Herman Finkers



Herman Finkers werd in 1954 geboren in Almelo, in een Rooms-Katholiek gezin, als oudste van vijf kinderen. Zijn vader was aanvankelijk banketbakker, maar begon later een meubelzaak in de Schuttenstraat.


Na de HBS-A studeerde hij een tijdje Psychologie in Groningen. Na het kandidaatsexamen is hij hiermee gestopt en bracht hij nog een paar jaar door op de sociale academie in Hengelo. 


In Groningen deed hij zijn eerste podium-ervaringen op. Spelend in een folkgroepje, kreeg hij onbedoeld de lachers op zijn hand door al stotterend de nummers aan elkaar te praten. Dit beviel hem zo goed dat hij gelijk van zijn stotterangst was verlost.


Toen hij het luchtige gedicht Een ondeugend bijenbijpsje, van zijn broer Wilfried -die ook in Groningen was komen studeren- las, wist hij zeker dat hij dichter was, ook al had hij nog geen enkel gedicht geschreven. Niet lang daarna droeg hij waar hem maar de gelegenheid werd geboden, zijn inmiddels daadwerkelijk geschreven gedichten, voor. Net zomin als bij het stotteren was het de bedoeling het publiek aan het lachen te krijgen, maar tot zijn verbazing werden zijn gedichten, komisch opgevat. Ook dit beviel hem uitermate goed.


Eind jaren zeventig trad Finkers veel op in café's, op bruiloften, personeelsfeesten, in scholen etc. Hij beschouwde zichzelf als ‘poëet’ en wilde zich zelfs als zodanig in het telefoonboek laten zetten. Dit laatste mislukte omdat hij geen telefoon had.


Toen hij merkte dat hij bij optredens steevast werd aangekondigd als cabaretier en niet als dichter (‘het is immers om te lachen’), besloot hij zich voortaan cabaretier te noemen. Zelf was hij nog niet op het idee gekomen. Het had als voordeel dat de gedichten alleen nog maar bij de liedjes hoefden te rijmen, en zo ontstonden de eerste conferences.


Een vriend had hem opgegeven voor het Camaretten Festival in Delft, in 1979. Hij werd hier aanvankelijk geweigerd, omdat het geen cabaret zou zijn wat hij deed. ‘Je hebt het meer op de humor gegooid.’ Uiteindelijk mocht hij toch meedoen, omdat er dat jaar een gebrek aan deelnemers was. Omdat ook Herman zichzelf geen cabaretier vond, opende hij zijn optreden in Delft met: ‘Dag dames en heren van het cabaret’. Tijdens de voorronde en in de finale deelde hij op verzoek van vader Finkers, folders en duimstokken van meubelzaak Finkers uit. Uiteindelijk leverde dit optreden hem drie prijzen op: de publieksprijs, de persoonlijkheidsprijs en de tweede prijs van de jury.


In 1980 werd bij Harlekijn Holland z’n eerste langspeelplaat Vinger in de bips uitgebracht met liedjes uit het programma Op Zwart Zangzaad. Erik van der Wurff tekende voor de arrangementen en de muzikale leiding.


De optredens vonden aanvankelijk meestal plaats in Noord- en Oost-Nederland. Met zijn tweede programma De terugkeer van Joop Huizinga (1982) bereikte hij weliswaar voor het eerst (in Almelo) een uitverkochte zaal, maar elders moesten soms voorstellingen worden afgelast ‘wegens ziekte van de toeschouwer’. In een mislukte poging door een slimme titel meer publiek in de zaal te krijgen, heette zijn derde programma De Diana Ros Show.


In 1985 verhuisde Finkers van Hengelo naar zijn geboortestad Almelo en startte hij met het programma EHBO is mijn lust en mijn leven. Na een optreden in het tv-programma RUR van Jan Lenferink werden de voorstellingen van de een op de andere dag van de kleine naar de grote zaal verplaatst, en sindsdien heeft hij geen voorstelling meer gegeven die niet uitverkocht was.


