Fedor van Kregten (1871-1937)


Hoewel niet in Overijssel geboren heeft Fedor van Kregten - doopnaam Johannes, Aurelius, Richard Fedor - in deze provincie veel sporen achtergelaten. Hij was de oudste zoon van Hermanus Jacobus van Kregten (1847-1938), onderwijzer van beroep en Anna Jufina Rienks, (1845-1920), huisvrouw. Het gezin telde acht kinderen. Fedor was dertien jaar toen zijn vader benoemd werd tot ‘bovenmeester’ te Notter, een buurtschap in de gemeente Wierden. Na het lager onderwijs en de middelbare school volgde hij de kweekschool te Goor.

Aangespoord door zijn vader verwerft hij in 1890 de onderwijsakte en met aanbeveling van de onderwijsspecialist Mr. R.C. Nieuwenhuis, de aanstelling als leerkracht in Averlo, gemeente Diepenveen. Toch twijfelt hij over deze beslissing, zijn hart ligt bij een kunstenaarsbestaan! Als hij Averlo in 1893 verlaat lijkt het dat hij niet van plan is zijn onderwijzersloopbaan voort te zetten. Toch solliciteert hij nog één keer op een baan als onderwijzer in Enter, waar hij wel benoemd werd, maar direct zijn ontslag indient. Na deze maatschappelijke worsteling besluit Van Kregten in 1893 - en dat zonder kunstonderricht - fulltime kunstenaar te worden. Een autodidact met veel talenten en een aangeboren observatievermogen!

In Overijssel en Drenthe weet hij het karakteristieke landschap op vele plekken vast te leggen al dan niet verlevendigd met dieren, zijn grote liefde. Als geen ander wist hij koeien, varkens, schapen, paarden en kalveren te verbeelden, met het accent op de bijzondere lichtval op de ruggen van de dieren. In Notter hield hij achter zijn atelier een kalf, waardoor hij de anatomie van het dier nauwkeurig kon bestuderen. Deze anatomische kennis kon hij goed gebruiken om de befaamde fokstier Lonneker Jan te schilderen, waarvoor hij de opdracht kreeg. Hoewel het portretteren niet direct zijn voorkeur had maakte hij er diverse, vooral van zijn eigen familie.

In 1898 kreeg hij de opdracht voor de audiëntiezaal van het Provinciehuis te Zwolle de portretten van Koning Willem III en zijn gemalin Emma te schilderen. In Almelo werd in 1895 het huwelijk voltrokken van Fedor van Kregten met de drie jaar oudere Catharina Johanna ten Bruggencate. Ze kregen twee kinderen. Het huwelijk bracht hem niet de rust om lang op één plek te wonen, er volgden verhuizingen naar Zwolle, Beilen, Arnhem en Hattem. Even voordat Fedor van Kregten besloot zich definitief in Den Haag, te vestigen werd hun huwelijk ontbonden. De Hofstad bood nieuwe mogelijkheden, hij werd lid van de Haagse kunstenaarsvereniging Pulchri Studio en het Amsterdamse Arte et Amicitiae.

In 1918 trouwde Van Kregten met de vijftien jaar jongeren Geertruida Leeman uit Den Haag. Zij was het die hem enorm stimuleerde in zijn werk en waardoor hij ook contacten kreeg met de Rotterdamse rederij Lloyd. Voor hen maakte hij reclamemateriaal en greep de artistieke kans om per cruiseschip mee te gaan naar Zuid Europa en Noord Afrika met beide handen aan. De nieuwe omgeving, gekoppeld aan het mediterrane licht gaven nieuwe dimensies aan zijn werk. Hier vond hij tevens nieuwe inspiratie door het zien van exotische dieren, zoals kamelen en trekezels. Zijn werken konden tot aan deze periode ondergebracht worden bij de Haagse School, of nabloei daarvan. Zijn nieuwe, op de Oriënt gerichte werk, kreeg een grote verstilling. Later zou dit ook in de Hollandse landschappen zichtbaar worden.

Hoewel er in zijn Overijsselse periode ook incidenteel exposities met zijn werk werden georganiseerd, was het in de laatste periode vaker te zien op tentoonstellingen. Naar aanleiding van een expositie in Huize Koninginnegracht in Den Haag, schreef de Haagsche Courant van 17 maart 1936: ”De meesten zullen den schilder Van Kregten vooral kennen als uitbeelder van koeien (knap en echt schilderkunstig werk) voor hen zal deze tentoonstelling een verrassing zijn, omdat de ontwikkeling van dezen kunstenaar in latere jaren een grotendeels andere richting is uitgegaan. Ook hier vindt men koeien, meer in het bijzonder kalveren, maar zij verschijnen in een romantischer licht en sfeer….’ In de laatste alinea verwijst de recensent op Van Kregtens filosofische inslag: ‘Wie zal hebben vermoed dat de schilder zelf bij deze gelegenheid zijn werk voor het laatst zag tentoongesteld? Misschien juist hij.’

Fedor van Kregten overleed op 8 augustus 1937 in het Zuidwal Ziekenhuis in Den Haag aan een slopende ziekte. Hij werd begraven op de Haagse begraafplaats Nieuw Eyk en Duinen.

De Stichting Werkgroep Fedor van Kregten te Wierden beijvert zich het culturele erfgoed van Van Kregten levend te houden. Zo organiseerde zij in 2009 een manifestatie waarbij een groot aantal werken werd geïnventariseerd en op diverse locaties tentoongesteld. Wandel, fiets en autoroutes voerden de bezoekers langs het buitengebied van Wierden waar Van Kregten in het begin van de twintigste eeuw zijn inspiratie op deed. De naar hem genoemde Van Kregtenweg in Notter werd uiteraard niet overgeslagen. Een manifestatie die recht deed aan het interessante oeuvre van Johannes, Aurelius, Richard Fedor. Het is dan ook niet verwonderlijk dat naar verhouding vele Kregtenwerken in menige kamer in het Twentse land hangen!

Auteur: Drs. Roel H. Smit-Muller, kunsthistorica

Geboren:   16-01-1871 Diever
Overleden:   08-08-1937 Den Haag
Vader:   Hermanus Jacobus van Kregten (1847-1938), onderwijzer
Moeder:   Anna Jufina Rienks, (1845-1920)
Echtgeno(o)t(e):   Catharina Johanna ten Bruggencate
Tweede echtgeno(o)t(e):   Geertruida Leeman
Publicaties:   Gijs Kramer, Fedor van Kregten, 1968 Han Baas, Fedor van Kregten, zijn leven en werk, 1982 Han Pape, Fedor van Kregten, Meester van de beesten, 2009 Diverse artikelen in dag- en weekbladen. Werk van Fedor van Kregten bevindt zich o.a. in het Rijssens Museum en de Twentse Welle en in particuliere collecties in binnen en buitenland.
Laatst bijgewerkt op:   19-03-2014