 euro zijn geboden voor een startplek.

In 2007/2008 wint ze goud op de NK afstanden op de 5.000 meter en zilver op de 3.000 meter en plaatst ze zich voor de Wereldbeker wedstrijden. De finale van de Wereldbeker in Heerenveen mist ze door griep, waardoor ze ook niet mag starten op de WK afstanden in Nagano. 2009 wordt haar laatste schaatsjaar. Opnieuw een blessure die blijft opspelen, nu aan haar scheenbeen, waaraan ze eerder al geopereerd was. Op 23 november 2009 maakt ze bekend met schaatsen te stoppen en komt er een eind aan de veelzijdige carrière van de schaatster met de prachtige ogen.

Tekst: Redactie van deze website
Geboren:   20-01-1976 Rouveen
Publicaties:   Bronnen: Gretha Smit: een mateloze stijl In: Martin Vriesema en Jules van der Wardt. Honger naar goud: Nederlandse topsporters over vreugde & verdriet. Amsterdam, Houtekiet, 2005. Inge Claringbould en Agnes Elling. Heldinnen in de sport: 18 portretten van vrouwelijke topsporters, trainers en bestuurders. Nieuwegein, Arko Sports, 2004. Kranten- en tijdschriftartikelen.
Laatst bijgewerkt op:   17-04-2014