De VARA toonde belangstelling en nam zijn theatershow op. Voortaan zou de VARA alle cabaretprogramma's van Herman Finkers uitzenden. In 1987 volgde Het meisje van de slijterij (1987) waarbij zijn broer Wilfried voor het eerst meewerkte als tekstschrijver en lichttechnicus. Vervolgens: De zon gaat zinloos onder, morgen moet ze toch weer op (1990), Dat heeft zo'n jongen toch niet nodig (1992), Geen spatader veranderd (1995) en Kalm aan en rap een beetje (1998).


In 1988 verwerkte Herman samen met tekenaar John Croezen uit Groningen een conference uit De Diana Ros Show tot de korte animatiefilm Kroamschudd'n in Mariaparochie. Door het sterke Twentse karakter van dit verhaal zou RTV-Oost ieder jaar met de Kerst deze tekenfilm herhalen. Bij diverse buurtschappen in Twente werd het een gebruik Kroamschudd’n in Mariaparochie in levende lijve uit te voeren.


Later volgde er, wederom in samenwerking met John Croezen, een tweede tekenfilm onder de titel Macbeth.


In 1989 speelde hij in de korte tv-speelfilm Het verhaal van Kees, de vader van Wilmink. De film was gemaakt door André van Duren, naar een script van Willem Wilmink.


In 1990 componeerde Finkers ter gelegenheid van zijn huwelijk een meerstemmige latijnse mis, De Sint Joris Mis. Veel later herschreef hij deze mis, die in een uitvoering van Capella Amsterdam en Holland Baroque, in 2022 gepland staat uitgebracht te worden.


Eveneens in 1990 scoorde hij samen met Brigitte Kaandorp een hit onder de titel Duet. Een parodie op het nummer Together we’re strong, van Mireille Mathieu en Patrick Duffy.


In 1992 stond Herman voor het eerst met een serie voorstellingen in Carré.


In 1993 maakte hij op verzoek van het Valerius-ensemble uit Enschede een voorstelling rond het Carnaval der Dieren van Camille Saint Saens die, net als De Sint Joris Mis, door de KRO werd uitgezonden.


Vanaf 1995 raakte hij steeds meer gegrepen door de Twentse taal en hij vertaalde zijn voorstelling van dat moment: Geen spatader veranderd, integraal in het Twents. Onder de titel Gen spatoader aans maakte hij een kleine tour langs de oostelijke podia. RTV Oost zond de voorstelling uit en de regionale omroepen van Groningen, Drente en Gelderland namen de uitzending over. Ook de voorstelling Kalm aan en rap een beetje, kreeg een Twentse versie, onder de titel Heanig an en rap wat.


In dezelfde periode verscheen een dubbel-cd met als titel: Zijn minst beroerde liedjes. Deze bevatte dertig studio-opnames van z’n liedjes uit het theater. Ook deze werden in het Twents vertaald.


In 2000 stopte Finkers voor onbepaalde tijd omdat, naar eigen zeggen ‘De pruimen op waren’. Met zijn neef Hans Engelhart, die in het trotse bezit was van het syndroom van Down, maakte hij in 2001 een pelgrimstocht naar Rome en ging op audiëntie bij de paus. Hans, die kunstschilder was, overhandigde de paus een door hem gemaakt portret van de Heilige Vader. De KRO volgde het duo en maakte een reportage die enkele keren werd uitgezonden.


In seizoen 2005-2006 werkte hij samen met Johan Nijenhuis aan de Twentstalige RTV Oost-serie van Jonge Leu en Oale Groond. Deze eerste serie werd in de provincie Overijssel een eclatant succes. Hij koos ervoor het daaropvolgende seizoen weer het theater in te gaan, en de serie werd zonder hem voortgezet.


Van 2007 tot 2009 speelde hij het theaterprogramma Na de Pauze, waarvoor hij een Edison ontving. In dit programma werd ook aandacht besteed aan de chronische lymfatische leukemie die in 2002 bij hem werd geconstateerd. Aan dit programma werkte broer Wilfried niet meer mee, ook niet achter de schermen.


In 2015 maakte hij de lp/cd Koo wit de Floo in Almelo. Een plaat met uitsluitend (nieuw geschreven) liedjes over Almelo. Dit als dankbare reactie op het feit dat de gemeente Almelo, die jarenlang niet blij was met de bekende Finkers-uitspraak: Eén stoplicht springt op rood, een ander weer op groen, in Almelo is altijd wat te doen, besloot ‘het stoplicht’ te omarmen. De leus: Almelo, altijd wat te doen, werd de officiële slogan van de stad. De cd werd in nauwe samenwerking met Daniël Lohues gemaakt. Ook Peter Tiehuis, Daphne Bunskoek en de Almeloos-Turkse rapper Gökhan Iyigunler zijn op de lp/cd te horen.


Op 31 december van dat jaar verzorgde Finkers voor het eerst de oudejaarsconference, die 3.8 miljoen kijkers trok en lovend werd ontvangen door pers en publiek.


In 2016 zette Finkers het project Missa in Mysterium op. Een ‘gregoriaanse meezingmis’, waarbij de kerkgangers worden uitgenodigd de latijnse, gregoriaanse formules en vaste gezangen mee te zingen. De nadruk bij een MiM wordt sterk gelegd op het Pulchrum (de ‘Schoonheid’) van de uitvoering, en de actieve, gezongen deelname van de kerkgangers. Pater Marc Loriaux osb is bij deze missen de celebrant en het vrouwenensemble Wishful Singing de schola. In diverse katholieke kerken, van de Sint Jan in Den Bosch tot de Nicolaaskerk in Leeuwarden zijn deze MiM-eucharistievieringen gecelebreerd. Zonder uitzondering met geheel gevulde kerken.


In februari 2020 ging de bioscoopfilm De Beentjes Van Sint-Hildegard van Johan Nijenhuis in première. Finkers schreef hiervoor het scenario, los gebaseerd op de Tjechische film Teorie Tygra, en speelde samen met Johanna ter Steege de hoofdrol. Ook bij alle andere stadia van de productie was Finkers nauw betrokken. De film geeft een inkijk in het huwelijk van de echtelieden Jan en Gedda, die vlak voor hun pensioen gedwongen worden hun vastgeroeste relatie onder de loep te nemen.


Een maand na de première sloten de bioscopen in verband met corona, afgewisseld met periodes van maximaal dertig bezoekers. Desondanks wist de film meer dan 700.000 bezoekers te trekken, en werd De Beentjes de best bezochte film van 2020. Ook werden er op diverse plekken open luchtvertoningen opgezet, al dan niet in drive-in-vorm. De Beentjes kreeg drie Gouden Kalfnominaties en werd door de kring van Nederlandse filmjournalisten, uitgeroepen tot de beste Nederlandse film van 2020.


De uitzending door Omroep Max, op Koningsdag 2021, trok in totaal 3.3 miljoen kijkers, en werd het best bekeken tv-programma van die maand. Een unicum voor een speelfilm.


Opvallend detail is dat de (ondertitelde) film nagenoeg geheel in het Twents is gesproken, en dat pers en publiek daar geen probleem van maakten. Een teken dat het Nedersaksisch, dat tijdens de draaidagen in het najaar van 2018 officieel als taal werd erkend, de afgelopen decennia een emancipatie heeft doorgemaakt.


Tijdens de Corona-lockdown verzorgden Wishful Singing en Herman Finkers twee series online-cursussen gregoriaans voor beginners. Muzikale voorkennis of zangervaring was hierbij niet vereist, ‘want we horen u toch niet’.


Herman Finkers werd in 2016 benoemd tot ereburger van de provincie Overijssel.


Bijgewerkt door Theaterbureau De Mannen


Geboren:   09-12-1954 Almelo
Vader:   Ben Finkers, banketbakker, later eigenaar meubelzaak
Moeder:   Annie Koelen
Echtgeno(o)t(e):   Hetty Droste
Laatst bijgewerkt op:   06-09-2021